Clove
Het was anders, hij was anders. Ik had verwacht dat hij gemeen naar me zou lachen toen hij het wist. Dat hij het me er ieder moment van de dag in zou boren. Dat hij me ermee zou pesten totdat één van ons dood zou zijn. Maar dat deed hij niet. In plaats daarvan was hij er voor me om me te troosten. Hij was er écht voor me. Na een hele korte tijd waren zijn armen al zo vertrouwd geworden, dat ik begon te twijfelen aan het gekwetste gevoel dat Cato me gegeven had. Dat ging weg en het leek zelfs net alsof het er nooit geweest was. Alsof híj er nooit geweest was en het niet meer uitmaakte dat hij me al die tijd gebruikt had. Marvel was daar om mijn pijn weg te halen en ik wist dat híj het was.
Hoe lang staan we hier nu al, in deze omhelzing? Er hoeft maar iemand hierheen te komen en ze zouden ons ontdekken. Maar dat lijkt me niks te kunnen schelen en Marvel ook niet. Deze jongen, die ik gisteren pas echt ontmoet heb, is binnen vierentwintig uur al zo speciaal voor me geworden, dat ik me niet rot voel als ik aan Cato denk. Hij mag met Glimmer doen wat hij wil, het maakt me echt niet uit. Na dit besef, voel ik me steeds beter worden. ‘Dankjewel,’ zeg ik tegen Marvel als we allebei opschrikken van een bel, die gevolgd wordt door de mededeling dat we kunnen lunchen. Hij laat me voor mijn gevoel veel te snel los en glimlacht even naar me. ‘Graag gedaan.’ Hij zei graag gedaan. Hij weet niet half hoeveel hij voor me gedaan heeft. Hij heeft me geholpen om over Cato heen te komen, binnen een dag! Iets wat me al die jaren niet gelukt is, heeft hij bereikt in één dag. ‘Zullen we maar gaan lunchen? Straks is alles al op.’ Hij glimlacht. Ik knik en we lopen samen naar de kantine.
Als we binnenkomen, is iedereen er al. ‘Zullen we ergens anders gaan zitten?’ vraagt Marvel terwijl hij naar Glimmer en Cato kijkt. Ik wil zeggen dat dat niet nodig is, omdat ik er overheen ben. Nou ja, nog niet helemaal geloof ik, ik ben al over de helft. Maar dan bedenk ik me dat ik veel liever met Marvel alleen wil eten. Ik knik en nadat Marvel een grote dienblad vol met eten voor ons gepakt heeft, lopen we naar een tafeltje voor ons tweeën. Voor de eerste keer kijk ik rond naar alle tributen. Niemand zit bij elkaar, op Glimmer en Cato en de twee uit 12 na dan. Ineens zie ik Glimmer en Cato vragend naar ons kijken, maar ik voel me niet geroepen om hun blikken te beantwoorden. ‘Dus,’ zeg ik daarom. ‘Wat is jouw lievelingseten?’
Marvel glimlacht even, doet zijn mond open om antwoord te geven, en stopt dan met glimlachen. ‘Ik wilde pannenkoeken zeggen, maar het is nu al twee jaar geleden dat ik dat voor het laatst gegeten heb, dus ik weet niet meer hoe het smaakt. Ik maakte ze altijd met..’ Hij stopt met praten. Twee jaar geleden, die woorden dringen tot me door en ik besef dat ik een verkeerde vraag gesteld heb. ‘Oh, sorry, dat wist ik niet. Het spijt me..’ Maar hij schudt zijn hoofd en zegt: ‘Het maakt niet uit, dat kon je niet weten.’ Maar ik zeg: ‘Jawel, het spijt me echt.’ Hij zegt dat het niet uitmaakt en legt dan een pannenkoek op zijn bord.
Marvel’s P.O.V
Gek genoeg heb ik ineens de neiging om over Avery te praten. ‘Op zondag was ik altijd vrij,’ zeg ik ineens. ‘Dan hoefde ik niet naar het trainingscentrum. Ze maakte me altijd vroeg wakker om iets leuks met me te doen. Ze was altijd al klaar om te gaan.’ Ik glimlach even bij de herinnering.
‘Marvie, vandaag wil ik een boswandeling met je maken!’
Maar toen ze twaalf werd, was ze gestopt met die bijnaam.
‘Ze vond verschillende dingen leuk, maar ze wilde het vaakst een boswandeling maken, vlinders zoeken in de tuin of op het plein naar de fontein kijken, want die vond ze zo mooi. Ze kon er wel uren naar kijken, zonder dat het haar verveelde.’ Dan kijk ik op. ‘Sorry, je vindt het vast niks om zulke dingen te horen. Waarom zou je ook.’ Maar dan legt ze haar hand op die van mij. ‘Nee, vertel maar. Ik luister graag.’ Ze glimlacht. Ik ben blij dat ik haar niet afgeschrikt heb met mijn verhalen.
‘Haar naam betekent heerser van de elven,’ zeg ik glimlachend. ‘Vroeger, toen ze zo’n acht jaar oud was, wilde ze altijd samen met me naar het bos om elfen te zoeken. Ze riep ze, maar ze kwamen niet. Toen dacht ze dat de elfen boos op haar waren, omdat ze hun heerser was. Ze zei: “Waarom ben ik de heerser? Waarom kan ik niet gewoon vrienden met ze zijn?!” Ik zei dat ze best vrienden met ze kon zijn, als ze dat wilde.’ Ik zucht. ‘Maar toen ineens geloofde ze niet meer in elfen. Ze maakte me steeds minder vaak wakker en ze wilde steeds minder vaak naar het dorp om de fontein te bekijken. Ik vroeg haar een keer waarom ze het niet meer wilde, en toen zei ze dat ze daar te groot voor was. Ze was pas tien jaar toen ze dat zei.’ Ik merk dat Clove’s hand nog steeds op de mijne ligt, maar het voelt niet onprettig.
‘Ik vond haar echt mooi,’ zegt Clove ineens. ‘Ze was zo puur en lief..’ Ik glimlach even en haal met mijn vrije hand het armbandje uit mijn broekzak. Ik leg het op tafel en Clove bestudeerd het met beide handen. ‘Dit is..’ Ze stopt met praten en kijkt me aan. Ik knik. ‘Ik wilde het voor haar verjaardag geven, maar daar was niet genoeg tijd voor.. Het was haar lievelingsedelsteen.’ Clove kijkt een tijdje naar het Rozenkwarts hartje en kijkt dan naar mij. ‘Hij is prachtig.’ Ze wil het armbandje weer teruggeven aan mij, maar ik pak haar hand vast en sluit hem om het armbandje heen. ‘Hou jij hem maar.’ Ik zie haar ogen bijna vochtig worden. ‘Maar..’ begint ze, maar zegt verder niks meer. ‘Het is mijn herinnering aan jou. Prachtig, weet je nog?’ Ik begin te glimlachen en na een tijdje doet ze mee. Het is een kleine, verlegen glimlach, maar toch een glimlach. ‘Weet je het zeker?’ Ik knik. ‘Ja.’
Het warme eten is ondertussen al koud geworden, maar toch beginnen we te eten. Clove kijkt de hele tijd naar het armbandje en naar mij. Het lijkt alsof de rest van de tributen er niet zijn. Het voelt zelfs niet alsof dit ooit zal eindigen. Maar mijn buik verkrampt van de pijn als ik me bedenk dat het zal eindigen, voor één van ons of voor ons allebei. Ik vrees voor dat moment.
![](https://img.wattpad.com/cover/11921926-288-k637121.jpg)