Marvel
Door het speerwerpen vergeet ik alles. Ik heb de hele speervoorraad zo ongeveer al afgevuurd naar de poppen die zo’n beetje aan de andere kant van de zaal staan en ik loop er langzaam heen. Als ik al een paar speren verzameld heb, hoor ik ineens: ‘Zal ik je helpen?’ Ik kijk wantrouwend naar Cato, die met een grijns een speer uit de pop trekt. ‘Agressief?’ Ik haal mijn schouders op. Waarom komt hij bij me staan en wat moet hij van me? ‘Er zullen vast wel een paar speren in de arena zijn, dat moet wel.’ Ik zeg nog steeds niks. ‘Wat denk je? Maken de andere tributen nog kans?’ zegt hij dan. Ik zucht en zeg: ‘Cato, wat wil je?’ Hij heeft de afgelopen dagen weinig tot niet met me gepraat, dus ik vind het raar dat hij bij me komt staan. Hij kijkt me grijnzend aan. ‘Je komt meteen ter zake, mooi.’Ter zake? Wat nou ‘ter zake’? Verder zegt hij niks. ‘Luister,’ zeg ik. ‘Als je hier alleen maar bent om vage dingen te zeggen en mijn tijd te verdoen, kun je beter weer weg gaan.’ Hij grijnst nog steeds. ‘Ik vind je wel heel schattig, hoor. Echt waar,’ zegt hij. ‘Maar denk je nou echt dat het gaat werken?’ Ik frons. ‘Wat?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Oh, ik weet wel dat je verliefd bent op Clove, hoor.’ Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en kijk hem onderzoekend aan. Zegt hij nou maar gewoon wat of weet hij het echt? ‘Het zal je alleen niet lukken om haar voor je te winnen. Het zit namelijk zo, ik zit nog te diep in haar gedachte.’ Hij grijnst weer. ‘Dus als ik jou was, zou ik het maar niet proberen.’
‘Waarom maakt het jou iets uit als ik het zou proberen? Je zegt net zelf dat het me toch niet lukt.’ Hij begint te lachen. ‘Ja, dat klopt. Maar ik zeg het nog maar eventjes. Die meiden zijn helemaal weg van me, die zullen straks toch wel alles voor me doen in de arena.’ Wauw, wat een arrogantie. ‘Je vindt jezelf wel heel wat, of niet?’ Hij knikt. ‘Oh, zeker. Wedden dat ik Clove weer helemaal voor me win?’ Hij grijnst weer. ‘Dat zal je toch niet lukken. Je geeft helemaal niks om haar, je doet haar alleen maar pijn. Dat ziet ze zelf ook wel in, hoor.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘En jij doet haar geen pijn?’ zegt hij sarcastisch. Wat bedoelt hij daar nou weer mee? ‘Ik zag wel hoe ze wegliep hoor, net.’ Ik kijk hem boos aan. ‘Dat had helemaal niks met mij te maken.’
Hij negeert me en zegt: ‘Ik vind het toch wel schattig dat je dacht dat het iets zou kunnen worden tussen jullie. En dat je haar die armband gaf.’ Als hij de pijn in mijn ogen ziet, grijnst hij weer. ‘Ja, Clove doet natuurlijk alsof het het allermooiste is wat ze ooit gekregen heeft, maar dat hoort gewoon bij ons plan hoor.’ Plan? ‘Heeft ze het je niet verteld?’ Hij doet net alsof hij verbaasd is. ‘Ja, dit hoort bij ons plan. Het plan was om je vertrouwen voor ons te winnen en er zo voor te zorgen dat we samen heel ver zouden komen. En jij, zo begripvol als je bent, bent er gewoon ingetrapt. Tja, ze kan ook erg manipulatief zijn, hè? Maar ja, je vraagt je natuurlijk af waarom ik het je vertel? Ik vind het zielig voor je. Kijk, die armband betekent natuurlijk veel voor je, vanwege je zusje en zo. Maar voor Clove betekent het niks. Ze heeft me zelfs verteld dat ze niet kan wáchten totdat ze dat ding kwijt kan raken.’ Hij liegt, hij liegt. ‘We hebben gisteravond zelfs samen bedacht hoe we het zouden doen. Per ongeluk kwijtraken op zoek naar tributen? Ze wilde hem het liefst voor jou ogen in de fik steken, maar dat vond ik een beetje gemeen.’
Hij liegt, hij liegt, hij liegt.. ‘Ik geloof je niet.’ Maar mijn stem klinkt niet erg zeker en daardoor grijnst hij. ‘Luister, ik vind het nogal rot voor je en daarom heb ik het je verteld. Clove zal vast boos op me zijn, maar dat heb ik er wel voor over. Oh, trouwens, we hebben samen gelachen om je tijdens de herhaling in de trein, daar voel ik me wel een beetje schuldig over, maar dat vergeef je me wel, toch?’ Als ik niet reageer, zegt hij: ‘Het moet best rot zijn voor je moeder. Eerst verliest ze haar dochter, dan wordt haar zoon getrokken bij de boete en vervolgens neemt haar oudste zoon het voor hem op! Dit worden vast vreselijke tijden voor haar, maar wel dapper van je dat je je opgegeven hebt.’ Dit alles maakt me van streek. Ik zou het liefst het centrum uitrennen, mezelf opsluiten in mijn kamer en er nooit meer uitkomen. Maar ik moet sterk blijven. ‘Ja, je familie heeft vast ook veel bewondering voor je. Clove zei trouwens dat ze niet kon wachten tot je dood was, zodat ze eindelijk verlost is van jou. Ik vond dat een beetje gemeen, maar ze moest er om lachen. Maar goed, volgens mij worden we zo omgeroepen voor de privésessies, ruim jij dit even op?’ Hij gooit de speren die hij verzameld had weer op de grond en loopt weg. ‘Oh, en Marvel?’ Ik draai me niet om. ‘Succes, hè?’