Hoofdstuk 10

11 1 0
                                    

De nachtelijke wacht was inderdaad koud geweest, en ze hadden alledrie dolblij geweest toen de zon op was en ze weer mochten praten en opwarmen. De nacht leek wel een hele maan te duren, maar het was het waard geweest om een krijger te zijn. Na de wake waren Sparkpels en Zilverpels officieel partners geworden, en konden ze lekker eten en uitrusten. Dagpels bood Donderstorm weer een konijn aan om te delen en Sparkpels en Zilverpels hadden samen twee duiven. Na het eten waren ze meteen gaan slapen.

Donderstorm werd rond zonhoog weer wakker. Ze wist al dat ze niet meer zou kunnen slapen, dus ging ze naar Luipaardklauw om te vragen of ze nog iets kon doen. Maar voordat ze bij Luipaardklauw was kwam Wittand aanlopen. "Donderstorm, zou je het erg vinden om Harspoot te helpen met het zoeken van kruiden. Ik wil even flink inslaan nu het bladkaal begint te worden." Zei Wittand. "Natuurlijk wil ik dat doen Wittand. Zal ik haar even gaan halen?" Vroeg Donderstorm. "Ja, bedankt Donderstorm. Ze zal het vast ook leuk vinden om weer iets met haar zus te doen." Zei Wittand. Wittand liep weg in de richting van Rooksters hol. Donderstorm ging Harspoot halen in het medicijnhol. "Ha, Harspoot zal ik je helpen met het zoeken naar kruiden. Wittand zei dat ze flink in wilde slaan voor bladkaal." Zei Donderstorm. "Ja tuurlijk, kunnen we weer eens wat samen doen." Zei Harspoot blij. "Kom, zullen we dan meteen gaan?" Vroeg Donderstorm. "Wacht even, ik check nog een laatste keer wat we allemaal nodig hebben." Zei Harspoot en verdween in het medicijnhol. Na enige tijd kwam ze weer buiten, "Zo, ik weet nu zeker wat we allemaal nodig hebben. We kunnen gaan." Zei ze. "Weet je zeker dat je het niet nog een keer hoeft te checken?" Grapte Donderstorm. "Haha, heel grappig Donderpoot" Grapte Harspoot terug. "Genoeg geklessebest, moeten jullie geen kruiden gaan zoeken." Zei Wittand. "Sorry Wittand." Zeiden de poezen in koor. "Zorg nou maar gewoon dat die kruiden er komen, we hebben niet de hele dag." Ging Wittand verder. "We gaan meteen." zei Donderstorm. "Tot zo." Zei Harspoot, en ze liepen het medicijnhol uit en naar de struikentunnel. 

"Hé Harspoot, ruik jij dat ook?" vroeg Donderstorm. "Fwat sruik iks?" Vroeg Harspoot met haar bek vol kruiden. "Zwerfkatten, en aardig veel ook." Ging Donderstorm verder. "Sfik svruik fsniks." Antwoorde Harspoot. "Geen wonder met al die kruiden in je mond, leg eens neer en kijk of jij het ook ruikt." Zei Donderstorm. Harspoot legde de kruiden neer en snuffelde eens goed. "Ja, ik ruik het ook. Kom, dit moeten we meteen aan Rookster melden." Zei Harspoot. Ze pakte haar kruiden op en ze liepen de snelste weg terug naar het kamp. De geur van zwerfkatten en prooi werd sterker, Donderstorm en Harspoot begonnen sneller te lopen. Totdat ze in volle vaart door het bos renden, terug naar de veiligheid van het kamp. Ze konden niet met zijn tweeën al die zwerfkatten aan. Toen stuitten ze op een klein open plekje, het was bezaaid met prooi, vers, en overal hing de geur van zwerfkatten. Ze renden weer door, terug naar het kamp, ze stormden de struikentunnel door en Harspoot schoot meteen naar het medicijnhol om haar kruiden weg te leggen. Daarna ging ze weer terug en stonden ze samen voor de ingang van Rooksters hol, Luipaardklauw was ook al binnen. "Rookster, kunnen we je even spreken?" Vroeg Harspoot. "Harspoot en Donderstorm. Ja, jullie mogen me spreken, kom binnen." Zei Rookster. "Ik ruik een licht tintje angst, waar komt dat vandaan?" Vroeg Rookster. Donderstorm en Harspoot gingen voor Luipaardklauw en Rookster zitten. "We hebben de geur gevonden van zwerfkatten, heel veel zwerfkatten. Veel meer dan alle clans bij elkaar." Zei Donderstorm. Rookster kneep haar ogen tot spleetjes en zei:"Ga door." "Toen we terug naar het kamp gingen vonden we sporen van bloed en prooiresten, het was in de buurt van het kamp." Zei Harspoot. "Hoe in de buurt." Vroeg Rookster achterdochtig. "Een open plek vlakbij het trainingsveldje." Zei Donderstorm. "Wat! Hoe kan het dat niemand ze tot nu toe geroken heeft!?" Siste Luipaardklauw. "Ik zal een patrouille sturen, jullie twee gaan mee, jullie kunnen ons de plek aanwijzen." Zei Rookster. "Kom mee." zei Rookster en wenkte hen met haar staart. Ze sprong de overhangende rots op en wenkte Harspoot en Donderstrom om haar te volgen. Dat deden ze. "Laat alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te vangen zich verzamelen onder de overhangende rots!" Riep Rookster veel harder dan normaal. Toen iedereen zich verzamelt had ging Rookster verder. "Donderstorm en Harspoot hebben vandaag zwerfkatten geroken, en veel ook. En ze hebben ook prooiresten aangetroffen. Harspoot, Donderstorm vertel hen wat jullie hebben gezien." Commandeerde Rookster. "We waren kruiden aan het zoeken voor Wittand..." Begon Harspoot voorzichtig. "Harder!" Riep een stem. "We waren kruiden aan het zoeken voor Wittand toe we de geurem van zwerfkatten roken. Meer dan alle clans bij elkaar." Ging Donderstrom verder. "Kan niet!" Riep de stem weer. "Laat ze uitpraten!" Siste Luipaardklauw nijdig naar Schaduwklauw die ineens heel erg stil en rustig werd. "Daarna vonden we ook prooiresten en daaromheen hing overal de geur van zwerfkatten. Het was dichtbij, ergens rond het trainigsveldje." Zei Donderstorm. Harspoot knikte en overal was gemurmel te horen. "Stilte!!" De stem van Rookster galmde door het kamp en iedereen was meteen stil. "We zenden een patrouille uit om het te inspecteren, ik zal zelf ook mee gaan, en Harspoot en Dondersorm ook. De andere katten die meegaan zijn Kwikstaart, Lichtklauw, Zilverpels en Sparkpels." Ging Rookster verder. "Wacht, Lichtklauw is er niet!" Riep Schaduwklauw. 

Het 10e hoofdstuk van mijn boek. Ik heb mijn best gedaan er een beetje een cliffhanger van te maken, maar ik heb het idee dat ik er nog niet zo heel goed in ben. Ik hoop in ider geval dat jullie het leuk vinden en verder willen lezen. 

Luna_nova-chan

Warrior cats Donder op komstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu