28

100 8 3
                                        

POV Anna
We zitten in de auto opweg naar het huis, ik ga zo blij zijn als ik hem weer kan zien. Ik zie het boordje met 'Aardstraat' steeds dichter en dichter bij komen. Opeens stopt Folkert, 'Gast wat doe je, we zijn er nog niet!' Hij zucht. 'Als we de auto voor de deur zetten zien ze ons gelijk.' Ohja, dat is best slim. Ik spring de auto uit en ren naar het goede huis. 'Anna wacht nou is ff.' 'Nee loop door opa!' Hij kijkt een beetje boos maar daardoor gaat hij wel harder rennen. Als we voor de deur staan begin ik toch een beetje te twijfelen. Folkert wil de deur opentrappen maar als hij mij ziet huilen stopt hij. 'Wat is er meis?' 'Ik ben gewoon bang hoe ik hem ga aantreffen, straks wil hij me niet meer, of is hij gewoon dood.' 'Nee, hij redt zich wel. Er staat in ieder geval geen auto dus waarschijnlijk is Matthijs niet thuis.' Hij trapt de deur in en we lopen naar binnen. We hebben allebei een zo'n klein geweer in onze handen en een mes in de broekzak. Het lijkt TWD wel, again. We lopen het hele huis door maar we zien niks. Hopeloos zak ik in elkaar. Ik ga hem nooit meer vinden. Ik begin keihard te huilen. 'Anna, hier is een deur heb je die al gehad?'

POV Thomas
Ik zit weer eens na te denken, dat is eigenlijk het enige wat ik kan doen aangezien ik weer vastgebonden zit. En raad eens waarover ik nadenk, Ja dat klopt Anna. Ik denk veel te veel over wat ik zou doen als ik haar weer zie. Maar ik weet het niet. Het liefst pak ik haar vast en laat ik haar nooit meer los, maar aangezien zij heeft aangegeven dat ze het niet wil. Ik hoor boven mensen lopen, maar niet zoals normaal. Er worden dingen omgestoten en omgegooid. Zou het, zouden het mensen zijn die mij komen redden? Ik hoor iemand praten. 'Hier zit nog een deur.' Dat klinkt wel als Folkert, nee maar dat is hem niet. Zoveel geeft hij niet om mij. De deur wordt opengetrapt en ik begin spontaan te huilen als ik zie wie de trap afkomt rennen.

POV Anna
Ik spring gelijk op, met alle woede die ik nu heb trap ik de deur in. Ik ren de trap af en zie daar iemand vastgebonden op een stoel zitten. Ik zie wie het is, het is Thomas, mijn Thomas. Ik pak mijn pistool en schiet het slot van de soort gevangenis deur kapot. Ik snij de touwen waar hij mee vastzit los en spring in zijn armen. Zo kan ik uren blijven zitten. Na nog 5 minuten hebben we elkaar nog steeds vast, ik wil hem niet meer loslaten. Totdat Folkert heel subtiel begint te kuchen. Een beetje beschaamd draai ik me om en loop weer naar de trap om weg te gaan. Totdat ik nog iemand zie liggen in de andere 'cel'. 'Uh Thomas wie is dat?' 'Dat dat dat is mijn moeder.' Ik kan aan hem horen hoe emotioneel hij is. 'Maar, je zei dat je je moeder nooit meer wou zien.' Oké pauze, ik snap er niks meer van. 'Ja, dat is waar totdat ik haar verhaal hoorde.' Hij gaat zitten en klopt op zijn schoot, ik ga zitten en hij begint te vertellen. 'Nou, het verhaal van het verlaten heb je al gehoord. Maar dit is wel even iets anders dan een normale scheiding.'

'Toen mijn moeder bij ons wegging is ze Matthijs tegengekomen, de eerste jaren waren ze een perfect stel, gewoon zoals het hoort te zijn. Maar de laatste paar jaren begon het erger te worden. Matthijs mishandelde haar en sloot haar hier op.' Super verbaasd ben ik aan het luisteren, ik wist dat die Matthijs een freak was na dat hoofd, maar dit had ik dan weer niet verwacht. 1 lichtpunt is dat hij zijn moeder weer terug heeft. 'Maar waarom heeft hij jou dan ontvoerd?' 'Mijn moeder had hem gezegd hoeveel zij ons miste, en toen kwam de zieke geest van die aardappelfreak en heeft hij mij ontvoerd.' 'Wanneer, waarom nam je in de avond je telefoon niet meer op? Heb je jezelf wel verdedigd?' zoveel vragen die in me opkomen. 'Die avond dat je me belde had ik mijn mobiel uitgezet omdat ik mijn moeder wou gaan zoeken. Toen werd ik opeens een busje gezet, natuurlijk heb ik mezelf verdedigd maar het lukte gewoon niet.' Ik zie hoe moeilijk hij dit vindt. 'Ik heb je in ieder geval weer terug.' 'maar laten we nu gaan want straks komt hij thuis.' Ik raak weer helemaal in paniek. 'Even rustig Anna, mag ik mijn broer ook even gedag zeggen.' Folkert loopt op hem af en trekt hem in zo'n jongensknuffel.

We lopen in de woonkamer van het huis, ik wou even wat drinken pakken voor Thomas. Ik kijk in de keukenkastjes maar het enige wat je ziet zijn dingen met aardappel. Wat een pshycho hoe kun je zo leven man. Ik loop weer naar beneden. 'jongens er is hier geen normaal voedsel, laten we gaan en even stoppen bij de mac.' 'Wat?' 'Patat, kom op doorlopen nu.'

We lopen richting de voordeur, maar dan hoor ik een schot. Ik draai me om en zie Thomas daar liggen in een enorme plas bloed. Ik zak door mijn knieeën, dit kan niet. Heb ik hem net terug en is hij gelijk weer weg. Ik ren op hem af en zie een enorme schotwond in zijn buik. Daar achter staat Matthijs met een pistool in zijn hand. 'Dus dit is de bekende Anna, aangenaam.' 'Klootzak!' Ik ren op hem af, ik geef hem vol een knietje, als hij ligt steek ik hem in keer door zijn oog heen. Hij is dood. Daar zijn we vanaf.

Folkert heeft inmiddels de ambulance gebeld. Ik hoop dat ze er snel zijn. Thomas is inmiddels bewusteloos. 'thomas alsjeblieft hou vol, ik wil je niet nog een keer kwijtraken.' Ik kijk naar zijn gezicht, nog steeds even perfect met die blauwe plekken. Ik kan het niet laten en geef hem een kus.


Love from the badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu