Na zijn emotionele gesprek met de Zwadderaar, volgt Winter zijn klassenoudste, Hannes Bolmdok, op weg naar de leerlingenkamer van Huffelpuf. Onderweg praten de vele Huffelpuffers door elkaar, maar deze keer kan Winter er zich moeilijk in vermengen. Zo loopt hij ook van de trappen, voorbij de keuken tot aan het stilleven die de toegang bied naar de kamer. Winter is stiekem wel blij dat ze dicht bij de keukens gelocaliseerd zijn. Plotseling hoort Winter in de verte lopende voetstappen van de trappen komen en hij draait zich om. Het is Huffelpufmeisje die eraan komt lopen. Iedereen kijkt haar aan als ze naar hen toe komt gelopen.
"Sorry," zegt het meisje met het donkere huidskleur en zwarte stijle haren. Winter merkt dat er onder haar eerste laag haar een lok paars haar zit. Hij vindt het er best wel cool uitzien. Het meisje ziet er stoer uit, maar tegelijk ook zacht. Zoiets als een ruwe bolster met een blanke pit.
"Hey, kun je me vertellen waar we nu zitten in de rondleiding?" vraagt ze nog hijgend van het lopen.
Winter had het eerst niet door dat ze het tegen hem had, hij zat met zijn hoofd nog steeds bij zijn beste vriend. Hij vindt persoonlijk dat hij hem wel zo mag noemen aangezien het zijn enige vriend tot nu toe is.
"Euhm, ik denk dat we er zijn," antwoordt Winter twijfelend.
"Ja? Het lijkt me eerder op een doodgewoon schilderij met wat tonnen ernaast opgestapeld." zegt het meisje cru.
"Aan mij moet je persoonlijk niets vragen, hoor. Ik weet hier blijkbaar evenveel van als jij." zegt Winter met een grijns.
"Zo, je bent dus ook een dreuzeltelg," antwoordt het meisje " Wel dat is dan ook wederzijds. Dua Harler is de naam." gaat ze verder en ze rijkt Winter haar hand.
Winter steekt zijn hand uit en voelt de eerste vonken al van een nieuwe vriendschap.Na de wel eeuwig lijkend durende speech van hun klassenoudste, mogen de Huffelpuf leerlingen eindelijk hun kamers ontdekken. Winter vindt het wel fijn dat Huffelpuf de enige afdeling is waar je je eigen kamergenoten mag kiezen.
De klassenoudste had nog lachend gezegd: "Vergeet niet dat het voor de rest van het jaar is, hé. Ik zie jullie binnen een halfuur in de leerlingenkamer voor het bindingsritueel."
Winter is best wel nieuwsgierig naar dat ritueel, maar eerst zou hij beter kijken naar een vrij bed. Hij ziet daar twee jongens staan en besluit er naartoe te wandelen.
"Hey" zegt Winter
"Hallo" antwoorden de twee blonde jongens in koor.
Winter heeft nu pas door dat het een tweeling is.
"Zo, hebben jullie nog iemand nodig om jullie kamer mee te delen."
Het klonk veel beter in Winters hoofd dan dat het eruit kwam.
"Hahaha," lacht de iets langere broer "natuurlijk mag je bij ons komen als je dat wilt. Je hebt geluk, we hebben nog net 1 plek over."
De jongen leidt Winter naar hun kamer. Van buitenaf moet je een ronde deur binnenwandelen om dan uit te komen in de meest gezellige kamer van heel Zweinstein. Ieder bed zit met het hoofd een beetje dieper in de muur in een cirkel waardoor de voeten van de bedden gericht zijn naar een punt. Aan iedere voet staat er een houten kist voor je spullen in op te bergen en het koepelvormige plafond is bedekt met een gigantische klimop en in het midden hang een ronde lamp die een warme gele gloed aanmaakt. Het lijkt wel een beetje op de zon. Overal ziet Winter hangplanten op plankjes die rijken tot aan de met tegeltjes bedekte vloer.
"Welkom in onze kamer en welkom aan onze nieuwe kamergenoot."
Winter ziet nog twee andere jongens in de kamer. Een op zijn bed die zijn spullen in de kist aan het steken is en een die rustig een boek aan het lezen is.
"Welkom!" roept de roodharige jongen enthousiast terwijl hij zijn kist toe propt.
"Hey," zegt de andere wat stilletjes geconcentreerd op zijn boek.
"Ik denk dat het wel handig zou zijn dat we wat meer over elkaar zouden weten." vervolgd de boekenjongen het gesprek.
"Ja, goe idee!" zegt de roodharige nog enthousiaster. "Ik ben Nathaniel Kouwelier, halfbloed tovenaar en al generaties lang in Huffelpuf, of mijn familie tenminste," zegt hij wat nadenkend "maar noem me gewoon Nate!"
"En wij zijn," vervolgt een van de tweelingsboers verder, maar hij wordt onderbroken door de andere.
"Waarom zeg je altijd 'wij', het is niet omdat we een tweeling zijn dat het daarvoor ook altijd tezamen moet, hé!"
"Ja sorry, ik dacht dat het gewoon leuk zou klinken."
"Dat klinkt helemaal niet... Weet je wat? Laat maar, we doen gewoon verder." zegt de kortere blonde jongen. "Ik ben Beau Dutour, volbloed tovenaar en oorspronkelijk Frans, aangenaam."
Winter hoort aan zijn Franse R dat hij gelijk heeft.
"En ik ben Charles en de rest is hetzelfde als dat van hem." zegt de ander wat geïrriteerd.
Als laatste zegt de zwartharige boekenwurm nog steeds zijn ogen gericht op het blad: "Ik ben Darlor Staalsman, halfbloed en eerste Huffelpuf in generaties Griffoendor." zegt hij met wat teleurstelling in zijn stem. "Mijn oudere broer is prefect van Griffoendor, het is mijn droom om ook ooit prefect te worden."
"Wel, waarom zou dat dan niet lukken?" vraagt Nate.
"Omdat ik niet in Griffoendor zit, domoor." antwoord Darlor vanzelfsprekend.
"Maar je kan toch ook Huffelpuf prefect zijn?"
"Tuurlijk, dat zou mijn familie écht willen, hoor."
Winter merkt dat het hier straks hevig zal worden tussen de naïve Nate en de koppige Darlor als er niemand tussen zou komen, dus herinnert hij ze eraan dat hij hem nog niet heeft voorgesteld.
"Ik heb me nog niet voorgesteld." zegt Winter proberend.
"Go ahead!" reageert Darlor wat sarcastisch.
"Wel, ik ben Winter Doorn, allereerste Huffelpuf van mijn familie, maar dat komt omdat ik dreuzeltelg ben."
"Ow" zegt Staalsman wat geïntresseerder.
"Let niet op hem," stelt Beau hem gerust "Hij is geobsedeerd door dreuzels."
Winter vindt het best wel grappig, maar gaat er niet op in, want Darlor ziet er weer geïrriteerd uit. Winter vraagt zich wel af wat er scheelt met die jongen. Hij zit daar gewoon... Te lezen en commentaar te geven op mensen die wel enthousiast zijn en wanneer het over dreuzels gaat, is alsof er niets anders meer bestaat. Hij denkt dat er hier nog veel te beleven zal zijn."Het is denk ik tijd dat we weer naar de leerlingenkamer gaan." zegt Charles plotseling.
"Ja, je weet hoe die klassenoudsten zijn, hé" antwoordt Beau.
Juist op het moment dat hij dat zegt kruist Hannes hun pad en hij kijkt hen streng aan. Winter ziet Beau door de grond zakken van schaamte. De jongens lachen en zelfs op Darlors gezicht is er een grijns te bekennen.
"Kom op, jongens!" zegt Nate en hij duwt de rest door de gangen.Daar gaan ze dan, op weg naar de leerlingenkamer, nu iets wat sneller door de opgefokte Nathaniel: de twee blonde jongens, de zwartharige boekenwurm, de overenthousiaste ginger en uiteindelijk Winter zelf. Het lijkt wel een filmscène, hoe ze daar zo vooruit slenteren of voor Winter misschien zelfs een droom die uitkomt.
JE LEEST
De Huffelpuf Jongen
FanfictionWinter is een normale jongen tot hij plots te weten komt dat hij tovenaar is. Hij maakt vrienden met een Zwadderichjongen en krijgt er gevoelens voor. Zijn deze gevoelens wederzijds of zitten er een paar jaloerse mensen in de weg? • • • Dit verhaal...