14 De Keuze

102 18 0
                                    

Winter ligt in zijn bed. Het is twee uur 's ochtends. Of is het nacht. Winter vroeg hem dat altijd af. Uiteindelijk besloot hij dat het hetzelfde is. Het Kerstbal is voorbij. Niet alleen het Kerstbal, maar ook zijn 'relatie' met Achilles en waarschijnlijk ook die met Dua. Winter is in de war. Hij snapt niet wat hij moet doen. Hij herinnert zich weer hoe Achilles hem met tranen in zijn ogen aankeek.

"I... Ik dacht... Da... Dat je van me hield..."

Winter had nog geen tijd om alles te laten bezinken toen Dua het mes nog eens dieper stak.

"Hij is het niet waard."

"Ben je hem echt nog niet vergeten?"

"En ik weet niet of je het door had, maar ik hou ook van jou..."

Na al die woorden vraagt Winter zich af of hij het zelf wel waard is. Op één avond heeft hij de harten van twee personen in duizenden stukken gebroken. Dua wist waarschijnlijk hoe  hij zich heeft gevoeld, maar lette er niet op. Ze was zelf te emotioneel op dat moment om nog eens zijn gevoelens te lezen.

Hij is teleurgesteld. Hij is alleen. Hij heeft niemand meer om bij te huilen of niemand meer om te knuffelen. Charles is nu bij April, Nate bij May, Darlor bij Keyla en Beau natuurlijk bij Lena. Maar Winter... Winter heeft niemand. Niemand waaraan hij kan denken en vrolijk wordt, want als hij denkt aan Achilles ziet hij de jongen. Hij ziet hem huilen zoals hij gisteravond heeft gedaan. En als hij denkt aan Dua dan ziet hij haar met een teleurgestelde blik in haar ogen. De blik die hem vertelde dat ze écht van hem hield. De blik die zei dat ze de moeite had gedaan om af te wachten. Af te wachten totdat hij Achilles was vergeten. Die ene avond dacht ze dat ook, maar ze had het mis. Winter dacht al die tijd nog aan Achilles en blijkbaar was dat ook wederzijds. Blijkbaar keek Achilles hem ook iedere dag aan vanaf de Zwadderichtafel hoe Winter steeds dichter bij Dua groeide. Hij dacht waarschijnlijk precies dezelfde dingen die Winter toen dacht. Ze waren allebei even verward en dat zijn ze alle twee nu nog meer.

Winter weet het niet meer. Wat moet hij doen? Moet hij iemand... Kiezen? Hij kan moeilijk met alle twee een relatie beginnen. Achilles was er vanaf het begin erbij. Hij was de eerste waarvoor hij gevoelens had gekregen. Die gevoelens zijn nog niet verdwenen. Achilles heeft bij hem gehuild en toen heeft Winter hem opgevangen. Hij heeft hem gekust. Hij heeft hem het beste gevoel gegeven dat hij ooit heeft gehad. Daarna was het allemaal verkeerd gelopen. Winter zijn hand glijdt voorzichtig naar zijn broekzak. Hij haalt het briefje er uit en leest het nog eens.

Winter
Deze nacht vond ik heel leuk, maar het spijt me dat ik je bang heb gemaakt.
Ik hoorde je vrienden afkomen en heb me verstopt in de kast naast de deur waar ik dit briefje heb geschreven. Ik heb er een spreuk over gesproken zodat alleen jij dit kan lezen en heb gewacht tot je vrienden in slaap waren gevallen. Ik ga zeggen dat je je niet goed voelde van gisterennacht en je niet kan komen naar de klassen, dus maak je maar geen zorgen.
Nogmaals sorry
Achilles

Hij had Winter toen inderdaad bang gemaakt. De beschaamde, eenzame jongen die er zo onschuldig uitzag in de trein, was of is blijkbaar niet zo onschuldig. Winter voelt een stoot van woede door zijn lichaam stromen. Waarom had hij me nooit meer gesproken?! Waarom had hij me genegeerd?! Was hij bang om GAY TE ZIJN?! Winter zijn gevoelens werken niet meer goed. Er ontsnapt een traan uit zijn linkerooghoek. Hij grijpt zijn kussen en begint stil te huilen. Het kussen voelt warm tegen zijn koude wangen. Het kussen is de enige bescherming die hij nog heeft. Winter wil plotseling terug naar huis. Terug een dreuzel zijn. Terug een doodnormale jongen zijn. Hij wou dat hij nooit professor Scamander had ontmoet. Hij wou dat hij de brief gewoon had weggegooid, dat hij gewoon dacht dat het een grap was. Hij wil terug naar zijn normale vrienden. Hij wil terug zoals het vroeger was.... Maar dat kan nu niet. Hij is een tovenaar en dat zal hij nu altijd blijven, hoe hij het ook draait of keert.

Winter rolt terug op zijn rug en staart terug naar de klimopplanten tegen het plafond. Hij begint stil te praten. Hij weet niet tegen wie. Tegen zichzelf? Tegen een persoon die toch wakker is? Tegen de planten?
"Wat moet ik doen?"
"Kan jij me helpen?"
"Weet jij wat ik moet doen?" smeekt hij. Hij denkt terug aan Dua. Zij was er... Zij was er toen hij niet wist wat hij moest doen. Zij was er toen Achilles hem negeerde. Zij was diegene die afwachtte tot ze de kans had... De kans om haar liefde te tonen die ze zo lang heeft verborgen voor hem.

Winter staat op en besluit om naar de keukens te gaan voor een glas water. Hij slentert door de gangen op naar de keuken. Hij kruipt door de tonnen. Hij is bij het einde van de tunnel en glipt er uit. Zijn gedachten gaan maar niet van de twee personen. De twee keuzes. Hij weet het nog steeds niet. Hij wil ook niet kiezen. Moet hij kiezen? Winter staat nu voor de koelkast. Hij ziet de grote klok tikken. Het is precies twintig over drie snachts. Hij opent de koelkast en haalt er de fles water uit en schenkt een glas in. Hij neemt een slok van het water tot hij plots een gerommel hoor vanachter de keukentafel. "Wat is dat?" denkt hij.
"Wie is daar?"
Het gerommel wordt steeds luider. Winter draait zich om en ziet een schim van een klein figuur. Hij stapt traagjes naar achter zonder de vorm uit zicht te verliezen. Winter is zijn toverstok vergeten, dus kan hij geen licht maken. Hij grijpt daarom naar een doosje lucifers en steekt een laars aan. Hij schuifelt weer dichter bij de figuur en hij merkt dat het een huiself is.
"Godverdomme! Kon je niet gewoon zeggen dat jij het was!" roept hij geschokt.
"Sorry... Sorry" verontschuldigt de elf zich haastig "Kan Annie iets doen om het goed te maken, alstublieft?"
"Nee nee, het is al goed. Het... Het is mijn schuld. Ik weet niet meer wat er me bezielt."
"Zeg dat alstublieft niet, jongen. Annie is hier om tovenaar te helpen."
"K...Kan jij me helpen?" vraagt Winter weer half in tranen.
"Ja... Daar is Annie voor!"
Winter kijkt de huiself aan alsof ze niet doorheeft waarover het gaat, maar het schijnt dat huiselven veel slimmer zijn dan ze lijken. Hij besluit op het hele verhaal te vertelen. De kus met Achilles. De vier maanden van negeren. Het Kerstbal.... De keuze.
"Jongen moet geen keuze maken," antwoord Annie.
"Maar hoe moet ik het dan oplossen?"
"Tovenaars en heksen zijn geen keuze en jongen moet ze ook niet kiezen, maar je hebt een voorkeur voor mensen. De mensen die er voor jongen zijn door dik en dun. Mensen die voor hem zorgen als nodig is. Liefde komt niet en liefde gaat niet. Liefde is iets dat er altijd is."
Winter weet niet wat hij ervan moet denken, maar bedankt de huiself toch voor de raad en gaat terug naar zijn kamer.

De twee personen spoken door zijn hoofd. Achilles. Dua.

"Liefde komt niet en liefde gaat niet. Liefde is iets dat er altijd is."


"Liefde is er altijd..." fluistert hij stil.
Hij denk na. De woorden van de twee personen en de huiself echoën door zijn hoofd. Winter wordt er zot van. Tot plots... Zijn ogen schieten open en hij zit recht in zijn bet.

Hij heeft besloten...

De Huffelpuf JongenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu