9 De Huffelpuf Welkomsfuif

105 18 1
                                    

De twee Huffelpuffers en de twee Zwadderaars lopen opgewonden door de gangen. Winter weet eigenlijk niet waar de fuif zich bevind, maar wanneer hij Beau met Lena Galwijk, een Griffoendor meisje, door de gangen ziet wandelen richting de ingang van Zweinstein, besluiten ze om met hen mee te gaan.
"En... Is dat je date?" vraagt Winter met een glimlach van de ene oor tot de andere.
"Euhm..." Beau kijkt vlug eens naar Lena en dan terug naar Winter "Ja, Lena is mijn date. Wie heb jij mee?" vraagt hij kijkend naar Dua.
Dua bloost. Winter ziet dat Dua een rode kleur krijgt op haar gebruinde gezicht. Winter vindt het ongemakkelijk.
"Dua? Nee, die is gewoon een vriend," zegt Winter geruststelend. In de ogen van Dua is er een teleurstellende blik te vinden wanneer Winter dit zegt.
"Ja, inderdaad, een vriend" zegt het Huffelpuf meisje.
"En hoe zit het met jou?" vraagt Lena aan Olivia.
"Kennen jullie elkaar?" vraagt Beau nieuwsgierig.
"Ja, we gingen vroeger samen naar dezelfde dreuzelschool, aangezien ik ook dreuzeltelg ben."
Winter verwonderd zich. Hij wist niet dat er zoveel dreuzeltelgen hier op school waren.
"Ah, leuk," zegt Beau.
"Ga je me nu nog zeggen wie die knappe Zwadderaar is of niet?" zegt Lena knipogend naar Olivia.
Winter vindt dat Lena gelijk heeft. Hij vindt het jammer dat Achilles zelf dat niet vindt vanwege zijn littekens.
"Dit is Achilles, hij is inderdaad mijn date." zegt Olivia vastberaden en Achilles krijgt rode wangen.
Winter voelt een stoot van jaloezie door zijn bloed stromen en vooral wanneer Lena er dit nog aan toevoegt: "We zouden eens op een dubbeldate moeten gaan. Beau en ik samen met Achilles en jij."
Winter kan het niet aan en onderbreekt de conversatie tussen de twee vriendinnen.
"Zeg euh... Waar is de fuif eigenlijk?"
"Dit jaar is het op een speciale plaats, anders dan andere jaren en veel leuker. Of dat heb ik toch door mijn broer laten vertellen. Natuurlijk vindt jij het dit jaar speciaal aangezien hij de DJ is voor vanavond." vertelt Beau.
"Ja, maar we weten nog steeds niet waar het is." dringt Dua aan.
"Ow, ja ik was de vraag zelf al vergeten" zegt Beau wat dom "Het is op het meer."
"Op het meer?" echoot Achilles hem na.
"Jep inderdaad!"
"Wow dat lijkt me best leuk!" zegt Dua "Hopelijk wordt Winter niet zeeziek," zegt ze lachend terwijl ze hem in zijn zij port.
Winter forceert een fake lachje op zijn gezicht, want hij wordt inderdaad snel zeeziek. De tieners lachen een beetje.
"Dus..." onderbreekt Winter "Charles is vandaag DJ?"
"Nee nee, Charles weet niets van muziek. Het is mijn andere broer Thoma. Hij is zevende jaar en hij wou per se nog eens draaien voor hij Zweinstein moest verlaten"
"Je hebt nog een broer?" vraagt Lena verbaasd.
"Ja en ook nog eens twee zussen," lacht hij "het is een hele boel in de familie Dutour."
"Ow, Dutour," zegt Olivia "dan is je ene zus Christelle? Ze is mijn kamergenoot."
"Jep, inderdaad" stemt Beau in "En de ander, Anne-Marie, is Huffelpuf prefect."
"Waarom heb je mij dat nog niet vertelt?" vraagt Winter.
"Omdat ze eigenlijk vrij irritant is." zegt Beau.
"Je zou blij moeten zijn met een zus, de mijne is zes jaar geleden op mysterieuze manier verdwenen." vertelt Winter.
"Ow, sorry dat wist ik niet" zegt Beau.
De anderen tonen ook hun medelijden.
"Ja, maar daar ben ik ondertussen ook al overheen," zegt hij.
"Gaan we hier nog lang staan eigenlijk?" onderbreekt Olivia het zielige momentje "Er staat een fuif op ons te wachten."
Ze grijpt Achilles' hand en ze rennen samen naar de uitgang van de school op weg naar het meer.
"Wow, die zien het duidelijk zitten." merkt Lena op.
"Ja... Ze zien het heel goed zitten." zegt Winter wat jaloers.
"Wel, waar wachten we dan nog op. Laten we ze volgen." zegt Dua.
De rest van de groep wandelt ook door de gangen en Beau grijpt stiekem naar Lenas hand. Winter vindt het maar klef.

Eenmaal buiten merkt Winter een platform op paaltjes in het midden van het meer op. De enige weg er naartoe is door een dun houten paadje, ook op paaltjes, te volgen. Winter wilt het niet eens proberen, maar wordt door de groepsdruk toch op het paadje geduwd. Het door fakkels verlichte pad is best wel stabiel en Winter voelt zich wat veiliger. Het feest ziet er vanaf hier echt leuk uit. Flitsende lichten en boenkende muziek komen steeds dichter als de jongeren verder wandelen op het houten pad. Na een paar minuutjes wandelen staan ze uiteindelijk op het platform in het midden van het meer. Boven op een podium merkt Winter een blonde jongen op aan iets wat lijkt op een draaitafel. "Dat moet Thoma zijn!" denkt hij. In de linkerhoek van het platform bevindt zich een bar waar de tovenaars en heksen hun pompoensap en boterbier kunnen bestellen. In het midden is er een lichtgevende dansvloer voor de echte partyanimals en overal zweven er slingers en lampionnen door de lucht. De sfeer is fantastisch en de groep ziet Achilles en Olivia aan de bar staan bij een paar andere Zwadderaars. Ze besluiten er naartoe te wandelen.
"Hey, eindelijk zijn jullie er. Waar zaten jullie?" vraagt Olivia luid genoeg zodat ze boven de muziek komt.
"Wij, in tegenstelling tot jullie, hebben op ons gemak gewandeld naar het platform!" roept Beau.
"Ow ja, sorry voor daarnet. Ik was te opgewonden." antwoord Olivia.
Ze kijkt eens naar de twee Zwadderich meisjes.
"Trouwens dit zijn Marie en Axelle," zegt ze snel. "Ze zijn ook mijn kamergenoten."
"Hey!" zeggen de twee meisjes in koor.
"Hallo!" groet Winter.
"Aangenaam!" roept Dua.
Beau en Lena geven gewoon een vriendelijk knikje.
"Zo, hebben jullie zin in een drankje." stelt Olivia voor "Ik trakteer!"
"Hahaha, daarop kan ik geen nee zeggen!" stemt Lena in.
"8 boterbier, alstublieft." roept Olivia naar de barman.
Hij antwoord met een lach en een duim in de lucht.

Na een paar drankjes en veel gedans en galach, begint het donker te worden en Winter ziet dat er iets scheelt met Achilles.
"Ach, wat is er?" kort Winter zijn naam af.
"He... Het is vo... Volle maan vannacht." zegt Achilles zwakjes.
"Shit!" denkt Winter in zichzelf.
"Kom mee, we gaan naar mijn kamer" stelt Winter voor aan zijn zwakke vriend.
"Nee, het gaat niet meer lukken." jammert Achilles.
"Jawel! Ik laat mijn vriend niet in de steek!" roept Winter en hij trekt zijn vriend van de stoel waarop hij zit.
"Komaan, we moeten nu naar mijn kamer!" moedigt Winter hem aan.
De twee jongens spurten over het pad op weg naar Zweinstein. Winter voor en Achilles een vijftal meter achter. Het pad lijkt nu wel 500 kilometer lang wanneer ze gehaast zijn, maar komen na een lange inspanning aan bij de poort van de school.
"We hebben het gehaald!" roept Winter "Kom ik neem je mee naar de Huffelpuf leerlingenkamer."
De twee jongens wandelen door de gangen.

De Huffelpuf JongenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu