Hoofdstuk 10

7 0 0
                                        

Ik val op de grond. Even blijf ik liggen, verward, door wat er net is gebeurt. Duizelig, door al het draaien. Versuft, door de klap die ik voelde toe ik op de grond terecht was gekomen. Ik wil niet opstaan. Het doet pijn, mijn benen doen pijn. Ik kijk naar de grond: het voelt anders. Er liggen geen lentegroene bladeren, maar oranje, gele en rode. Ik hoor achter me Eriu kreunen; ook zij is hard op de grond neergekomen: "Kom we gaan". Eriu probeert op te staan, maar gilt dan van de pijn. Ik probeer ook op te staan en voel een schreeuwende pijn door mijn been. Maar het is niet ernstig. Niet zoals die van Eriu, die overal bloedvlekken heeft. Ze ziet er uit als iemand uit een horrorfilm, met al dat bloed. We hebben geluk dat Lír er niet is, want die zou bij het zien van dat bloed een hartverzakking hebben gekregen. Zeker omdat het Eriu is. Eriu probeert nog een keer op te staan. Er klinkt weer een harde gil, maar ze ze zich er doorheen. Met een grimas op haar gezicht probeert ze te lopen. Ik denk dat, als ze niet onder het bloed had gezeten, ik heel hard zou moeten hebben gelachen. Ze zakte bij elke stap door haar been, waardoor ze begon te wankelen. Ik kijk haar bezorgd aan: "Zal ik helpen?" vraag ik voorzichtig. Maar Eriu geeft geen antwoord. Dan zie ik Dag Dia staan en ik krijg een idee: Eriu kan vast wel op een paard zitten! 

sorry, sorry, sorry voor dit mini hoofdstuk, ik had gewoon geen inspiratie meer..... 

Albion: back in AlbionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu