deel 194

3.5K 203 45
                                    

Perspectief Soumaya: 

Een pijnlijke steek gaat er door mijn hart als ik zie hoe ze hem wegtrekken. Zijn ogen staan vol met tranen en kijken me hopeloos aan. Ik kijk naar het geweer in mijn handen. Ik laat de kogels eruit rollen en gooi de gun op bed.
Ik voel van achter de armen van Nasser om me heen.
'Het komt goed prinses.' Fluisterd hij in me oor.
Ik schud mijn hoofd.
'Iedereen moeten stoppen met dat zeggen want het komt niet goed!' Snik ik.

Ik trek me los uit zijn greep en loop naar mijn nachtkastje.
Ik pak een foto van ilias op en kijk er naar.
'Was je nu maar hier ilias. Ik heb je nodig.' Fluister ik en ik begin te huilen. Ik klem de foto tegen me aan en knijp mijn ogen dicht.

Ik voel weer 2 armen om me heen.
Ik mis de armen van ilias. Zijn grote armen waar ik in verdween waneer hij me knuffelde. Of dat hij me soms zo stevig knuffelde dat ik geen adem kreeg. Dat hij me altijd trooste waneer ik me slecht voelde. En me oprecht beloofde dat alles goed zou komen. En daar dan ook voor zorgde. En nu? Het moment dat ik hem het meest nodig heb is hij er niet. Ik mis hem zo erg.

En mijn baby adam. Mijn kleine knul. Zijn geschop die me wakker hield in de nacht. Dat getik tegen mijn ribben. Dat zijn de enige dingen die ik van hem heb gevoeld, en die dingen mis ik vreselijk.

En samir. De oude samir. Die me kalmeerde. Mij redde waneer ik in nood was. Me bombardeerde met kusjes waneer ik thuis kwam. Me na 5 minuten bellen om te zeggen dat hij me miste. Die thuis kwam met bloemen en zijn mooiste lach, ookal was hij dood moe van werk. Zijn vrolijkheid. Hij kon me altijd aan het lachen maken. En nu zie ik mijn samir niet meer. Ik mis hem met heel mijn hart.

Ik begin steeds harder te huilen.
'Ik wil samir. Ik wil samir.' Huil ik.
Ik heb hem nodig. Ookal weet ik dat dat niet gaat gebeuren. Hij heeft me lichamelijk pijn gedaan zonder reden. Terwijl hij me altijd heeft beloofd me nooit op een foute manier aan te raken.
Ik ben zo vreselijk bang voor hem. Bang dat hij me iets aan doet. Maar toch schreeuwt mijn hart om zijn aanwezigheid. Mijn lichaan schreeuwt om zijn kusjes. Maar het is mijn verstand die de touwtjes in handen heeft. Ik kan hem niet zien. Hoe graag ik het ook wil. Het kan niet.

Terug in de tijd

'Samir doe normaal!' Lach ik naar hem.
We wandelen samen in een parkje, en hij probeert de hele tijd een eend te raken met een steentje.
Hij loop lachend naar me toe en slaat zijn armen om me heen.
'We hebben al 2 weken een relatie. Hoe vind je het tot nu toe?' Vraagt hij.
Ik krijg een brede lach op mijn gezicht.
'Geweldig. Ik hou met heel mijn hart van je.' Zeg ik zacht.
Ik glimlacht en tilt me dan op.
'Ik ook van jou schatje.' Zegt hij blij.
Hij zet me weer neer en pakt mijn hand vast.
Waneer ik een stap zet struikel ik over een steen.
Ik val met een klap op de grond.
'Soum!' Roept Samir geschrokken.
Hij helpt me overeind en tilt me op naar een bankje.
Hij laat me zitten op zijn schoot.
'Waar heb je pijn?' Vraagt hij bezorgd.
'Mijn knie. Maar het gaat wel.' Zeg ik zacht.
Hij wrijft even met zijn grote hand over mijn knie heen en drukt er een kusje op.

'Zo beter?' Vraagt hij.
Mijn brede lach komt weer terug en ik knik.
'Veel beter.' Zeg ik.
Hij tilt me in een snelle beweging op.
Ik slaak een gilletje en lach luid waneer hij begint te rennen met mij in zijn armen.
'Weetje wat je nog beter zal laten voelen? Ijs! Een hamburger. En chocola!' Roept hij uit.
Hij zet me neer in zijn auto en rent naar zijn kant.
Mijn glimlach wordt steeds breder.

Hij kijkt me lief aan met zijn schattige keltjes in zijn wangen.
'Ga je met me mee?' Hij steekt zijn hand uit.
Ik leg mijn hand in die van hem.
'Zeker weten.'

Wat waren dat leuke tijden. Omdanks alle ellende waren we zo gelukkig met elkaar. Als we met elkaar waren konden we allen lachen en naar elkaar staren. En iedere keer waneer ik me niet goed voelde stond hij binnen 5 minuten op de stoep om me te kalmeren. Om me zoveel ijs en chocola te brengen als ik wilde. En natuurlijk is dat nu nog zo. Maar nu zijn we beide veranderd. Maar hij het meest. Nooit zou hij me pijn doen of tegen me schreeuwen. Maar dit is al de tweede keer. En dat terwijl ik zijn kind draag en zijn dochter verzorg elke dag. Ik maak eten voor hem, was zijn kleren, praat met hem als hij zich down voeld en dat terwijl ik ook mezelf en Ella moet verzorgen.
Ik vind dit niet niks, en dan verwacht ik wel een beetje respect terug van zijn kant. Want dat heb ik wel altijd.
Ik geef nooit grote bek aan hem of iets in die richting. Ik gehoorzaam hem, als hij me iets verbied maak ik geen probleem. Als ik ergens niet heen mag maak ik geen probleem. Saff mijn man wil niet dat ik ga, isgoed. Sorry maar dan vind ik mijzelf een goeie echtgenote. Ik hoop dat samir dit ook allemaal gaat inzien. En ik weet echt niet of ik wel bij hem wil blijven. Ja, ik ben zwanger van hem. Maar hij kan zijn kinderen gewoon zien als we scheiden. Maar ik wil geen overhaaste beslissing maken. Mischien als we allebei rust hebben gehad en we weer beide de oude zijn, wil ik het nog proberen. Maar dan wil ik hem echt zien vechten voor zijn gezin. Zoals hij deed voor we waren getrouwd. Hij wilde me, hij vocht voor me, hij had me, maar hij is me nu weer kwijt. En hij moet vechten om me terug te krijgen. Zo niet? Dan heb ik geen rede om terug te gaan.

Perspectief Samir:

Ik laat me op de bank neerzetten en staar dood voor me uit. Ze hebben me gewoon weggehaald van mijn gezin, van mijn hartje, soumaya.
Besseffen ze niet dat ik niet zonder haar kan leven? Ze heeft mijn fucking hart en ik krijg hem nooit meer terug!
Ik sta op maar meteen duwt mijn vader me terug.

'Laat me los! Ik moet naar soumaya! Ik kan niet leven zonder haar ze heeft mijn hart! Wesh ik ga dood zonder haar!' Roep ik terwijl ik me los trek.
Ik krijg een harde klap tegen mijn wang waardoor ik schrik.
Ik blijf even stil en haal diep adem.

'Samir rustig weldi. Als je echt van Soumaya houd geef je haar nu rust. Ze is nu doods bang voor je! Je hebt een vaas bijna op haar gegooid en haar 2 keer tegen de muur gegooid. Iedere keer als ze je ziet begint ze te trillen en het enige wat ze zegt is: doe me geen pijn. Schud dat je niet wakker? Je zwangere vrouw, de moeder van je kinderen, smeekt je op haar geen pijn te doen.
Zij wil je nu ook bij haar. Maar het gaat niet. Echt niet. Julie hebben beide rust nodig. Gewoon een weekje rust van elkaar en als het dan beter gaat dan kunnen julie het weer proberen. Het gaat niet goed met je nu samir, dat weten we allemaal.'
Ik kijk mijn vader aan met tranen in mijn ogen.

'Ik ga haar niet kwijt raken. Zoveel hebben we doorstaan om samen te zijn. Ik ga mezelf verbeteren. Ik ga voor haar vechten.' Fluister ik.
Hij slaat even op mijn schouder.
'Dat is samir.'

Liefde Maakt BlindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu