Hoofdstuk 6: Eens even zien

635 40 6
                                    

Ik heb geen idee waar de muren hier zijn en waar er deuren zijn, dus misschien is het wel zo veilig als ik iemand mij gewoon laat begeleiden.

Bella's POV

Als ik opsta pakt iemand mijn boven arm rustig vast en leid mij ergens heen. Hij – aan de handen te voelen – pakt mijn hand vast en legt hem dan op de muur naast ons neer. Ik zucht opgelucht dat ik eindelijk weer wat kan 'zien'. Het is niet fijn om de hele tijd niet te kunnen weten waar iedereen is en of je niet ieder moment tegen een tafel aan gaat lopen. Dat zou uitermate vervelend zijn, ook al ben ik niet meer zo 'breekbaar' als dat ik eerst was, helaas kan ik niet hetzelfde zeggen over alle meubels in het huis.

Ik loop met mijn hand op de muur richting de deur die naar buiten leidt. Tegelijkertijd blijft Edward mijn hand vasthouden, ook al weet ik niet waarom hij dat nog doet. Ik kan nu prima zien, maar ik ga ook niet klagen tegen hem, want heel eerlijk gezegd vind ik het helemaal niet zo erg dat hij mijn hand vast heeft. Het voelt vertrouwd en veilig. Ik hou van dit gevoel.

We komen bij de deur aan en ik strek de hand die ik op de muur heb naar de deur uit – want ik wil Edwards hand niet loslaten – maar ik kan hem niet vinden doordat ik nu dus geen zicht meer heb. Edward begint me rustig mee te trekken, dus ik vermoed dat hij de deur al voor mij heeft open gedaan.

“Dank je wel.” bedank ik hem en hij leidt me naar buiten. “Je weet dat ik het niet kan zien als je knikt, hè?” zeg ik als ik na een tijdje nog steeds geen antwoord heb gekregen.

“Oh, ja juist, sorry.” zegt Edward.

Ik lach hardop “Maakt niks uit.” zeg ik tegen hem en we blijven nog een tijd in stilte verder lopen.

“Oké, dit is wel ver genoeg het veld in.” zegt Carlisle achter ons. Ik en Edward blijven stil staan op de plek waar we waren gebleven. “Bella, kun je nu eens kijken hoe ver je gave reikt?” vraagt Carlisle.

“Tuurlijk.” zeg ik en ik buk naar beneden. Helaas moet ik Edwards hand nu loslaten. Ik leg allebei mijn handen op de grond en ik ga zitten in de kleermakerszit. Ik voel om me heen en wat mij als eerste opvalt is dat het een enorm veld is waar we in staan of ik in zit. De Cullens staan allemaal in een halve cirkel om mij heen en zo'n 400 meter verderop begint het bos weer. Het huis staat hier een paar kilometer vandaan. Hebben we echt zo ver gelopen?

“Dus?” vraagt Emmett nieuwsgierig. Oeps, ik was alweer vergeten dat ze zaten te wachten op een antwoord.

“Ik denk zo'n 5 kilometer in de rondte. Ik kan het huis voelen staan en de rand van het bos en nog heel diep daarin voel ik een hoop dieren lopen. Dit is zo cool!” zeg ik enthousiast.

Een paar lachen om mijn enthousiasme, maar ik negeer het gewoon en ga verder met het bewonderen van alles om mij heen. Ik wou dat ik het echt kon zien met mijn ogen, dat zou het nog zo veel... nee, stop Bella. Je zult nooit meer kunnen zien en dat moet je maar gaan accepteren. Je hebt er tenslotte ook een nieuwe gave voor in de plaats gekregen. Wees blij met wat je hebt. Altijd positief blijven.

“Oké dan.” zegt Carlisle met nog een onderdrukte lach erachter aan “Laten we eens kijken wat je verder nog allemaal kunt en niet kunt.” stelt hij voor. “Edward, breng haar eens naar de andere kant van het veld.” zegt Carlisle en ineens word ik opgetild in iemands armen – die van Edward waarschijnlijk. De wind waait om mijn hoofd heen en mijn haren slaan in mijn gezicht. Na een paar seconden wordt ik alweer op de grond gezet en ik voel even met mijn hand waar ik nu ben.

Zoals Carlisle al zei sta ik nu aan de noordelijke kant van het veld aan de rand van het bos. “En wat nu?” vraag ik hardop aan niemand in het bijzonder.

Verblind Hart (Twilight Fanfictie) | CompleetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu