• Hoofdstuk 14.

1.9K 152 28
                                    

{Dalila.

Ik zie mijn bed al glinsteren van geluk dat ik terug thuis ben.

Mijn koffers gooi ik aan de kant en plof gelijk neer op mijn bed.

Het was zeker een geslaagde vakantie, een hele leuke vakantie, jammer dat het zo kort duurde.

Ik stuur nog snel mijn moeder een berichtje dat wij zijn aangekomen, maar dat we heel erg moe zijn.

Hopelijk staan ze morgen dan niet om 7 uur 's ochtends al voor de deur, want eh, mij niet gezien.

Ik zet mijn telefoon op het nachtkastje met de oplader erin en haal de deken weg van mijn bed.

Ik probeer eronder te komen liggen met rare bewegingen, omdat ik geen zin heb om op te staan.

Na een halve minuut zit te deken om mij heen en mijn hoofd richt ik naar de muur.

Ik sluit mijn ogen en dan gaat de deur open, ik open weer mijn ogen en woel onder de dekens.

Het is Naoufel die in mijn deur staat, hij kijkt mij glimlachend aan en sluit de deur achter zich.

Ik sluit weer mijn ogen en dan voel ik ineens dat iemand het bed in komt, dat kan maar éen iemand zijn, Naoufel.

Ik heb geen zin om een preek te houden, want daar ben ik te moe voor.

•••

Ik maak een ontbijtje voor Naoufel en mij en net dat ik wil gaan schreeuwen hoor ik Naoufel de trap af komen.

'Ik wou je net gaan schreeuwen.' Zeg ik hem lachend.

Hij kijkt me met zijn gefronste wenkbrauwen aan en winkt naar het eten.

'Waar is mijn eten?'

Oogrollend leg ik het eten op de tafel en Naoufel schept het gelijk op zijn bord.

Ik daarin tegen moet nog rustig op de stoel gaan zitten. Zodra ik dat heb gedaan schep ik ook een beetje op.

'Volgende week hebben we een meeting en ik wil dat jij meegaat.'

Mijn hoofd blijft stilstaan en alleen mijn ogen gaan omhoog terwijl ik in mijn soep roer.

'Wat voor meeting?'

'Meeting met andere bedrijven, voor mijn bedrijf.'

Hij zucht en ik zie dat zijn ademhaling sneller gaat, dat betekent dat hij zenuwachtig is.

'Je vertelt me niet alles?'

Hij krabt op zijn achterhoofd en begint met een paar woorden waarin hij stotterd.

'Of je met mij mee wilt naar de meeting en gewoon echt als mijn getrouwde wilt gaan, zonder alsof doen.' Komt er snel en moeilijk uit zijn mond.

'Ja tuurlijk, geen probleem.'

Zijn ogen worden groot en hij neemt verder slokken van zijn soep.

Een hele opluchting gaat door hem heen, want hij is gelijk een stuk rustiger.

Eigenlijk vind ik het wel leuk, we zijn dan misschien wel getrouwd, maar het is nog niet dat we officieel van elkaar houden.

Het is meer, omdat het moet, dus ik ben wel benieuwd hoe hij doet.

Ik ruim de tafel af en zet alles in de vaatwasser die ik daarna dichtdoe en aanzet.

Met een doekje, maak ik de tafel nog schoon waar we hebben gezeten en dan gooi ik dat doekje terug in de wasbak.

Uitgehuwelijkt maar niet gelukkig.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu