2. My Name

32 7 0
                                    

Grote Beer wenkte naar mij dat ik naar hem toe moest lopen. De Genezer stond naast hem. Hij schonk mij een Kleine Glimlach.

Hij wist hoe Moeilijk ik het had, ook al was hij degene die aan Iedereen verteld had dat ik geen Kleur zie.
Daarvoor heb ik hem vergeven.
Nu helpt hij mij, hij wil mij genezen.

Dat is zijn Taak.
Anderen genezen.

"Als Eerste moeten we jou nog Iets geven dat aan jouw toebehoort." begon Grote Beer.

Ik keek Verbaasd naar hem op.
Ik was toch Niks kwijtgeraakt?

Grote Beer raapte een Voorwerp op dat voor zijn Voeten lag.

Hij gaf het aan mij.
Ik keek ernaar, en ik was Verbaasd.

Het was de Boog van Grote Havik.
De Boog van mijn Vader.

Ik glimlachte.
Dit was het Enige wat ik van hem had.

Maar ik snapte het niet.
Waarom zouden ze zijn Boog aan mij geven?

Ik keek naar hem op.

"Waarom?" vroeg ik.

Grote Beer keek mij aan.

"Waarom?!" zei hij.
"Het is nu van jou! Jij bent zijn Kind. En wees maar niet Bang, je Moeder wilde dat het van jou zou zijn."

Ik keek naar mijn Moeder.
Ze glimlachte even naar mij.

Maar ik snapte het niet.

Waarom was ze nu opeens zo Aardig?

Was ze over de Dood van Vader heen?

Hield ze weer van me, zoals ze Vroeger ook had gedaan?

Ik schrok op uit mijn Gedachten door de Stem van Grote Beer.

"En dan nu, je Naam." zei hij.
"Genezer?" zei hij en de Genezer liep naar mij toe. Hij pakte wat Rood Zand, dat voor mij Grijs was, uit de Kom en strooide het in een Cirkel om mij heen. Hij hief zijn Handen naar de Hemel en zei:

"Voorouders. Wij vragen jullie: Welke Naam moeten wij dit Kind geven?
Ze is haar Vader kwijt en ziet geen Kleur.
Vertel ons, hoe luidt haar Naam?"

Hij sloot zijn Ogen en keek Bedenkelijk.

Na een tijdje opende hij zijn Ogen en keek me aan.

"Jouw Naam, lief Kind, zal luiden:
Blinde Kleur."

De Indianen juichten mijn Naam toe, ook al was het meer uit Respect voor mijn Familie, dan voor mij.

Nu kijken ze niet meer naar mij om.

Kleine Beer, de Oudste Zoon van het Stamhoofd, plaagt mij, omdat ik geen Kleur zie. Zijn Vrienden doen mee.

Gelukkig is Kleine Buffel er om mij tegen hen te beschermen.

"Is het een Rode Steen?" vraag ik aan hem.

"Ja." zegt hij. "Er liggen er nog meer bij de Rivier, kom je mee?" zei hij en hij trok me mee naar de Rivier, om Stenen te zoeken.

Tja, je moet Iets te doen hebben als Zestienzomerige, in een Indianenkamp, terwijl je geen Kleur ziet.

Zwart, Grijs, Wit //On Hold//Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu