5. Palefaces

29 8 2
                                    

Ik slaak een Zacht Kreetje als ik een Bleekgezicht uit een Huis zie komen. Snel sla ik een Hand voor mijn Mond.

Het Bleekgezicht kijkt niet op of om en loopt Rustig verder.

Ik kijk hem na, totdat hij uit het Zicht Verdwenen is.

Dan sta ik op, en sluip ik, zo Zacht als ik kan, achter hem aan.

~{•}~

We lopen richting een Groot Huis, Groter dan de Andere Huizen.

Het Bleekgezicht loopt het Grote Huis binnen.

Ik kijk of er een Bleekgezicht aankomt, en loop, als ik geen Bleekgezicht zie, ook het Huis in.

Ik kom terecht in een Grote Ruimte.
Nah ja, Groot?
Eerder Reusachtig!

In de Ruimte staan geen Voorwerpen, op een Hoekig, Raar Voorwerp na, dat Omhoog leidt naar een Andere Ruimte.

Ik zie het Bleekgezicht nergens, dus ik vermoed dat hij naar de Andere Ruimte Boven mij is gegaan.

Ik loop het Ding op en zie het Bleekgezicht op een Voorwerp zitten, aan een hele Grote Tafel, met nog meer Bleekgezichten.

Ik verstop me snel achter een Groot Voorwerp.

Ik hoor een paar Woorden die een van de Bleekgezichten uitspreekt:

"... indianen... dood... gevaar voor de wereld... uitroeien."

"Geen enkele mag in leven blijven." hoor ik een Ander Bleekgezicht zeggen, die iets dichter bij zit.

Ik schrik.

Ze willen toch niet mijn Stam uitroeien?
Met hun Geweren?

Ik luister verder.

"Ik weet waar een van hun kampen staat." zegt een Bleekgezicht met een Hoed op.

Een Cowboy.

Mijn vader vertelde mij altijd dat ik Goed moest oppassen voor Cowboys.

Ze zijn Gemeen en Sluw, en ze vallen bijna niet op, zei hij altijd.

Je merkt het pas dat ze er zijn, als ze op het Punt staan je te vermoorden.

"Voorbij de Grote Vlakte, staat het kamp van de Kleurenstam. We kunnen het morgen nog aanvallen."

"Nee, morgen zijn de manschappen nooit op tijd klaar. We doen het volgende maand." brengt een Ander er tegen in.

"Dat is dan afgesproken." zegt het Bleekgezicht die er het Belangrijkst uitziet.

"Volgende maand vallen we de Kleurenstam aan. Dat zal dat stelletje ongeregeld leren."

De Bleekgezichten staan op en lopen de Ruimte uit.

Ik blijf nog even zitten, totdat ik me er van Verzekerd heb dat er geen Bleekgezichten meer zijn.

Ik kom achter het Ding vandaan en loop naar de Grote Tafel. Ik zie Papier op de Tafel liggen.

Papier hadden we bijna niet, want Papier was heel Duur, en we hadden niet Veel Geld.

Ik kan niet lezen, alleen de Hoogste Indianen kunnen lezen.

Ik probeer iets uit de Rare Kronkeltjes te halen, maar ik krijg er bijna Hoofdpijn af.

Ik zucht geërgerd en ik schuif het Papier opzij.

Ik verstijf als ik een Stem hoor.

"Zo, zo. Wat hebben we hier?"

Zwart, Grijs, Wit //On Hold//Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu