~{•Dertien Zomers later•}~
"Kleur!" hoor ik Iemand roepen.
"Kleur! Kijk wat ik heb gevonden!" roept hij nogmaals.
Het was Kleine Buffel, mijn Beste Vriend.
Mijn Enige Vriend.
"Wat heb je gevonden, Buffel?" vraag ik aan hem. Vol Trots toont hij mij... een Steen.
Kleine Buffel is een Verwoede Verzamelaar van Stenen. Grote Stenen, Kleine Stenen, Vierkante Stenen, Ronde Stenen, Rechthoekige Stenen, Rode Stenen, Grijze Stenen, Witte Stenen en noem zo maar op.
Hij vindt ze prachtig, vooral de Rode Stenen.Waarschijnlijk heeft hij nu weer een Rode Steen gevonden, maar hoe kan ik dat weten?
Ik zie alleen Zwart, Grijs en Wit.
Geen Rood, geen Geel, geen Groen, geen Paars, geen Oranje, geen Bruin, geen Blauw, geen Roze.
Nee, enkel en alleen maar Zwart, Grijs en Wit.
Zwart, Grijs en Wit, dat zijn geen Kleuren.
Mijn Stam hecht veel waarde aan Kleuren.
Daarom ben ik Vervloekt, een Mislukking, een Misverstand.
Ik ben Kleurloos.
Vandaar mijn Naam: Blinde Kleur.
Ik herinner me de Dag dat ik mijn Naam kreeg, nog maar al te goed.
Ik was Zes Zomers Oud, zoals Iedereen. Elk Kind van Zes Zomers Oud, kreeg een Naam. Eerst was er een Ceremonie, om te kijken welke Naam het Beste bij jou paste.
Had je een Goed Zicht, kreeg je de Naam Kleine Havik, Kleine Valk of Kleine Arend.
Was je Sterk, dan kreeg je een Naam als Kleine Beer of Kleine Buffel, zoals mijn Beste Vriend.
En als je Kleurenblind was, dan kreeg je de Naam Blinde Kleur, zoals mij.
De Ceremonie was zoals elke Ceremonie.
Het begon met het Ceremonielied. Er werd een Vuur gemaakt, waar wij, de Ceremoniekinderen, omheen moesten dansen.Het was niet zomaar een Dans hoor, het was de Ceremoniedans. Een Speciale Dans voor de Ceremonies.
Daarna moesten we in een Rij gaan staan en we werden we een voor een aangewezen om naar voren te komen.
Toen ik naar voren moest komen, hoorde ik het Gefluister al.
"Is dat niet het Meisje Zonder Kleur?"
"Volgens mij wel. Wat doet zij hier nog?"
"Grote Beer vond dat ze een Kans verdiende."
"Nou, dan is Grote Beer ook niet helemaal Goed bij zijn Hoofd."
"Sst, dat zeg je niet over je Stamhoofd!"Aarzelend liep ik naar voren. Ik voelde Alle Blikken op me branden, net zoals de Zon.
Ik was Twee Zomers in mijn Tipi gebleven. Alleen Overdag.
's Nachts kwam ik naar Buiten.
Dan jaagde ik, at ik.
Ik was niet gewend aan Zonlicht.'s Nachts zie ik alles ook veel beter, dan is het niet zo Zwart, Grijs, Wit.
Dan voelt het niet alsof ik Anders ben, de Anderen zien ook geen Kleur in het Donker.
Maar in het Donker zie ik Alles.
Dan lijkt het alsof ik Kleur zie.
Ik zie 's Nachts zoals Anderen Overdag.
Ik voelde me Eenzaam zonder de Maan die 's Nachts altijd scheen.
De Maan was altijd Wit, voor Iedereen.Nu was de Zon er.
Die is Geel volgens de Anderen.
Ik zie geen Geel.
Ik zie de Zon als een Groot, Verblindend Wit Licht.
Het brandt op mijn Lichaam en het schijnt in mijn Ogen.Ik snap niet wat de Anderen zo Leuk aan de Zon vinden.
JE LEEST
Zwart, Grijs, Wit //On Hold//
AdventureZe ziet Zwart Ze ziet Grijs Ze ziet Wit Ze is Vervloekt Ze ziet enkel Zwart, Grijs en Wit Haar Naam is Blinde Kleur Geen normale Naam voor een Indiaan Maar zij is anders Zij is Vervloekt Want zij ziet enkel Zwart, Grijs en Wit.