Zwart, Grijs, Wit //On Hold//

11. Trust

"En toen ben ik weg gegaloppeerd op Daltónicos, terwijl ze op me schoten met Geweren." beëindig ik mijn Verhaal.

Een Kring van Indianen, Mannen en Vrouwen, Jongens en Meisjes, kijkt me Geschokt aan.

Een Moment is het Stil.

Dan begint het Gefluister.

"Zijn de Bleekgezichten terug?"
"Als je haar moest geloven, wel."
"Wie zegt dat ze niet aan het liegen is?"
"Waarom vertrouwen we haar eigenlijk?"
"Vallen ze ons echt over een Maand aan?"

"Stilte!" roept een Stem boven iedereen uit.

Iedereen is meteen Stil en kijkt naar de Spreker.

Het is Grote Beer.

Hij loopt naar ons toe en gaat in het Midden staan, een paar Passen van mij vandaan.

Zijn Ogen zijn nog steeds Rood van het huilen en zijn Stem trilt als hij zegt:

"Zoals Blinde Kleur zegt, zijn de Bleekgezichten teruggekeerd.
Ik geloof haar op haar Woord.
Wie dat niet doet, mag nu vertrekken."

Grote Beer kijkt de Kring rond.

Iedereen blijft zitten.

"Ik begrijp dat jullie Bang zijn en daarom neem ik extra Maatregelen.
Er zullen meer Wachters lopen en niemand mag meer uit het Kamp komen zonder mijn Toestemming. De Naamceremonie zal morgen wel door gaan. Ga nu terug naar je Tipi. Blinde Kleur, kom met mij mee." zegt Grote Beer.

Iedereen staat op en loopt naar zijn Tipi.
Ik loop achter Grote Beer aan.

Bij het Hek van de Wei blijft hij staan.
Hij is Stil en kijkt naar de Paarden.

Opeens begint hij te praten.

"Het zijn zo'n Mooie Beesten." zegt hij.
Ik kijk naar hem en zie een Traan in zijn Ooghoek. Hij veegt het Snel weg.

Weer is het Stil.

"Ik wil dat jij samen met nog Twee Andere Indianen Granoso gaat zoeken." zegt hij en hij kijkt mij aan.

In zijn Ogen zie ik Verdriet, maar ook Vertrouwen.

Vertrouwen in mij.

Ik stem in en na mij een Goede Slaap te hebben toegewenst, loopt hij weg.

Ik blijf nog even staan en kijk naar de Grazende Paarden.

Als ik naar mijn Tipi loop, denk ik aan wat Grote Beer heeft gezegd.

Ik mocht Twee Andere Indianen meenemen.

Ik heb al een Idee wie dat gaan worden.