Hoofdstuk 7.

36 2 2
                                    


Hoofdstuk 7

Het beschaamde gevoel van daarnet, was grootendeels weg. Samen liepen we terug naar Foterios. Ik begon gewend te raken aan de krukken en het lopen ging steeds soepeler. Mijn enkel deed minder zeer en ik de stekende pijn in de hechtingen was weg. 'We hebben nog geen kleren gekocht.' Zei ik in het algemeen om de stilte te doorbreken. 'Oh ja!' Howard stond abrupt stil. Links van ons was een gote markt waar mensen hun producten voor de beste prijs verkochten. 'Zullen we hier iets voor je halen?' Vroeg hij, nadat hij de markt inzicht had gekregen. Ik schudde mijn hoofd. 'Ik ben te moe, ga jij maar. Ik wacht wel hier.' Howard glimlachte naar me en draaide zich om. Vervolgens verdween hij tussen de mensen. Ik keek om me heen en op een paar meter afstand zag ik een houten bankje staan. Ik liep er heen en liet mezelf onhandig neer ploffen. Ik was verbaasd over het feit dat Howard me zo snel had vergeven. Het voelde goed dat eindelijk iemand, naast Camille, wist van mijn geheim. Al zou hij nooit te horen krijgen dat ik half zeemeermin ben. Misschien later, maar nu nog niet. Ook was het net bij me opgekomen dat we niet naar de haven zijn gegeaan. Een kans om achter Whitewall aan te gaan was er dus niet meer. Misschien was dat ook wel het beste. Ik had Howard nu en Camille en Abigail zijn nu waarschijnlijk al... Ik slikt het laatste woord weg. Zo mag ik niet denken. Mijn hart deed pijn van het gemis. Er brande nog steeds een vuur die wrok koesterde op de Kapitein. Wetend dat ik nooit wraak zou krijgen brandde dat vuur nog steeds. Ik kon niet zomaar opgeven! Ik moest blijven hopen en dromen. Hopen en dromen van een goed einde...

Verveeld keek ik om me heen. Naast het bankje, waar ik op zat, stond een prikbord. Er hingen een paar lijstjes op die zachtjes wapperde door de wind. Mijn ogen scande de papieren. Leerling schoenmaker gezocht, openingstijden voor de markt, de verschillende soorten broodjes die de bakker elke dag vers maakte enzovoort. Ongeïnteresseerd keek ik verder, totdat iets mijn volle aandacht trok. Op een van de papieren stond een maar al te bekend woord: 'Piraten.' Het woord was er zo maar uitgekomen. Waarom ik het hardop moest zeggen, wist ik ook niet. Het gebeurde zomaar. Snel stond ik op. Per ongeluk, was ik op mijn verkeerde been gaan staan en had ik een kloppende pijn in mijn enkel. Ik negeerde die pijn echter en ging recht voor het bord staan. De lijst had nummers van één tot twintig met achter sommige nummers, namen. Ik opende mijn mond en sloot hem weer. Er was iets boven geschreven: '' Ons stadje wordt geterroriseerd door Kapitein Whitewall. Laatst heeft hij mannen en vrouwen, onze vrienden en familie, meegenomen! Hij moet worden afgestraft! Meld je aan bij mijn bemanning zodat we samen een eind kunnen maken aan Kapitein Whitewall. Ondertekend door Mason Jaxs en Liam Harpers.''

Snel keek ik om me heen of Howard al terug was of niet. Ik pakte de veer uit het inktpotje die op de plank bij het prikbord was neergezet. Ik bracht de veer dichter naar het papier toe, maar stopte een centimeter ervoor. Ik had eindelijk vrede met Howard. Moet ik dit wel doen? Moet ik mijn relatie met Howard op het spel zetten voor valse hoop? Ik beet op mijn lip. Ik weet het gewoon niet. Nog een keer keek ik om me heen. Niks anders dan luide stemmen afkomstig van de markt en de dieren geluiden van de dieren die er verkocht werden. 'Het spijt me Howard.' Mijn stem klonk schor, omdat ik vol zat met emoties die er niet uit konden. Hierna, zou ik het nooit meer goed kunnen maken met Howard, maar ik kan niet verder leven zonder ook maar geprobeerd te hebben mijn vriendinnen te redden. Ik probeerde mijn trillende hand onder controle te houden terwijl ik bij nummertje zeventien, mijn volledige naam opschreef. 'Maria May Avril.' Onder aan de lijst stond dat ik over drie dagen op het plein bij de haven moest zijn, met al mijn dierbare spulletjes is een krat of kist. Adrenaline stroomde door mijn aderen en voor het eerst voelde het alsof ik de macht weer in handen had. En het voelde goed.

Zo snel als ik kon ging ik weer op het bankje zitten. Ik was bang dat, als Howard terug zou komen, hij mijn naam op de lijst zou zien staan en me zou opsluiten totdat het schip vertrokken was.

Child of the sea... -Dutch-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu