Hoofdstuk 5.

53 3 0
                                    


Hoofdstuk 5
Ik schrok wakker uit dezelfde droom van een paar dagen gelden. Mijn ademhaling versnelde en ik zat in een flits overeind. Wat was er in hemelsnaam gebeurd? Ik kijk om me heen en zie dat ik op een bed lig. Dan komen de herinneringen terug. Howard komt naar me toe gerend. 'Hé je bent wakker! Hoe voel je je?' Hij legde een hand op mijn schouder. Bijna durf ik het niet, maar dan kijk ik toch naar mijn been. Een groot litteken die over mijn bovenbeen loopt. De hechtingen zijn nog vers. Ik strijk er zacht met mijn vingers langs. De stekende pijn van daarnet is bijna helemaal weg. Met grote ogen kijk ik van mijn been naar Howard en weer terug. Howard begint te grinniken om mijn verwondering. Ik lach mee. Eventjes zijn mijn zorgen weg, maar ze komen snel terug en mijn lach verdwijnt. 'Wat is er?' Ik vocht tegen de tranen. 'Camille en Abigail...' Fluisterde ik bijna onhoorbaar, maar Howard hoorde het toch. 'Je vriendinnen bedoel je?' Ook hij begin te fluisteren. Ik knikte. Nadat ik hem het hele verhaal had uitgelegd over dat Camille en ik samen zijn opgegroeid en dat we Abigail onderdak gaven voor de nacht, begreep hij waarom ik zo van streek was. Het gedeelte dat onze moeders zeemeerminnen waren en mijn vader een piraat liet ik achterwegen. Dat hoefde hij niet te weten. Ook het feit dat mijn echte naam Maria was, kwam niet ter sprake. De mensen van deze organisatie werken hier immers omdat ze een hekel aan piraten hebben en om de een of andere reden wilde ik niet dat Howard me anders zou gaan zien omdat ik een piraten dochter was. Ook al kende we elkaar net, het voelde alsof we een connectie hadden. Die connectie voelde ik toen hij me omhelsde. Ik was begonnen met huilen en hij troostte me. Dankbaar sloeg ik mijn armen om hem heen.

Een heerlijke geur drong mijn neus binnen. Ik keek om me heen om te zien waar het vandaan kwam. Toen vielen mijn ogen op mijn nieuwe bruin harige vriend. Howard kwam met een dampend bord eten op me aflopen. 'Je zult wel honger hebben.' Hij grijnsde breed. Ik glimlachte zwakjes en nam het bord aan. Howard pakte een stoel en zette die naast m'n bed, hij liep weer weg en kwam terug met nog een bord. Hij plofte neer in de stoel naast mij en begon te eten. Met een simpele ''eet smakelijk'' begon ik ook. Op mijn bord lagen twee gekookte aardappelen en een groot stuk vlees. Naast het vlees lag nog wat groente. Er zat overal een dikke laag jus op. Het eten smaakt heerlijk. Ik had zo'n honger gehad dat ik schrokkend de groente en aardappelen had opgegeten. Ik hikte en verontschuldigde me. Howard lachte enkel. Ik voelde me niet helemaal op m'n gemak. Ik zat hier een feestmaal tenten terwijl ik geen idee had hoe zwaar Camille het moet hebben. Voor Abigail geld hetzelfde. Howard, die mijn bezorgde blik had opgemerkt, vroeg me wat er was. Ik had geantwoord dat ik moe was en dat ik na de maaltijd zou gaan slapen. Howard had daarna niks meer gezegd en ik ook niet. Snel al ik door en toen ik klaar was nam Howard de borden mee. 'Slaap zacht, May.' Nadat gezegd te hebben liep hij weg. Ik keek om me heen en zag dat ik helemaal alleen was. De rest van de vrijwilligers waren met elkaar aan het eten. Dat wekte een vraag bij me op. Waarom zou Howard er voor kiezen om bij mij te eten in plaats van met zijn collega's? Een antwoord kon ik niet zo snel bedenken. Toen kreeg ik een idee. Ik ging proberen te lopen. Als ik kon lopen zou ik hier zo snel mogelijk weg gaan. Het maakte me niet uit dat Howard dat niet goed zou vinden. Ik sloeg mijn benen over de rand van mijn bed. Ik zuchtte een paar keer diep voordat ik me van het ijzeren bed liet glijden. Mijn linker, gewonde, been hield ik nog van de grond. Ik was bang dat ik nog niet zou kunnen lopen. Dat zou een enorme teleurstelling zijn. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en zette mijn linkerbeen ook op de grond. Ik hield me nog steeds vast aan het bed. Toen mijn voet neerkwam deed het geen pijn. Pas toen ik probeerde te lopen, en er dus gewicht op zette, trok er een helse pijn door mijn been en enkel, die dus duidelijk nog gekneusd was. Ik zakte door m'n knie en lag half op de grond. Ik beet hard op mijn wang en probeerde geen geluid te maken. Ik trok mezelf overeind aan het tafeltje en het bed. Met veel moeite zat ik weer op de rand van mijn bed. Ik vocht tegen de tranen. Hoe kwam ik hier weg als ik niet eens een paar stappen kan zetten? Peinzend keek ik voor me uit. Toen ik het geluid van een krakende deur die werd open geduwd hoorde, ging ik zo snel mogelijk liggen. Ik sloot mijn ogen en keek door mijn wimpers naar de persoon die binnen was gekomen. Hij had een lange donkergroene jas aan en een bijpassende hoed. Toen hij zich omdraaide zag ik zijn gezicht. Een schok ging door me heen toen ik mijn vader zag staan. Zijn lange bruine haar was bij elkaar gebonden. De donkergroene jas kwam bijna tot de grond. Daar onder een zwarte broek, en een bruin overhemd. Hij had zwarte laarzen aan waar allerlei munten aan hingen. Op zijn hoofd een even zwarte hoed met een donkergroene rand. Hij keek naar me met zijn grijze ogen. Hij lachte en zijn gouden tand, die ik altijd zo bijzonder had gevonden, kwam in zicht. Hij was nog even jong als ik me herinnerde. Door de schok was ik overeind gaan zitten. 'May? Wat is er?' Ik knipperde een paar keer en zag in plaats van mijn vader, Howard staan. Zijn bruine ogen kijken me doordringend aan. 'I-ik dacht... Jij...' Ik kwam niet uit mijn woorden. 'Wat is er met mij? May zeg wat!' Hij schudde me door elkaar wat pijn deed aan mijn linker been. 'Au! Howard laat me los! Je doet me pijn!' Riep ik. Hij kwam weer tot zinnen en liet me snel los. 'Het spijt me.' Hij plofte in de, eerder door hem neergezette, stoel. Ik wreef met mijn hand over mijn schouder. Daarna keek ik naar mijn been. Er was een hechting los gesprongen. Ondanks dat het pijn deed, melde ik het pas toen ik het niet meer hield van de pijn. Ik was boos op Howard. Met een rood hoofd van schaamte liep hij weg. Even later kwam hij terug met een grote witte doos. Het woord "Foterios" stond met grote rode letters afgebeeld. Hij liep met grote passen naar me toe, ging zitten en haalde er naald en draad uit. 'Ik ga er een paar hechtingen uithalen en daarna allemaal weer erin doen oké? Dit kan even pijn doen.' Toen hij de eerste hechting weg haalde, greep ik met beide handen naar zijn arm. Ik zei niets, maar hij wist hoeveel pijn het deed. 'Het spijt me, May maar dit moet even.' Hij legde mijn handen in m'n schoot. Voordat hij losliet kneep hij zacht in m'n hand.

Hij was eindelijk klaar met hechten. Ik lag nu weer in bed. Howard had gezegd dat hij naast me bleef zitten totdat ik in slaap zou vallen. Waarom weet ik niet. Met tegenzin sloot ik toch maar mijn ogen. Slapen lukte niet zo snel. Ik voelde me ongemakkelijk met Howard naast me. Ook moest ik telkens aan mijn vader denken. Ik begon te rekenen. Hoe oud was hij nu? Ongeveer vijfendertig. Waar is hij nu? Dat was me een raadsel. Zou hij überhaupt nog leven? Geen idee. Door al het gepieker opende ik vlug mijn ogen. Ik zag dat het al helemaal donker was buiten. Howard zat onderuit gezakt in de stoel. Ik wist meteen dat hij sliep. Hij had z'n ogen dicht en snurkte zacht. Er verscheen een glimlach om m'n gezicht. Hij zag er nu zo aandoenlijk uit. Ineens vroeg ik me af, hoe oud hij eigenlijk was. Mijn ogen rustte nog een hele tijd op zijn gezicht voordat ik me omdraaide om weer verder te slapen.

--------------------------------------------

Heeii! I'm back! Er zullen snel nieuwe delen volgen! Vote, comment and enjoyy<3

X E

Child of the sea... -Dutch-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu