Hoofdstuk 3.

64 6 2
                                    

Hoofdstuk 3

Mijn handen maakte allerlei gebaren. 'Naar achter!' Fluisterde ik paniekerig. Abigail en Camille knikte en deden wat ik zei. We verschoven onze ''verdedigingslinie'' naar de zijkant van de bank die naar de muur was gericht. Ik ademde een paar keer diep in en uit. 'Wakker worden!' Schreeuwde een schorre stem. Een piraat had ons huis binnengetreden. Meerdere volgend. Ik had inderdaad gelijk. Het waren er vijf. Iedereen was binnen en ik hoorde al gerinkel van sieraden en glas. Ik knarste met mijn tanden toen ik zag dat ze een foto van mijn moeder achteloos op de grond gooide. Alsof het geen waarde had. Een van de piraten kwam de woonkamer in. 'Ik kan jullie angstzweet ruiken dus kom maar te voorschijn!' Lachte hij gemeen. Ik meende de piraat te herkennen. Hij was de gene die door het raam naar binnen had gekeken. Hij kwam steeds dichterbij en ik hield het niet meer. Ik voelde mijn vaders gouden munt in mijn broekzak branden. Het was nu of nooit. Ik schreeuwde en stormde naar voren. Ik stak één van de scherpe mesjes in de rug van de piraat. Hij gilde het uit van de pijn en greep naar het mes. Ik kon niet geloven dat ik dat zojuist had gedaan. Het leek wel alsof de gouden munt me sterker maakte. Minder bang. Toch keerde de angst terug omdat nu alle piraten, die ons geschreeuw zeker gehoord hadden, nu in de woonkamer stonden. Ik had nog maar één mes over en Abigail en Camille leken niet in staat om iets met hun wapens te doen. Ze zaten daar maar. Bang keken ze van mij naar de piraten. 'Wat denken jullie tegen ons te beginnen?' Een onbekende piraat stapte naar voren. Zijn hoofd was kaal geschoren en hij had een lapje voor zijn oog. Hij lachte naar ons en zijn gouden tanden kwamen in beeld. Er liep een litteken over zijn kin naar zijn keel. Voor de rest had hij ''alledaagse'' piraten kleding aan. In zijn riem zaten verschillende wapens. Mijn mesje viel in het niet bij zijn lange scherpe zwaard en zijn geladen revolver. Ik slikte hoorbaar. Achter me hoorde ik dat Abigail was begonnen met huilen. De piraat die net naar voren was gestapt zette nog een stap naar voren. Zijn blik bleef op Abigail gericht. 'Hé ik ken jouw.' Hij lachte weer. 'Ik heb die oude man die bij haar was gisteren nog vermoord! Hij offerde zich op, voor niets.' Abigail begon nog harder te huilen en hartverscheurend te schreeuwen. Kwaad keek ik de man aan. Hij lachte echter weer. Ik had heel erg veel zin om die glimlach van zijn gezicht te slaan. Maar ik was machteloos. Vijf zwaar bewapende mannen tegen drie meisjes met wat keukengerei. 'Laad ze in. Ze zouden nog wel wat geld kunnen opleveren.' Mompelde de piraat met het ooglapje tegen de anderen. De, dankzij mij, gewonde piraat liep met ''ooglapje'' weg. De andere drie lachte gemeen. Ze hadden touwen en zakken om onze hoofden te bedekken. Maar ik was niet van plan mee te gaan. Eén van hen kwam mijn kant uit. Ik hield het mesje voor me. Klaar om mezelf te verdedigen. De piraat lachte schamper. Hij duwde me plots tegen de muur aan. Voordat ik mezelf had herpakt, kwam hij al met de touwen aanzetten. Ik had mijn wapen laten vallen en probeerde hem te vinden. Mijn handen werden voor me vastgebonden. Daarna kreeg ik een stomp in mijn maag. Ik zakte door mijn benen op de grond. Toen zag ik het mesje. Ik pakte het en toen de piraat me probeerde op te pakken stak ik het naar voren. Ik had geen idee waar ik hem had geraakt, maar ik wist zeker dat het pijnlijk was. Hij deinsde achteruit en begon te grommen om een schreeuw te onderdrukken. Toen pas zag ik dat het mesje in zijn schouder zat. Net boven zijn borst. Hij trok met een pijnlijk gezicht het mesje eruit. Hij liet het op de grond vallen en pakte iets van zijn riem. Een dolk. Het glinsterde gevaarlijk in het kleine beetje licht dat er was. Hij kwam dichterbij en stak het in mijn boven been. Nog nooit had ik zoveel pijn gehad. Ik schreeuwde en schreeuwde, maar de pijn stopte niet. Ik keek naar mijn been en begon te kokhalzen. Ik hoorde niks meer behalve te hulpkreten van mijn vriendinnen. Ik hoorde een piraat vaag zeggen: 'Laat haar maar.' Daarna zag ik dat ze Camille en Abigail meenamen. Ze gilde terwijl de zakken over hun hoofden werden gedaan. Toen verschenen er allerlei zwarte vlekjes voor mijn ogen. Toen was ik weg.

Ik was onderwater. Mijn benen waren ingeruild voor een bronzige staart. Mijn borst was bedekt met meer schubben en mijn buik en rug waren helemaal bloot. Ik voelde mijn haren langs m'n lichaam golven. Mijn schubben glinsterde in de zon die door het water scheen. Mijn ogen zochten naar iemand. Naar wie weet ik niet. Misschien naar mijn moeder, of Camille. Een paar meter verderop zag ik iets glinsteren. Het glinsterende voorwerp zonk langzaam naar beneden. Ik zwom erheen en pakte het. Het was een gouden munt. Toen ik goed keek zag ik mijn vaders naam staan. Ik draaide de munt om en op die kant stond een andere naam. 'Maria May Avril.' Mijn volledige naam. Ik had de staart van mijn moeder en de piraten munt van mijn vader. Wat betekende dit? Wat was er aan de hand? Ik kreeg het ineens heel erg warm. Ik keek boven me naar de zon en het leek alsof hij steeds dichterbij kwam. Ik probeerde weg te zwemmen, maar kon niks anders dan hulpeloos blijven zweven in het water. Ik voelde mijn huid branden. Ik gilde.

Ik opende mijn ogen en was meteen klaarwakker. De zon scheen door de opening van de ''gordijnen'' naar binnen. Normaal had ik het een prachtige dag gevonden, maar nu voelde ik niks anders dan een gebroken hart. Ik probeerde me te bewegen, maar een pijnlijke steek trok door mijn been. Zo pijnlijk dat ik, om een gil te voorkomen, op mijn wang beet. Zo hard dat hij begon te bloeden. De ijzerachtige smaak, proefde vies. Ik keek naar mijn been. De dolk die er gisteravond in is gestoken zit er nog steeds. Ik voelde alle moed wegzakken. Hoe moest ik Abigail en Camille ooit gaan redden? Tranen stroomde over mijn wangen. Ik was zo bang. Bang dat ik dood ging. Bang dat zij dood gingen. Ik kon niks doen, want ik lag hulpeloos op de grond. Hopend dat iemand me zou komen helpen. Het zou me niet uitmaken wie. Iemand?!

------------------------------------------------------------------

Einde van dit hoofdstuk al weer!

X E

Child of the sea... -Dutch-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu