p.o.v link
Het is inmiddels een week later en er is vrij weinig gebeurt. Ik zit naast Joost tegen een steen aan.
'Hey Joost?' Hij kijkt me vragend aan. 'Vind jij het ook niet raar dat we al een week niks gedaan hebben?' Hij schudt zijn hoofd. 'ik weet precies waarom ze dit doen,' mompelt hij. 'Ze wachten tot wij iets gaan doen, en gaan op basis daarvan een nieuwe proef maken.' Ik knik.
Joost weet dit allemaal, maar ik heb geen idee wat ik moet doen. Ik ben oprecht best wel bang voor wat er komen gaat. Wat nou als ze een hele zware proef doen zonder dat we eten hebben. Wat als ik de proeven niet meer aan kan? Ik zal iedereen teleurstellen. Ik zal Jeremy en Harm zo boos maken. Ze zijn gewoon te fanatiek.
'Gaat het wel?' Ik schrik op en kijk Joost aan. Ik knik en staar weer vooruit. 'Hey Link?' Ik kijk hem weer aan. Joost glimlacht naar me. Die lach laat me smelten van binnen. 'Wat is er?' vraag ik hem. Hij schud even zijn hoofd. 'Nee niks,' mompelt hij. Verward knik ik en sta op. 'Ik heb honger, wil je ook wat eten?' 'Ja, doe maar een broodje ofzo,' zegt hij. 'Oke, tot zo.'
In stilte loop ik richting de slaapplaats. 'Dusss.' Ik schrik van een stem opeens naast me. 'Jezus Mira.' Ze lacht even en praat dan verder. 'Hoe gaat het met Joost?' Ik kijk haar niet-begrijpend aan. 'Ik zag jullie wel zitten.' 'Dus?' 'You like him dont you?' Ik rol met mijn ogen en haal 2 broodjes uit de krat. 'Ja, nu je mond houden,' snauw ik en loop terug naar Joost.
'Dankje,' mompelt hij. Ik ga zitten. Vanuit mijn ooghoek zie ik iets bewegen in de boom en kijk er naar. Ik zie Mira zitten en ze grijnst naar me. Voor de tweede keer vandaag zegt Joost mijn naam. Ik kijk op en voor ik door heb wat er gebeurt drukt Joost zijn lippen op die van mij. Wat overrompeld kus ik hem terug. Voorzichtig legt hij zijn hand op mijn wang.
Opeens uit het niets klinkt er een alarm waardoor Joost me los laat. Een enge robotstem klinkt door de speakers. 'De regels zijn overtreden. Vanaf nu word iedereen gescheiden van elkaar." Het alarm stopt en de stem verdwijnt. 'Wat waren de regels,' fluister ik, bang dat iemand het gaat horen. Joost haalt zijn schouders op. 'Wie zou ze overtreden hebben,' mompel ik meer tegen mezelf dan tegen Joost. 'Wij.' Ik kijk hem verschrikt aan. 'Ik weet de regel weer. Weet je nog wat we moesten doen met die liedjes? Het was iets met Till somebody falls in love.' legt hij uit. Ik knik.
Het is een tijdje stil. Ik sta op en loop richting de slaapplek, maar ik loop vol tegen een onzichtbare muur aan. Ik verlies mijn evenwicht en val naar achter. 'Link!' Joost komt naar me toe rennen en helpt me overeind. 'Wacht even.' Ik bedenk me dat Mira niet veel verderop in de boom zat. 'Mira!' schreeuw ik. Het duurt even maar ze komt vanaf de andere kant aanlopen, ook tegen de muur aan. Fijn, we zijn gescheiden. 'Is de rest daar?'
Ze schud haar hoofd. 'Jeremy en Sarah zitten in het vak hiernaast. Lotta is hier bij me, maar de rest is weg,' roept ze terug, maar ik kan het net verstaan. Ik knik. Mira wijst achter me en ik draai me om. Joost zit met zijn knieën opgetrokken tegen de steen aan. Ik loop er heen en ga naast hem zitten. 'joost?' 'Sorry.' 'Wat is er?' 'het is mijn schuld, ik heb de regel verbroken.' Ik schud mijn hoofd. 'Het is niet jouw schuld Joost, je wist het niet.' Hij kijkt me aan. 'Het komt goed. Ooit gaan we hier weg zijn en kunnen we weer normaal leven zoals we altijd deden.' zeg ik.
Hij geeft me een knuffel. 'Het komt goed,' zeg ik nog eens. Hij knikt. Langzaam laat ik hem los en sta op. 'Wat ga je doen?' 'Rond lopen, ik ga kijken of er iets leuks is,' zeg ik. 'Ik ga mee,' zegt hij en staat ook op. We lopen een rondje langs de muur heen en komen bij een klein plasje water uit. 'We kunnen in ieder geval niet doodgaan van de dorst,' grinnikt Joost. Ik lach. 'Heb jij ooit dorst gehad dan sinds we hier zijn,' vraag ik. Ik heb sinds we hier zijn niks gedronken, maar dorst heb ik ook niet. 'Nee eigenlijk niet.'
Ik kijk nog eens naar het plasje. 'Wacht, er was zonet minder water toch?' vraag ik. Joost kijkt ook. 'Veel minder.' Ik blijf naar het plasje staren. Het blijft maar hoger komen. 'Euhh.' Al snel staan mijn voeten onder water. 'Ren.' roept Joost, pakt mijn hand vast en trekt me mee. We rennen naar een boom en Joost klimt er als eerst in. Daarna helpt hij mij omhoog. Al gauw zien we het hele stuk waar we zijn onder water staan. 'Joost, ik ben bang.' Joost pakt mijn hand en knijpt er even zachtjes in. Het water komt steeds hoger. 'Link?' Ik kijk hem aan.
'ik denk d-dat dit het einde is,' zegt hij. Ik knik. 'Link, ik wil dat je weet dat je geweldig bent en en.' Ik pak hem bij zijn kraag en zoen hem. Het koude water raakt mijn voeten aan maar het boeit me vrij weinig. 'Ik houd van je Joost,' zeg ik. 'Ik hou ook van jou,' zegt hij zacht. Het water raakt mijn bovenbenen. Ik klamp me vast aan de boomstam en ga voorzichtig staan. Langzaam laat ik de boomstam los om er zeker van te zijn dat ik niet val, en help dan langzaam Joost staan.
Ik raak in paniek bij de gedachte dat dit het laatste is wat ik ga zien. Trillend sta ik tegenover Joost op de kleine tak. Hij pakt voorzichtig mijn handen vast. 'Het komt goed.' Ik knik maar op dan moment glij ik uit en val het ijskoude water in. Het is pikkedonker en ik kan net het licht vanaf boven zien. Ik probeer naar boven te zwemmen maar mijn benen willen niet.
Het licht lijkt steeds verder weg te gaan, maar ik blijf zwemmen. Dan zie ik een ander licht wat me in de war maakt. Ik weet niet meer wat onder of boven is. Ik geef het op terwijl het brandende geluid in mijn longen erger word. De lichten verdwijnen en ik zie nog net Joost zwemmen. Dan word alles nog zwarter dan het al was en heb ik geen idee wat er aan de hand is.
_____________
Oke ik was oprecht even bang
Ik was op de computer aan het schrijven, maar toen wou mijn zusje.
Dus ik ging verder schrijven op de iPad en alles was weg.
Er stond nog 10 woorden terwijl ik er al 800 had geschreven.
Maar ik heb het teruggevonden..
Dus neem het
Geniet van de JoLi
En ja doei