15.

34 2 2
                                    

P.o.v Terra

"Mier! Welke dag is het?" Ik spring van de laatste paar treden van de trap af en loop daarna door naar de keuken, waar Mira tegen het aanrecht aan staat.

"Donderdag." Ondertussen is het een week nadat we het bos uit zijn. Iedereen heeft zich gemeld of zijn 'gevonden' door de politie. Ik haal een glas uit een kastje en vul hem met water.

"Hadden we niet iets belangrijks vandaag?", vraag ik nadat ik een slok heb genomen. Mira haalt haar schouders op. Ze loopt naar de woonkamer zonder echt antwoord te geven. 0Ik rol mijn ogen en zet mijn, inmiddels lege, glas in de wasbak.

Ik loop achter haar aan, en op het moment dat er een aantal bomen voorbij flitsen op de tv herinner ik me opeens wat er vandaag was. "Mira, doe je schoenen aan. We gaan naar het bos." Ze kijkt verveeld naar me op. "Waarom? Wil je weer zo graag opgesloten zitten?" Ik schiet in de lach.

"we zouden weer afspreken bij het bos, weet je nog?", vraag ik haar. Ze schudt haar hoofd maar staat toch op. "Geen idee, maar ik ga wel gewoon mee."

~

Het is een aantal minuten later, Mira en ik lopen het zandpad voor het bos op. Halverwege zie ik al mensen staan, wat er voor zorgt dat ik een glimlach op mijn gezicht krijg, maar die verdwijnt al snel weer als ik een bekend geluid hoor. Een zachte, maar duidelijke, lachende stem.

"Fuck." Ik begin te rennen maar ik ben voor mijn gevoel veel te langzaam. De rest verdwijnt langzaam tussen de bomen. Ik probeer te schreeuwen maar er komt geen geluid uit mijn keel, hoe hard ik het ook probeer. Uiteindelijk komt er iets uit, maar al veel en veel te laat.

"Stop! Kom terug!" Sarah stopt met lopen, kijkt naar me om en lijkt zich dan te beseffen wat ze aan het doen zijn. Haar ogen worden wijd en ze zegt tegen de anderen dat ze moeten stoppen met lopen, ook veel te laat. Ze probeert nog terug te komen, maar het kan niet. Ze zijn te laat, zo veel te laat.

Ik blijf maar rennen, Mira rent achter me aan. Sarah legt haar handen tegen de muur aan, proberend er nog uit te komen. Vlak voor ik mijn handen tegen de muur wil leggen houdt Mira me tegen.

"Stop." Ik draai me om. "Waarom?" Het komt er gefrustreerd uit, waardoor het boos klinkt. "Weet je nog toen Lotta hier heen kwam rennen, en dat Sarah en Nikita er daarna weer uit probeerde te gaan? Je kan er van binnen niet uit, maar van buiten wel in. Je komt er niet meer uit, je komt weer vast te zitten." Ik zucht diep en kijk om naar Sarah.

"Ik ga mijn vrienden niet alleen laten." Met die woorden trek ik mijn arm los en loop ik achter Sarah aan, de koepel in, maar blijf met een arm buiten de koepel. Mira kijkt me teleurgesteld aan, pakt een takje van de grond en kerft het woord 'politie' in de zachte grond. Dan gooit ze de tak neer en rent ze weg.

"Terra? What the actual fuck dacht je?" Ik draai me om naar Sarah. "Ik ga jullie niet alleen laten." "Jij idioot! Je had ook de politie kunnen halen? Je had ons hier uit kunnen halen? Maar nee, jij moet zo nodig weer naar binnen rennen! Je bent echt de grootste idioot hier." 

Ouch. 

"Oke, veel plezier hier nog met zijn allen. ik ga naar huis." Omdat ik niet helemaal de koepel in was gelopen kan ik nog terug, en dat doe ik dan ook. En op dat moment bedenk ik iets geniaals. Ik draai me om en ga half de koepel in, zodat ik nog weer terug kan lopen. 

"geef je hand." Nikita kijkt me onbegrijpend aan. "Waarom? Ga je ons weer verlaten? Kom dan meteen binnen als je zo stoer bent," zegt Sarah. Ik zucht. "Ik probeer jullie toch te helpen! Werk nou gewoon een keer mee en wees niet zo ontzettend koppig." Ze beweegt niet en blijft me boos aankijken. 

"Link, kom hier." Link loop langzaam naar me toe. Als hij dichtbij genoeg is pak ik zijn pols vast en loop de andere kant op, waardoor hij ook vrij komt. 

The forestWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu