6

798 24 4
                                    

Ik schrik wakker van een hard geluid, het klinkt als een schot ofzo. Ohh nee, ze maken iedereen af, gaat er direct door mijn gedachten. Angstig kruip ik in een hoek van de kamer en wacht op het moment dat de deur open vliegt en Richard binnenkomt en mij meteen neerknalt. Langzaam kruipt de tijd voorbij. Nog steeds focus ik op de deur. Plotseling hoor ik nog een schot. Uit angst gil ik mijn longen uit mijn lijf. Ik druk mijn handen op mijn oren en gil zo hard ik kan. Na een tijdje komt het besef dat ik nog gewoon kan voelen en dat ik dus niet dood ben. Uitgeput van het gillen laat ik me op het matras vallen. Als ik mijn ogen sluit, hoor ik plotseling een bekende stem. Het lijkt van ver weg te komen, maar die stem herken ik uit duizenden. 'We gaan hier niet weg voordat we Eef hebben gevonden. Ik weet zeker dat ze hier zit.' 'We zijn hier nu al een uur aan het zoeken en we hebben haar nog steeds niet gevonden. Misschien zit ze hier niet.' Snel sta ik op en ga als een malle op die deur slaan. Opnieuw gil ik mijn longen uit mijn lijf, gelukkig dit keer niet van angst. Even ben ik stil. Ik hoor Wolfs mijn naam roepen. 'Wolfs ik zit hier!!!' Ik hoor hem naar de deur toe rennen. Hij begint als een gek aan de deur te trekken, maar krijgt hem niet open. 'Wolfs, misschien heb je een sleutel nodig', merk ik droog op. Ik hoor hem zachtjes lachen. Meteen krijg ik ook een glimlach op mijn gezicht. 'Ik denk dat Richard de sleutel heeft.' 'Romeo ga die sleutel halen!', hoor ik hem een beveel blaffen. Stil luister ik naar wat er gebeurt aan de andere kant van de deur. Ik hoor een sleutel die de deur open maakt. Snel wordt de deur opengegooid. Ik spring naar achter om die zware deur niet tegen mijn neus aan te krijgen. Ik zie Wolfs staan en spring hem om de hals. Plotseling komen alle emoties eruit en ik huil met gierende uithalen. Wolfs aait over mijn haar en drukt kleine kussjes op mijn hoofd. Hij fluistert: 'Het is goed, huil het er maar uit.' Langzaam kalmeer ik weer wat. 'Sorry voor je natte overhemd', zeg ik met een glimlach.

Misschien morgenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu