Duidelijkheid

643 28 23
                                    

Ik heb bijna overal gezocht, maar ik kan Eric niet vinden. Hij is niet in de kantine, niet in de Kolk, nergens waar ik zoek. Maar ik weet precies waar ik hem kan vinden. Waarom ga ik daar dan niet heen? Ben ik nou echt zo'n schijterd dat ik niet met hem durf te praten? Ja. Maar waarom niet? Waar ben ik bang voor? Dat weet ik ook precies. Ik ben bang dat ik iets voor hem voel. Veel meer dan vriendschap. Maar waarom zou ik daar bang om moeten zijn?

Met een snelle hartslag en lood in mijn schoenen loop ik langzaam langs de appartementen van de Onverschrokkenen. Als ik nu de hoek omga en een paar deuren verder loop, sta ik voor zijn deur. Ik leg mijn hand op mijn hart en probeer mijn hartslag regelmatig te laten gaan, maar het lukt niet. Op de een of andere manier is dit nog erger dan het angstlandschap. Want dat was niet echt. En dit is wel echt.

Als ik voor zijn deur sta, haal ik diep adem. Nu moet ik kloppen. Ik breng mijn hand omhoog om op de deur te kloppen, maar ineens gaat de deur naar achteren. Mijn hart klopt in mijn keel als Eric in de deuropening staat en me verrast aankijkt. Ik had nog niet geklopt, toch? Ik weet het niet. 'Ga je weg?' zeg ik met trillende stem. 'Ik wilde eigenlijk even met je praten, maar als je weg gaat..' Hij schudt zijn hoofd en glimlacht licht. 'Nee, ik.. was eigenlijk net op zoek naar jou. Ook om te praten.'

'Nou, hier ben ik..' Hij knikt en zijn glimlach wordt breder. 'Hier ben je.' We kijken elkaar aan en ik voel ineens een lichte drang om dichterbij te komen. De drang wordt steeds sterker naarmate we elkaar langer aankijken, maar het verdwijnt als hij naar achteren stapt en zegt: 'Kom binnen.' Ik loop naar binnen en hij doet de deur dicht. 'Eh, wil je iets drinken?' Ik schud mijn hoofd. 'Uhm.. nee hoor, dank je.'

Eric knikt en gebaart naar de bank. Als we gaan zitten, is er een ongemakkelijk grote afstand tussen ons. Een afstand die ik het liefste zou overbruggen.. 'Dus..' begint Eric, maar hij zegt niks meer. 'Dus..' zeg ik dan. Als we elkaar aankijken, schieten we in de lach. Ik besef dat ik voor het eerst in mijn leven een écht ongemakkelijk moment met Eric heb. 'Dit is belachelijk.' Eric schudt grijnzend zijn hoofd, maar kijkt dan heel serieus.

'Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik weet niet of ik nu moet zeggen dat het me spijt dat ik je gezoend heb, maar.. dat zou niet eerlijk zijn. Dat is namelijk niet zo.' Ik kijk verrast en mijn hartslag schiet weer omhoog. 'Nee?' Hij schudt zijn hoofd. 'Nee.' Dan kijkt hij naar de bank. 'Tenzij jij het niet wilde.. dan spijt het me wel.' Ik glimlach. 'Ik.. weet het eigenlijk niet. Of eigenlijk wel. Ik weet alleen dat ik het niet erg vond.' Hij kijkt langzaam op. 'Nee?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee.'

Dan moet ik het hem toch vragen. 'Waarom deed je het?' Hij zegt niks. De stilte voelt niet fijn. Het duurt veel te lang. Dan voel ik het al aan. 'Het maakt niet uit als je het alleen maar deed om me te kalmeren.' Dat lieg ik, want ik voel dat het me wel uitmaakt. Ik wíl niet dat dat de reden is. 'Nee, ik deed het niet alleen maar daarom.' Mijn hart maakt een sprongetje. 'Nee?' vraag ik hoopvol, misschien een beetje té. 'Nee.' Ik wacht op uitleg, maar hij zegt niks meer.

Ik vraag me af of ik nu iets moet zeggen, maar ik weet niet wat. Dan zucht Eric. 'Oké, het kan me even niet meer schelen wat er nu gebeurt, maar ik moet het gewoon zeggen. Ik wacht er al veel te lang mee..' Dan kijkt hij me aan. 'Ik geef om je. Maar niet op een normale manier. Nee, het gaat veel dieper. Ik wil er alles aan doen om ervoor te zorgen dat je van het leven geniet. Om je gelukkig te zien. Om al die negativiteit voor goed uit je leven te krijgen.' Hij zucht.

'Ik kan er echt niet tegen hoe die eikel je behandelt. Ik kan zien dat het je pijn doet. Dat je hem het liefst nog om je heen wilt hebben. Maar dat is niet goed voor je. Híj is niet goed voor je. Maar ik..' Hij kijkt naar de bank. 'Ik ben dat wel. Dat wil ik proberen te zijn, tenminste.' Het lijkt nu net alsof ik Seth weer hoor praten. Wesley is niet goed voor mij en Eric wel. Ik weet dat hij gelijk heeft. Maar het punt is: het heeft geen zin dat ze dat zeggen. Het heeft geen zin om het aan te horen. Ik zou namelijk nooit iets willen hebben met Wesley op die manier.

'Wat ik dus eigenlijk probeer te zeggen..' zegt Eric, terwijl hij weer een poging doet om me aan te kijken. 'is dat ik verliefd op je ben.' Mijn hartslag versneld opnieuw en ik weet niet wat ik moet zeggen. Dit is toch het antwoord waar ik op gehoopt had? Ja. Maar waarom kan ik dan niks zeggen? 'Ik heb het nu helemaal verpest, hè?' zegt Eric. 'Je mag het gewoon zeggen hoor.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee.. nee je hebt het niet verpest.'

Eric als mijn beste vriend. Eric als mijn geliefde. Hij is het allebei. Hij is mijn vriend én geliefde. Het kan allebei. 'Is dat..' Mijn stem trilt omdat mijn hartslag zo snel gaat. 'Is dat de reden dat je tegen je principes in bent gegaan om Seth en mij te beschermen?' Hij kijkt me onderzoekend aan. 'Heeft hij het je verteld?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee.. maar ik vertelde hem wat er gebeurd was. Toen gaf hij me een hele toespraak over hoe goed je voor me bent.' Eric glimlacht licht. 'Ik bescherm hem niet alleen maar vanwege jou. Ik zie hem ook als een vriend. Nog steeds. Je weet niet half hoeveel ik aan jullie beide heb gehad. Dat kan ik niet weggooien. Ik kan het jullie niet aandoen.'

'Maar andere mensen wel?' vraag ik uit het niets. Dan besef ik waarom Eric me uitleverde aan Jeanine in de simulatie. Waarom dat mijn angst was. Omdat ik dacht dat ik niet speciaal genoeg zou zijn om in leven te houden. Ik begreep niet waarom hij me zou beschermen, omdat ik toch niet veel betekende. Maar hij heeft me duidelijk gemaakt dat ik wel iets beteken.

'Ik.. kan daar niet over praten..' Ik kijk hem aan en besef dat ik dat helemaal niet had moeten zeggen. 'Sorry,' zeg ik. Dan ga ik snel over op het vorige onderwerp. 'Sinds wanneer.. beteken ik dat voor je?' Hij wendt zijn blik af. 'Ik weet het niet precies. Tijdens mijn inwijding heb ik veel aan je gedacht. En na die angst uit het landschap nog veel meer. Ik vroeg me af wat het betekende. Of ik misschien meer voor je voelde dan vriendschap.' Hij zucht. 'Toen ik je ineens zag staan op het dak..' Hij schudt glimlachend zijn hoofd. 'Je was veranderd, maar ik herkende je meteen.'

'Veranderd?' Hij knikt. 'Volwassener geworden. Niet dat je er kinderlijk uitzag voordat ik weg ging, helemaal niet juist. Maar door die verandering ben je nog mooier geworden.' Ik voel mijn wangen branden en ik weet zeker dat ze helemaal rood zijn. 'Zie je mij alleen maar als een vriend?' Ik wend mijn blik af en kijk naar de bank. 'Nee..' zeg ik zachtjes. 'Het is meer. Veel meer.' Het voelt fijn om het eindelijk hardop te zeggen. 'Maar ik ben dit gevoel niet gewend..' Eric legt zijn hand op mijn hand en glimlacht. 'Het maakt niet uit. We doen het rustig aan.'

Hij legt zijn andere hand op mijn wang, die begint te gloeien door de warmte. Ik leg mijn hand op die hand en glimlach naar hem. Hij glimlacht terug en draait zijn hand, zodat hij onze vingers kan verstrengelen. 'Kom eens hier.' Hij slaat zijn arm om me heen en trekt me iets dichter tegen zich aan. Ik laat mijn ene hand verstrengeld in de zijne zitten en leg mijn andere hand op zijn borst. Zijn hart gaat al net zo te keer als die van mij. 'Ik ben zo blij..' zegt hij zacht. Ik glimlach. 'Ik ook.' Dan blijven we een hele tijd zo zitten.

Ik ben blij dat ik voor Onverschrokkenheid heb gekozen. Niet alleen omdat het voelt alsof ik hier hoor, maar ook omdat de mensen die bij me zijn bij me horen. Natuurlijk mis ik mijn ouders, maar ik ben bij de mensen van wie ik hou. Ik ben bij Seth, ik ben bij Eric. En ik maak ook nieuwe vrienden. Jenna, Brad. Ja, het gaat werken. Ik voel het.

'Het is al laat,' zegt Eric na een tijdje zachtjes. 'Ik denk dat het tijd is om te gaan.' Ik leun van hem af zodat ik hem aan kan kijken. 'Ik kan toch bij jou blijven?' zeg ik glimlachend. 'Hhm, ik denk niet dat het de bedoeling is dat ik aspiranten hier laat slapen.' Ik grijns. 'Ik ben al eens eerder gebleven, weet je nog? En bovendien, ik ben nu geen aspirant meer. Ik ben nu een Onverschrokkene.' Het voelt zo goed om dat hardop te zeggen. Eric glimlacht en streelt met zijn hand door mijn haar. 'Je bent nog veel meer dan dat.'

Ik glimlach naar hem en sta dan toch op. Hij heeft gelijk, ik kan niet blijven. Nog niet tenminste. Eric loopt met me mee naar de deur en pakt mijn hand weer vast. 'Ik geef je zoveel tijd als je nodig hebt.' Dan geeft hij een kus op mijn wang. Zijn ogen kijken me zo lief aan dat mijn hartslag weer versneld. Dan besef ik dat ik helemaal geen tijd nodig heb. Ik hoef niet bang te zijn om verliefd te zijn op Eric, want het voelt goed. 'Ik heb geen tijd nodig,' zeg ik terwijl ik mijn hand op zijn wang leg. 'alleen jou.'

Hij glimlacht en legt zijn hand in mijn nek. Dan drukt hij zijn lippen op de mijne. Ik dacht dat het de eerste keer al fijn was, maar het is nu nog veel beter. Ik sla mijn armen om zijn nek en druk hem nog iets dichter tegen me aan. Nadat we een tijdje gezoend hebben, laat hij me langzaam los. 'Nee..' zeg ik teleurgesteld. Maar Eric glimlacht naar me en zegt: 'We gaan het wel rustig aan doen. Oké?' Ik glimlach en knik dan. 'Oké.'

Divergent: EricWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu