Als ik wakker word, weet ik meteen dat ik niet in de slaapzaal ben. Het bed waarin ik lig is namelijk veel fijner dan het bed waar ik altijd in lig. Het ligt zelfs zo fijn dat ik gewoon wil blijven liggen, maar dan schieten alle beelden van gisteren weer door me heen. Sarah's bebloede gezicht. Haar levenloze ogen die me aan leken te staren. Het plotselinge schuldgevoel dat ik krijg is zo groot dat mijn maag om lijkt te draaien. Als ik mijn ogen opendoe zie ik haar nog steeds voor me, maar ik zie ook iemand anders. Eric.
Ik ga meteen rechtop zitten, maar omdat ik dat te snel doe zie ik allemaal zwarte vlekken voor me. Ik leg mijn hand op mijn voorhoofd en zucht. 'Hey,' zegt hij. 'Hé.' Eric zit aan mijn voeteneind en kijkt me bedenkelijk aan. 'Heb je een beetje goed geslapen?' vraagt hij dan. Ik haal mijn schouders op. 'Gaat wel. Mag ik vragen.. waarom ik hier nog ben?' Hij fronst, maar dan glimlacht hij licht. 'Weet je het echt niet meer?' Ik schud mijn hoofd.
'Ik merkte dat je in slaap gevallen was op de bank. Het werd al laat, dus besloot ik om je wakker te maken. Maar jij zei dat je hier wilde blijven. Bij.. mij.' Als ik 'Oh' zeg, vraagt Eric: 'Weet je het echt niet meer?' Dan zie ik beelden van gisteravond voor me. Eric die me wakker maakte. Ik die zei dat ik niet weg wilde gaan. Dat ik bij hem wilde blijven. Ik klampte me zelfs helemaal aan hem vast en bleef hem smekend aankijken.
Met rode wangen kijk ik naar het dekbed. Ik hoop dat hij het niet merkt. 'Nee,' lieg ik dan. 'Maar het spijt me dat ik zo vervelend was.' Vanuit mijn ooghoek zie ik Eric glimlachen. 'Je was helemaal niet vervelend. Ik vond het juist fijn dat je wilde blijven.' Ik glimlach licht, maar dan zie ik Sarah weer voor me. Waarom kan ik het niet van me afzetten? 'Zal ik een ontbijtje voor je maken?' vraagt Eric. Ik schud mijn hoofd. 'Nee dank je, ik heb niet zo'n trek.' Hij kijkt me onderzoekend aan, maar hij zegt verder niks. 'Als je wilt, kun je jezelf opfrissen in de badkamer. Ik heb een nieuw setje kleren voor je geregeld.'
'Hoe? Daar moeten we toch punten voor betalen?' Eric haalt zijn schouders op. 'Ik ben een leider, weet je nog?' Ik glimlach licht. 'Oh ja, dat is zo.' Eric glimlacht. Ik kijk de kamer even rond en zie dat de andere kant van het bed netjes opgemaakt is. Ik grijns. 'Sinds wanneer ben jij zo van het netjes houden? Dat wist ik helemaal niet.' Hij haalt zijn schouders op. 'Dat ben ik ook niet. Ik heb op de bank geslapen.'
'Wat? Waarom?' Hij haalt zijn schouders weer op. 'Ik dacht dat je dat misschien prettiger zou vinden of zo.' Ik voel me een beetje schuldig. Ik heb mezelf laten blijven en hem op de bank laten slapen. 'Dat hoefde toch helemaal niet?' Maar stiekem vind ik het wel fijn dat hij aan me denkt, ook al had ik het helemaal niet erg gevonden als hij ook gewoon in het bed geslapen had.
'Oké, dan weten we dat ook weer voor de volgende keer.' Eric grijnst naar me. Ik grijns ook. 'Ik ga wel even iets eten. Wil je echt niks?' vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, dank je.' Hij knikt en glimlacht nog even naar me, maar loopt dan naar de woonkamer. Ik sla de dekens van me af en zie dat ik mijn kleren nog aanheb. Ik loop naar de badkamer en glimlach dan écht. Eindelijk mag ik een goede douche gebruiken.
De warme waterstralen stromen over mijn lichaam heen. Het kalmeert me. Ik voel me toch wel een beetje schuldig om het feit dat ik weg ben gelopen en Jenna, Seth, Wesley en Brad achtergelaten heb. Ik had terug kunnen gaan, maar dat wilde ik niet. Wat betekent het dat ik liever bij Eric was dan bij hen? Misschien omdat het bij Eric anders is. Als ik terug was gegaan naar de slaapzaal, zou het erger worden met mijn schuldgevoel. Dan zou ik met de andere aspiranten in mijn verdriet zitten en zou het alleen maar erger worden.
Eric's sterke, warme, veilige armen om me heen was wat ik nodig had. Ik ben blij dat hij me mee heeft genomen naar zijn appartement. Hij heeft gezegd dat ik me geen zorgen hoef te maken. Dat hij me nooit iets aan zal doen. En ik geloof hem.
Als ik de woonkamer binnenkom, zit Eric op de bank met een boek in zijn handen. Ik glimlach even als ik hem zo zie zitten. Er zijn maar weinig momenten geweest waarin ik hem met een boek gezien heb. 'Wat lees je?' vraag ik terwijl ik naast hem ga zitten. Hij haalt zijn schouders op. 'Iets over vechttechnieken.' Ik grijns. 'Natuurlijk.' Hij grijnst ook en legt het boek weg. 'Hoe gaat het met je?'
Hij vraagt het op zo'n indringende manier dat ik de waarheid moet zeggen. 'Ik weet het niet.. het gaat niet echt goed.' Hij strekt zijn hand uit naar mijn gezicht en haalt een pluk haar uit mijn gezicht. 'Vertel.' Ik zucht en begin te vertellen. 'Ik schrok me rot toen ik hoorde dat er iemand gesprongen was. Seth kwam maar niet en ik dacht..' Ik dwaal af door de beelden die ik weer voor me zie. Mijn ogen die Seth zoeken. Als ik Eric's hand door mijn haar voel gaan, ben ik er weer.
'Ik was zo opgelucht toen hij er was, maar toen werd Sarah omhoog gehesen. Ik had niet veel contact met haar, maar ik had moeten weten dat het niet goed met haar ging..' Eric knikt. 'Je voelt je schuldig.' Zijn stem klinkt verassend medelevend. Maar wat had ik anders verwacht? Dat leidertoontje dat ik tijdens fase één hoorde? Dat is al lang voorbij. 'Ja,' zeg ik. 'Ja, ik voel me schuldig. Als ik haar opgenomen had in onze groep, had ze zich misschien niet zo wanhopig gevoeld..'
'Dat betwijfel ik,' zegt Eric. 'Ze had heel veel moeite met de eerste fase. Ze was net aan door naar de volgende. Ik heb haar beelden gezien.. en het zag er niet naar uit dat ze zich beter zou gaan voelen als ze iemand om zich heen zou hebben. Sterker nog, Luuk zocht toenadering tot haar, maar zij heeft zichzelf geïsoleerd van de rest.'
'Maar..' zeg ik, maar ik weet niet zo goed wat ik wil zeggen. 'Jade, het is niet jouw schuld. Het is niemands schuld. Niemand had dit kunnen voorkomen. Echt niet. Sommige dingen kun je nu eenmaal niet voorkomen.' Misschien heeft hij gelijk. Misschien zou ze nog steeds zo wanhopig zijn geweest, ook als we met haar zouden praten. Maar dat is iets dat we nooit zullen weten. 'Voel je alsjeblieft niet schuldig. Probeer het, oké?' Ik knik. 'Oké.' Eric pakt mijn hand vast en knijpt er zachtjes in. 'Goed zo.'
Ik voel me vreemd. Waarom voelt het ineens zo anders om bij Eric te zijn? Het is anders dan twee jaar geleden, maar ik weet niet precies wat er anders aan is. We gaan hetzelfde met elkaar om als altijd.
'Dankjewel,' zeg ik. 'Dankjewel dat je me hebt opgevangen en dat je er voor me bent.' Eric glimlacht. 'Dat spreekt voor zich.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee.. je had het ook niet kunnen doen.' Hij fronst. 'Hoe bedoel je?' Ik kijk naar mijn shirt en friemel aan de zoom. 'Ik bedoel.. je bent een leider nu. Er zijn een hoop dingen veranderd.' Hij haalt zijn schouders op. 'Misschien op die manier, maar wat jouw betreft is er niks veranderd. Ik doe nog steeds alles waardoor jij je beter voelt.'
Ik wil hem vragen waarom, maar ik doe het niet. Ik ben bang voor zijn antwoord. Ik ben bang dat het niet is wat ik wíl horen, wat dat dan ook mag zijn. Daarom zeg ik alleen: 'Word je daar nou nooit eens moe van?' Hij grijnst. 'Nee hoor. Ik heb het juist gemist.' Ik glimlach. Dan staat Eric op. 'Ik denk dat we moeten gaan. Four en ik moeten nog even met de leiders bespreken of de ranglijst zo goed is. En we moeten iets aanpassen..' Ik zucht. 'En ik moet mee?' Eric grijnst. 'Ze zien me aankomen. Nee, over een half uur komen wij naar jullie toe.'
'Op welke plaats stond ze?' vraag ik zachtjes. Eric aarzelt even, maar dan zegt hij: 'Laatste..' Ik knik en sta op. 'Zie ik je daarna nog?' vraag ik. 'Ik denk het wel. Vanmiddag wordt de ceremonie voor Sarah gehouden.' Ik wist niet dat ze een ceremonie hielden hier. 'Oké.' Voordat we de gang oplopen, zegt Eric: 'Het komt goed.' Ik knik en hoop dat hij gelijk heeft.