Met mijn handen stevig om de reling geklemd zodat ik er niet in kan vallen, sta ik bij de Kloof en kijk ik naar beneden. Ik denk aan wat Four gezegd heeft voor het eten. "Aspiranten, jullie hebben allemaal goed je best gedaan. Morgenmiddag zal de ranglijst bekend worden en morgenochtend zullen jullie vroeg bij de trein moeten staan, want we gaan vlaggenroof spelen. Jullie prestaties bij vlaggenroof dragen niet bij aan jullie plaats in de ranglijst."
Dat betekent dat de ranglijst eigenlijk al lang bekend is, maar ze laten het ons nog niet zien. Ik weet bijna zeker dat ik erbij zit. Dat ik één van de negen plaatsen heb. Maar zal Jenna dat ook hebben? Om Seth, Wesley en Brad maak ik me geen zorgen, want ik weet zeker dat zij ook een plek hebben. Maar Jenna? Ze is de laatste tijd veel vooruit gegaan en ik hoop dat het goed genoeg is voor een plek in fase twee.
Het is zo gek. Ik had nooit gedacht dat ik hier een vriendin zou vinden die ik zou vertrouwen. De enige personen in mijn leven die ik écht volledig heb vertrouwd zijn Seth en Eric. Maar over die laatste ben ik nog niet uit of dat een fout is geweest of niet. Onze situatie is zo vaag, ik weet gewoon echt niet waar ik nu aan toe ben.
Wesley heb ik ook vertrouwd, maar niet volledig. Er zijn bepaalde dingen die ik nooit aan hem verteld heb, zoals dat van het messen werpen en wat dingen over Eric. Seth is nu de enige die alles over mij weet. Ik weet niet of dat slecht is, maar ik zit er niet mee dat mijn broer degene is die mij door en door kent.
Wat zouden onze ouders nu aan het doen zijn? Zouden ze ons missen? Ik denk het wel. Ik mis hen ook, maar toch voel ik me fijn hier. Ik ben met de mensen met wie ik het liefste ben en we zullen hopelijk allemaal verder gaan naar fase twee. Misschien moet ik niet teveel op de zaken vooruit lopen.
Ik weet niet hoe laat het is, maar ik kon niet slapen en daarom ben ik maar gaan wandelen. Op de een of andere manier ben ik hier uitgekomen, bij de Kloof. Ik denk aan wat Four zei toen hij ons een rondleiding gaf. "Zoals jullie kunnen zien, is het niet moeilijk om hierin te vallen. Door de jaren heen zijn er een paar leden vanaf gesprongen om verschillende redenen." Iedereen, inclusief ik, reageerde geschokt. Ik vroeg me af hoe het zou zijn om zo iemand omhoog te krijgen en te zien.. nee. Hoe dan ook, Brad had gevraagd of Four dat wel eens meegemaakt had. Éen keer, had hij gezegd. Meer niet.
Ik zou het nooit mee willen maken om iemand levenloos daaruit getrokken te zien worden. Ik vraag me af hoe iemand zich zou voelen als diegene de Kloof inkijkt en wil springen. Hoe kun je je nou zo wanhopig voelen dat je zo je leven wilt beëindigen? Ik zou dat nooit doen. Ik wil helemaal niet dood en het lijkt me niet fijn voor de mensen die mij omhoog zullen moeten trekken.
'Je bent toch niks van plan, hè?' Ik schrik van Eric's stem, die ineens achter me klinkt. Mijn hart probeert te herstellen van de schrik, maar het mist een paar slagen. Eric komt naast me staan en bewaart een afstand tussen ons zo groot als een vage kennis, maar dichtbij genoeg om ook als bekende door te komen.
'Nee,' zeg ik terwijl ik langzaam mijn hoofd schud. 'Ik kon niet slapen en ik wilde even rustig nadenken.' Eric knikt en dan is het even stil. Ik kan de spanning tussen ons voelen. Een spanning die er nooit tussen ons geweest is. Alsof ik elk moment iets fouts kan doen of zeggen, zodat hij boos zal worden of me weer zal negeren. Het voelt raar om op te letten op mijn acties, omdat ik dat vroeger nooit heb hoeven doen met Eric.
'Is het een beetje wat je verwacht had?' vraagt hij dan. 'De inwijding, bedoel ik.' Ik denk teveel na over wat ik zou moeten zeggen en daarom komt het stomste ooit eruit: 'Hoe bedoel je dat? Qua trainen of trainer?' Ik voel dat de spanning tussen ons groter wordt, of beeld ik me dat gewoon in? Hij haalt zijn handen van de reling af. Omdat ik niet wil dat hij weggaat, zeg ik: 'Sorry.' Maar hij zet zich al af. 'Je hoeft geen sorry te zeggen.'
Ik ben boos op mezelf omdat ik het moment verpest heb. Dan is hij er eindelijk, dan práát hij eindelijk met me.. en dan reageer ik zo. 'Als ik jou was, zou ik toch gaan slapen. Je hebt je energie nodig voor morgen.' Ik kijk hem aan en knik. Ik wil opnieuw sorry zeggen en hem vragen of hij bij me wil blijven, zodat we het allemaal uit kunnen praten en verder kunnen gaan waar we twee jaar geleden zijn gebleven. Als vrienden. Maar ik weet niet of we terug daarheen kunnen gaan.
Hij wil weglopen, maar hij blijft staan en doet iets onverwachts. Hij legt zijn hand op mijn schouder en zegt: 'Maak je geen zorgen. Ze zit erbij.' Dan haalt hij zijn hand van me af en loopt hij weg. Wat bedoelde hij met "Ze zit erbij"? Dan weet ik het. Hij bedoelt Jenna. Op de een of andere manier heeft hij gemerkt dat ik me zorgen om haar maakte. Misschien toen we vroeg aan het trainen waren?
Mijn hart begint onregelmatig te bonzen als ik me bedenk dat hij beter op me gelet heeft dan ik had gedacht.