36.

494 41 0
                                    

Perspectief Noumidia:
We zijn al een paar dagen verder. Ik heb veel met Salah afgesproken. Noehaila gaat nu veel om met onze buurjongen Faissal (De zoon van de vrouw met wie hun moeder ook naar rif is gegaan. Ze had bij hem uitgehuild om Mo.) Ik heb het nog steeds niet echt goed gepraat met Souhaila. Brahim ontwijkt me ook de hele tijd. Maar ja niet mijn probleem, ik weet nu gewoon dat hij jaloers is op mij en Salah. Het is ongeveer 2 uur en ik lig op me bed. Ik zit een beetje op facebook als ik dan besluit om Samir te facetimen. Na een paar secondes neemt hij op. "EWA DIKZAK." schreeuwt hij gelijk. "Omg tering koe stil is." "Jeh rare, je facetimet me toch om te praten en dan zeg je dat ik stil moet zijn." Hij kijkt me scheef aan en ik ga helemaal stuk. We kletsen even tot ik hem vraag over de inbraak van laatst. "Ze hebben mijn laptop gevonden in een paar bosjes dichtbij Den Haag. Ik had er een chip in zodat ik hem kon opsporen weetje nog, ewa ik had hem terug gekregen van politie en alles is van me harde schijf verwijderd. Bedrijfsinformatie alles." Ik kijk hem geschrokken aan. "Als dat in de verkeerde handen terecht komt is het klaar met je bedrijf." "Klopt vandaar, maar politie weet verder vrij weinig, ze zijn via camera's bezig om erachter te komen wie van ons huis naar die bos in Den Haag heeft gereden maar met weinig resultaat." Ik kijk hem sip aan. Als ik goed kijk naar Samir zie ik ook dat ie wallen heeft en er echt niet goed uit ziet. "En heeft Jaouad ook helemaal niks gemerkt? Jullie sliepen toch samen." "Hij heeft ook helemaal niks gezien, hij is nu naar Frankrijk voor zijn tante die ziek is." Ik kijk hem raar aan. We eindigen ons gesprek en ik doe mijn telefoon in de lader. Jaouad heeft helemaal geen tante in Frankrijk, als ik het goed heb. Na 5 minuten te piekeren besluit ik om zijn moeder te bellen. Ik zoek haar telefoonnummer op en bel der dan. Na een paar keer overgaan hoor ik der stem. (gesprek is in het berbers)
N: Hey tante, hoe is het met je? Met Noumidia.
T: Salaam mijn dochter gaat goed hamdoelilah wat leuk dat je belt. Hoe gaat het met Noehaila, Souhaila en je moeder?
N: Gaat goed hamdoelilah, mama is nu in rif.
T: Ahw leuk leuk
N: Tante ik had een vraagje, ik heb Jaouad nodig voor een bestelling die ik had gedaan voor school maar hij neemt niet op. Er is toch niks aan de hand?
T: Hij is naar Frankrijk toegegaan met een paar vrienden. Hij heeft me vanochtend wel gebeld.
N: Ahw okee want Samir zei dat hij dacht dat Jaouad naar een tante van hem toe was gegaan.
T: Ohw nee eh zine klopt niet. Wij hebben helemaal geen familie in Frankrijk dat weet je toch. Als hij me straks belt zal ik dan zeggen dat hij jou moet bellen omdat je hem zoekt?
N: Ja doe maar tante heel erg bedankt.
T: Ewa saffi geen probleem doe groetjes aan iedereen daar en geniet van je vakantie.
N: Dankjewel tante doe jij ook groetjes
T: Saffi beslama zine
N: Beslama.

Ik hang op en kijk dan naar de deur. Ik zie hoe Souhaila me betrapt aankijkt. Meteen sluit ze de deur achter zich. Ik zucht en gooi me telefoon weer in de lader. Ik sta op en kies een outfitje uit. Ik besluit om als verassing naar Salah toe te gaan. Zijn appartement is hier toch niet zo ver weg. Als ik me heb omgekleed kleur ik nog snel mijn lippen en pak mijn tasje. Ik loop naar de kamer van Noehaila waar ik haar zie liggen. "Ik ga ff naar Salah toe ja? En ik moet straks echt ff wat met je bespreken." "Is er iets ergs aan de hand?" Ze zit meteen rechtop. "Nee nee er is niks, ik ben over een uurtje terug." Ze gaat weer terug liggen en ik loop de deur uit. Ik loop de gang op en doe me schoenen aan. "Kan ik je zo ff spreken?" Ik schrik van Brahim's stem. "Ik ben straks terug ja? Dan praten we." Hij knikt en loopt zonder me nog een blik te geven weg. Ik kijk hem raar na en loop dan de deur uit. Al snel heb ik een taxi en rijd ik onderweg naar Salah.

We zijn er al snel, ik betaal de taxi chauffeur en loop naar het huis van Salah. Ik bel aan en wacht tot de deur word geopend. Ik zie iemand stiekem kijken via het keukenraam. Net wanneer ik wou zwaaien is die verdwenen. Ik hoor opeens gefluister en allerlei bewegingen. Ik hoor iemand op de trap rennen. Verbaasd bel ik nog een keer aan. Na een paar seconde word de deur al opengemaakt door Salah. "Hey schatje." Hij geeft me een knuffel en kus en ik loop naar binnen. "Is er nog iemand thuis?" vraag ik hem zodra ik mijn schoenen uitdoe. "twee neefjes van me zijn nu naar boven gegaan, wat dan?" "Nee niks niks." We gaan op de bank zitten. "Hoe gaat het met je?" "Thuis praten we niet echt met elkaar, heb nog steeds niet goed gemaakt met Souhaila. Brahim negeert mij. En Noehaila zit er maar tussen." "Komt wel goed schat." "Toen ik net naar je toekwam zei Brahim tegen me dat hij me wou spreken." Salah kijkt me met gefronste wenkbrauw aan. "Waar zou dat over gaan?" Ik hef me schouders op en kijk naar voren. "Misschien over me vader." Zodra ik terug begin te denken aan wat Brahim me allemaal heeft verteld barst ik uit in tranen. Salah schrikt en begint me te troosten. "Vertel me wat je dwarszit." fluistert hij in me oor. Jankend begin ik alles te vertellen aan Salah die aandachtig luistert.
——————————
1001 woorden.
Stem💕.

La vie est Belle..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu