10. Mist

62 5 0
                                    

Het is opvallend hoe hard alle bomen op elkaar lijken. Het zijn allemaal dennenbomen en ze reiken allemaal tot hoog in de lucht. De takken beginnen pas meters boven mijn hoofd en dat laat het uitzicht voor ons redelijk kaal. We zien enkel de boomstammen die elkaar opvolgen en die wanordelijk zijn gerangschikt. Door de beperkte lichtinval is er in het bos een vreemde sfeer, het lijkt continue te schemeren en vreemde geluiden zijn steeds rondom ons. Soms lijkt het alsof er ieder moment iemand van achter de boomstammen kan komen, het is gewoon te leeg in het bos. Buiten sommige stenen bezaaid met mos en enkele omgevallen bomen na is er niets op de grond. Het is een donkere aardegrond dat hier en daar wat gras heeft. De Heler loopt enkele meters achter ons duidelijk nog wat stilte nodig op deze vroege morgen.

"Waarom moest je aanbieden dat hij met ons meeging gisteren?" vraagt Otis terwijl hij naar de Heler achter ons knikt. Hij neemt mijn arm ongemakkelijk hard vast en duwt me nog iets verder van de Heler weg. Ik struikel bijna door de kracht waarmee hij me vooruitduwt. Dit was duidelijk een gesprek tussen enkel wij twee.

"Er zit niet veel achter," probeer ik luchtig te zeggen, maar ik zie zijn ogen serieuzer worden. Hij was alles behalve blij. Hoewel ik dacht dat hij er zich had bij neergelegd, was ik duidelijk fout. Daarbij had hij wel aangegeven dat hij het er nog over ging hebben. Waar de plotse ruwheid van komt, verrast me.

"Je kon echt niets anders vinden?" zegt hij duidelijk geïrriteerd.

"Nee, eigenlijk niet. Ik zat nu eenmaal in een tijdsnood of moet ik je er nog eens aan herinneren dat we hier met een missie zijn en een gewonde jij, ons enkel zou vertragen," zeg ik grof terug. Ik begin zijn ondankbaarheid beu te geraken, de Heler had zijn wonden genezen en het enige wat hij kan doen is boos zijn op mij. Ik had door het bos gezocht, helemaal alleen om hem te kunnen genezen. Ik wist de Heler te overtuigen en nog steeds is hij vreselijk ondankbaar.

"Dus zo zie jij het? Ik houd je enkel op, is het niet? Het enige waar je echt om geeft is Rosaline, al de rest moet maar wijken voor dat en even alles wat zij willen aan de kant schuiven," de toon in zijn stem begint steeds bozer te klinken en wat me netelig maakt. Zijn toon geeft me een vreemd beklemmend gevoel. De hele ochtend was hij zo gedreven geweest om de tocht aan te gaan, wat brengt hem opeens zo van slag?

"Ik dacht dat je hetzelfde doel had, daarom ben je toch meegegaan? Ik heb je nooit tot iets gedwongen en ik denk dat je al even doorhad dat ik Rosaline wil redden, koste wat het kost!" Ik begin mijn stem te verheffen, ik laat me niet doen door hem. Hij is dan misschien een kop groter dan mij, veel gespierder en een engel, het kan me niets schelen.

"Dat wist ik wel, het is gewoon," zijn stem is plots heel zacht, bijna fragiel. Ik weet niet wat te doen met de ommezwaai van zijn stem en kan hem enkel verstrooid aankijken. Hij kijkt me niet in de ogen, maar staart naar zijn vingers. Het is even muisstil tussen ons, waardoor er een bepaalde sfeer rond ons wordt gecreëerd. Er hangt iets tussen ons waar geen woorden voor zijn, geen van ons beiden denkt er aan om het ook echt in woorden om te zetten.

"Alsjeblieft, zeg me gewoon wat er is," fluister ik bijna, bang om de stilte te verbreken. Hij ademt diep in en uit en kijkt me dan weer aan.

"Het is gewoon dat ik had verwacht dat door alles dat al gebeurt is, je-," weer stopt hij. Deze keer zoekt hij naar zijn woorden, terwijl ik wacht op wat hij gaat zeggen.

"Je meer van me zou denken dan gewoon iemand die je naar Rosaline kan brengen." Zijn woorden moeten even bij me bezinken en nog steeds als ze zijn bezonken, weet ik niet wat ik nu moet zeggen. Zijn gedachtegang is me een raadsel, maar zijn reden heeft iets aandoenlijks. Ik had hem sinds onze ontmoeting ook gezien als een hulp, maar dat is verkeerd van me. Daarbij voel ik dat er tussen ons een vriendschap begint te groeien sinds gisterenavond. Hij was heel open over deze wereld om me te helpen alles beter te begrijpen. Schuld, groeit aan als ik probeer te zoeken naar wat ik moet zeggen.

Het meisje met de zilveren ogenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu