In gedachten volg ik de markeringen op de bomen terug naar Otis en de Heler. Wanneer ik dichtbij ben, hoor ik ze gemoffeld praten. Niet bepaald op een aangename toon. Ze waren, zoals ik dacht, al terug wakker. Wanneer Otis me ziet rent hij naar me toe. Zijn voeten komen zwaar neer tegen de droge ondergrond waardoor ze duidelijk hoorbaar zijn.
"Waar was je? We waren doodongerust," zegt hij diep ademend als hij me bereikt. De Heler komt een trager op me af duidelijk minder over zijn toeren, maar aan zijn gezicht te zien is hij ook niet al te blij.
"Je kan echt niet zomaar verdwijnen, we zitten in een vervloekt bos met wezens die je echt niet alleen aankunt." De Heler spreekt kalm, maar zijn woorden lijken dreigend. Al zou ik willen protesteren dat ik goed genoeg mijn mannetje kan staan, besef ik ook wel dat als zo'n wolfbeestachtigiets terug voor me komt te staan ik helemaal niet heb om me te verweren.
"Ik was op zoek naar iets om te eten. We moeten onze krachten aanvullen," zeg ik rustig, maar ik kan de geïrriteerde ondertoon niet onderdrukken. Daarnaast zit ik nog met veel vragen, het is één grote chaos in mijn hoofd. Bedachtzaam laat ik mijn verwarrende gesprek met Cedric achterwege, als Otis dit te weten komt zal hij pas echt ontploffen. Cedric die hier zo tevoorschijn komt doet me ook steeds meer twijfelen over het nut van deze hele tocht naar een ingang naar de zuivere engelenwereld. Waarom heeft Otis niet deze mogelijkheden? Hij zou veel sneller actie kunnen ondernemen om Rosaline terug te krijgen.
"Ik had je gezegd dat ik voor eten zou zorgen. Je had nooit alleen op tocht mogen gaan, wie weet wat er allemaal kon gebeuren," zegt hij me uit mijn gedachten halend. Het is de tweede keer dat ik hem zo zie, op het randje van woede maar nog beheerst genoeg om enkel boos over te komen. Zijn ogen spreken vuur en dat staat me niet aan.
"Er kon van alles gebeuren, dat weet ik. Maar er is niets gebeurt, dus doe even rustig," mijn woorden laat meer woede in zijn ogen oplaaien. Ik verwacht de volle lading als hij zacht zijn hoofd schud en zich van me wegdraait.
"We hebben hier geen tijd voor, enkele uren wandelen verder is er een dorp waar we iets kunnen eten," zegt hij rustiger dan hij werkelijk is. Hoewel ik geen antwoorden zal krijgen zoek ik achter iets verkeerds aan Otis. Iets in zijn beweging, iets in zijn woorden, iets in zijn ogen, maar er is niets. Niets dat mij opvalt.
"Laten we dan gaan voordat het bos helemaal donker is." Stelt de Heler voor om de hele situatie wat luchtiger te maken. Otis, duidelijk nog niet helemaal rustig, vertrekt onmiddellijk achter de woorden van de Heler. Hij controleert zelfs niet of we hem wel daadwerkelijk volgen. De Heler en ik wisselen een blik van verstandhouding voor we ook in beweging schieten.
"Je moet weten, Otis deed ook heel naar tegen mij toen je weg was. Hij was nog maar wakker en hij zat je al te zoeken uit de boom," fluistert de Heler voorzichtig als we op een redelijke afstand van Otis doorwandelen. Otis was duidelijk niet in de stemming om een praatje te slaan.
"Het is allemaal goed en wel dat hij bezorgd is, maar ik kan ook voor mezelf zorgen. Ik hield mijn omgeving altijd in de gaten en heel ver ben ik niet gegaan." fluister ik terug. De Heler knikt even, maar zijn ogen laten zijn bezorgt zien.
"In de mensenwereld kon je dat zo doen om relatief veilig te zijn, maar hier is alles anders. Overal kan er gevaar zijn, in de meest kleine onschuldige dingen, vaak dichter dan je denkt," zijn woorden blijven hangen in de avondlucht. Er is overal gevaar hier, maar we hebben het wel allemaal kunnen trotseren tot nu toe. Otis vond steeds manieren om ons veilig te stellen als er gevaar was. Een schuldgevoel valt over me.
"Ik ga even met Otis praten, verlies ons niet uit het oog," zeg ik tegen de Heler terwijl ik mijn pas versnel richting Otis. Eenmaal bij Otis ontbreken de woorden me om een gesprek te beginnen. Hij kijkt even naar me als ik naast hem verschijn, maar dan kijkt hij weer strak voor zich uit. Hij drukt zijn tanden op elkaar, dat zie ik aan zijn gespannen kaken. Ik neem even de tijd om zijn gezicht in me op te nemen. Alles wijst erop dat hij gefrustreerd is. Zijn gefocuste blik, zij gespannen kaak en de enorme frons in zijn voorhoofd.
JE LEEST
Het meisje met de zilveren ogen
FantasyIris leeft een normaal studentenleven en gaat deze kerst na enkele jaren weer eens naar het kleine familiefeest. Al snel krijgt alles een ommezwaai als ze een connectie legt met een wel zeer eigenaardig, klein meisje. Met de hulp van een onschuldige...