Na tien minuten staan we met z'n drieën aan de uitgang van het ziekenhuis. Rosaline zit in een rolstoel, ik heb krukken vast en Otis heeft een gevulde rugzak plus tas bij zich. Zenuwachtig kijk ik naar de auto's die toekomen, maar tot nu toe is de juiste auto er nog niet bij. Ik zou de auto onmiddellijk herkennen, dat ben ik zeker.
Pas wanneer de laatste zonnestralen dreigen te verdwijnen achter de huizen, zie ik de juiste wagen de parking op rijden. Met nog steeds hetzelfde nummerplaat en de deuk in de kofferbak. Onbewust neem ik Rosaline's hand vast en knijp er in. Ze kijkt me met haar grote ogen aan en glimlacht me toe. Het lijkt dat ze begrijpt hoe ik me voel. Ik wil ze niet zien, maar toch snak ik naar hun aanwezigheid als gevolg van de vele jaren zonder hen. Jammer genoeg is de woede van die jaren net iets groter.
De achterlichten gaan uit als ze geparkeerd zijn. Mijn moeder verschijnt als eerste uit de auto. Haar rode haren, gemengd met enkele blondere haren weerkaatsen de laatste stralen van de gouden zon. Haar postuur is nog niets verandert, haar lachrimpels zijn nog meer aanwezig en haar elegante bewegingen verraden haar dansachtergrond. Ze is nog steeds de moeder die me na zoveel jaren had geknuffeld en in mijn oren had gefluisterd dat het haar zo speet.
Ook mijn vader is nog steeds dezelfde persona. Enkel zijn donkerbruine lokken zijn ingeruild voor en dos grijs haar. Over de auto heen kijken ze elkaar aan en glimlachen even, ze spreken elkaar met hun ogen moed in. Hoewel de liefde tussen hen er van afspringt, bloeit jaloezie weer in me op. Waarom hadden ze nooit voor mij kunnen zorgen met die liefde? Was hun liefde niet groot genoeg om mij erbij te hebben?
"Iris," zegt mijn moeder met een lach en komt naar me toe gelopen. Zonder iets te zeggen slaat ze haar armen om me heen. Wat verbijstert door haar beweging sla ik ook mijn armen om haar heen. Dit had ze nog nooit eerder zo spontaan gedaan.
"Wat ben je groot geworden, net een echte vrouw," zegt ze met fierheid als ze me terug loslaat. Ondertussen is mijn vader bij haar gaan staan. Maar ook hij heeft dezelfde blik als mijn moeder in zijn ogen.
"We zijn blij je weer te zien," zegt hij nuchter.
"Insgelijks," zeg ik wat stuntelig, nog in de war. Ik had niet verwacht dat mijn moeder me een knuffel ging geven. Hun aanwezigheid is plots veel duidelijker dan jaren voordien.
"Wie zijn deze twee anderen? Als ik vragen mag." vraagt mijn moeder lief en gebaart naar Rosaline en Otis.
"Wel, dit is Rosaline en dat is dokter Otis Merke." Tine en Richard kijken onder de indruk naar ons. Wanneer Tine naar Otis kijkt merk ik echter een verandering in haar gelaat. Ze fronst haar wenkbrauwen bijna onzichtbaar en de tevreden glimlach, dat ze eerder had, is verdwenen.
"Fijn om jullie te kunnen helpen. Iris, oma heeft ons een kleine samenvatting gegeven van de voorbije dagen. Wat moet dat veel voor jou geweest zijn en zie je hier nu staan." Mijn vader gebaart naar mij, terwijl hij zijn volgende woorden uitkiest. Er komt echter niets meer. Wat ongemakkelijk lach ik en verwissel mijn steun van de ene voet naar de andere.
"Zullen we anders vertrekken naar grootmoeders huis? Ze zullen vast op ons aan het wachten zijn." Valt mijn moeder in, de vreemde sfeer doorbrekend. We gaan met z'n allen naar de auto, waar we even moeten uitzoeken hoe we alles er in zullen krijgen. De rolstoel van Rosaline kan gemakkelijk opplooien. Otis heft haar met alle gemak uit de rolstoel om haar op de achterbank te plaatsen. Na even puzzelen zitten we dicht op elkaar in de auto.
Rosaline zit tussen Otis en mij. Ze zit opvallend dicht tegen me aan en heeft zich aan mijn arm vastgeklemd. Ze is helemaal niet op haar gemak. Dat kan ik helemaal begrijpen, gezien wat haar in deze situatie heeft gebracht. Om haar tot rust te brengen, zing ik zachtjes mee met de muziek van de radio. Otis en mijn ouders praten wat over koetjes en kalfjes terwijl de duisternis de auto omhult. De avond lucht is helder, de sterren breken door de duisternis. Het zal geen witte kerst worden dit jaar. Sneller dan ik verwacht stopt de auto voor het met kerstlichtjes versierde huis van mijn grootmoeder.
JE LEEST
Het meisje met de zilveren ogen
FantasiIris leeft een normaal studentenleven en gaat deze kerst na enkele jaren weer eens naar het kleine familiefeest. Al snel krijgt alles een ommezwaai als ze een connectie legt met een wel zeer eigenaardig, klein meisje. Met de hulp van een onschuldige...