9

144 8 5
                                    

De ogen van Donn schoten door de zaal en bleven bij mij hangen. Ik gruwelde even. De man die ook in het café was stelde zich voor als Ashton en liep ook met een pistool rond. Ik had het idee dat de andere twee meer voor de sier mee waren, aangezien ze alleen voor de deur stonden toe te kijken. We kregen hun namen ook niet te horen. Bangmakers, waren het. Zo dachten ze sterker te zijn. Maar ik was niet zo snel bang. Lynn en Kaya daarentegen wel.

Ik trok één wenkbrauw op, terwijl Donn me strak aankeek. Hij deed hetzelfde en kwam stap voor stap dichterbij. Mijn hart begon sneller te kloppen, maar ik liet niks merken. Donn boog voorover en keek me met samengeknepen ogen aan. "Dus jij hebt mijn muts kapot gemaakt?" Siste hij. Muts? dacht ik. Welke muts? Langzaam begon er iets te dagen. De bivakmuts die ik op de parkeerplaats van de haven kapot had gereden was natuurlijk van hem! Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan dat ik dat niet eerder had verzonnen. Ik wendde mijn blik af. "Kijk me aan!" Bulderde Donn. Met één vinger tilde hij mijn kin op. Er zat nu minder dan vijf centimeter tussen onze gezichten. In de rest van de zaal was het doodstil geworden. "Ik heb jouw bivakmuts inderdaad kapot gereden." Zei ik, zonder een spiertje te vertrekken. En wonder boven wonder klonk ik zelfverzekerd. Ik zag even de verbazing op zijn gezicht. "Ik ben nog niet klaar met jou, dametje. Je bent een brutale." Hij liet me los en liep, net zoals hij naar me toe kwam, stap voor stap weer weg. Voor hoever je in een restaurant weg kon lopen. Hij ging naast de Bangmakers staan en fluisterde één van de twee iets in zijn oor. Hij grinnikte en keek mijn kant op. Ik draaide met mijn ogen en keek weg. Wat konden ze me aandoen? Ze schoten me echt niet zomaar dood. Ik keek naar het lichaam van het meisje van 15. Haar moeder had een doek over haar heen gelegd. Een voormalig tafelkleed. Ze hadden haar alleen vermoord om ons bang te maken. vermoord, bang. De woorden raasden door mijn hoofd. Ik wilde schreeuwen, gillen dat ik hier weg wilde, maar ik deed het niet.

Lynn pakte mijn hand vast en keek me diep in mijn ogen aan. "Judith, doe niet zo laks! Je realiseert het je niet, maar het gaat hier nu om leven of dood!" Ik zag dat ze het oprecht meende. "Dat realiseer ik me donders goed." Zei ik terug. Toen ik opkeek schrok ik me wild. Met grote ogen keek ik naar Lynn. Vlak achter haar stond Ashton. Hij hield zijn pistool tegen Lynn's slaap. 

floatingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu