De volgende ochtend werden we heel lief door Lieke gewekt. Ze kwam zelfs met een ontbijt op bed aan. In dit huis leek het of een ochtend veel rustiger ging. We konden rustig wakker worden, ontbijten, aankleden en de rest. Het was zoals ik het thuis wel elke dag zou willen.
Youri en ik werden naar school gebracht door een chaffeur! Normaal reed Youri zelf maar hij wilde gezellig met mij achterin de auto zitten.
Voor de poort van de school stond Nicolai ineens.
''Melis, hoe is het, schatje van me? Kunnen we even praten?''
''Wat denk je zelf Nicolai? Denk je dat ik mij na dit allemaal nog in jou ga verdiepen. Ben je helemaal van de pot gerukt? Ik geef je door deze zinnen al te veel aandacht.''
''Melissa, alsjeblieft, geef me even de kans om het uit te leggen.''
''Dom van me dat ik het toesta maar na schooltijd in Café De Boom. Ik neem Youri, mijn nieuwe vriend, wel mee.'' Ik zei extra duidelijk dat het mijn vriend is.
''Tuurlijk maar hij hoeft er niet bij te zitten want ik wil met jou alleen praten. Onder vier ogen, niet onder zes.''
''Dat zien we dan wel.'' Ik keerde hem mijn rug toe en liep naar binnen want de bel zou zo gaan.
Youri en ik gingen voortaan naast elkaar zitten als we samen les hadden. Ik was wel benieuwd wat Nicolai tegen mij te zeggen had.
''Youri?''
''Ja, Melis?'' zei hij met een grote lach.
''Is het goed als ik het gesprek wel met Nicolai onder vier ogen ga spreken. Ik vind dat hij even de kans moet krijgen om zijn verhaal te vertellen. Ik weet het, hij is fout maar ik krijg toch een kind van hem. Dat is niet niks.''
''Is goed maar ik wil daarna wel alles horen.''
''Natuurlijk, vertel ik je alles. Jij bent mijn alles.''
''Dat vind ik lief.'' Het liefste had ik hem gezoend maar om dat nou in een klas te doen, is niet zo'n succes denk ik. Iedereen zou dan raar gaan kijken. Ze kijken al raar omdat ik naast Youri ging zitten.
De rest van de les ging gewoon normaal.
Na school ging ik zo snel mogelijk met Youri naar Café De Boom. We kwamen binnen en ik zag Nicolai al snel genoeg aan ons tafeltje zitten. Youri gaf me een zoen en ging de andere kant op.
''Hoi Nicolai. Vertel me snel genoeg wat je te vertellen hebt. Ik moet mijn Youri weer naar zijn huis. We moeten huiswerk maken en we moeten op zijn broertje en zusje passen.''
''Ik wil je terug. Ik kan niet zonder je. Het leven is zo moeilijk zonder jou. Kom je bij mij terug?''
''Wat denk jij wel niet? Ik heb iets met Youri, Youri wordt de vader van het kindje, jij hebt er niks mee te maken. Dat wilde je toch?''
''Ik wilde het verkeerde. Het is mijn zorg, het is míjn kind! Wij moeten er samen voor zorgen. We horen bij elkaar, Melis. Ik wil je zo graag terug.''
''Nicolai, laat het even zitten, oké? Laat mij even met rust. Ik moet dit eerst laten bezinken. Zoek me alsjeblieft even niet op. Ik moet het even allemaal op een rijtje zetten en uitzoeken.''
''Ik hoop dat je dan inziet dat wij bij elkaar horen.''
''We zien wel. Zie je later.''
Ik stond op en liep naar Youri. ''Hij wilde weten hoe het met mij ging en met de baby. Hij had eigenlijk niks bijzonders te vertellen. Zullen we naar huis gaan?'' Ik kon Youri niet de waarheid vertellen. Ik moest dit zelf uitzoeken, zonder Youri en zonder Nicolai.