Bekentenis

1.3K 27 1
                                    

Het is kwart voor tien en ik sta aan de bar. Ik veeg afwezig met een vochtige doek over het granieten blad van de bar. Mijn moeder volgt met haar ogen mijn bewegingen en vraagt dan nieuwsgierig: 'Bij wie zijn je gedachten?' 'Bij niemand,' lieg ik. Mijn gedachten zijn bij een zekere Engelse jongen met donkere krullen. Niet dat ik Harry leuk vind of zo. Ik hou gewoon van het gevoel dat ik krijg als ik in zijn armen lig of als hij me 's avonds laat nog een berichtje stuurt. Het geeft me het gevoel dat ik er niet alleen voor sta. Maar mijn moeder kijkt me nog steeds argwanend aan. 'Gaat dit over Larissa? Want als dat zo is dan kan ik wel vroeger sluiten vandaag... We zouden er een meidenavond van kunnen maken...' Begint ze. 'Het gaat niet over Larissa,' zeg ik gewoon, zonder op haar voorstel in te gaan. Hoe graag ik ook een gezellig avondje zou willen hebben met haar, ik zou het gevoel hebben dat ik haar iets ontneem. Het is namelijk zaterdag, en elke zaterdagavond om zeven uur komt haar beste vriendin Shauna om bij te praten. Shauna is niet alleen mijn moeders beste vriendin, ze is ook mijn meter. Ze zijn al beste vriendinnen zo lang als ze zich kunnen herinneren, en daardoor is Shauna ook familie geworden. Mijn mama is dan ook de meter van Ciara, Shauna's dochtertje. Of ja... Dochtertje... Ciara is even oud als me, en we kunnen het goed vinden samen. Maar ze komt niet mee met haar mama, ze werkt zelf in een Italiaans restaurant, waardoor ze niet al te veel vrije tijd heeft. 's Zondags zie ik haar wel vaak, dan houden we standaard om drie uur een koffiepraatje met ons vieren bij mij thuis, in de keuken. Ik schrik op uit mijn gedachten die inmiddels bij verse pasta is- van Ciara ben ik meteen naar pasta gegaan- als ik de deur hoor openzwaaien. Ik zie Harry in de deuropening staan en er verschijnt meteen een glimlach op mijn gezicht. Ik associeer hem met blijdschap en vriendschap, dus als ik hem zie kan ik nooit iets doen aan de glimlach die zich telkens automatisch op mijn gezicht verspreidt. Ik zie dat hij ook naar me glimlacht. Zijn groene ogen hebben weer die glinstering die ik meteen zo mooi vond. Ik hoor het vrolijke geklak van mijn moeders hakken. Ze verdwijnt in de zwaaideur van wat wij 'de bakkerij' noemen. Het is de kleine ruimte in het cafeetje waar de gebakjes gemaakt worden. Persoonlijk is mijn favoriet de witte brownie. Ik besef dat ze me alleen gelaten met Harry gelaten had. Als Harry voor me staat geeft hij me een lange knuffel. 'Goedemorgen!' Zegt hij even vrolijk als altijd. 'Jij ook,' glimlach ik. Ik neem stiekem zijn geur op. Hij ruikt zoals altijd naar een mengeling van aftershave, deodorant en... Zichzelf. Als ik hem loslaat speelt hij even met mijn haren. Hij kijkt om zich heen en ziet dan dat we alleen zijn. Totaal alleen. Onze chagrijnige collega's komen altijd een halfuurtje later, en mijn moeder is zo te horen bezig aan het beslag van een of ander gebak. Het metalen keukengerei kan je vrolijk horen kletteren in de pan tot aan de bar, waar ik nog steeds sta. 'Zijn we alleen?' Vraagt Harry verward. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, mijn moeder is in de bakkerij bezig met gebakjes,' leg ik uit. Hij kijkt glimlachend naar beneden. 'Ze laat ons altijd alleen,' fluistert hij. Ik knik. 'Ik weet het,' antwoord ik al even zacht. Ik ken mijn moeder goed genoeg om te weten dat ze Harry en mij privacy wil geven omdat ze denkt dat er meer tussen ons speelt, en ik weet zeker dat Harry daar ook al is achtergekomen. 'Waarom zijn de anderen eigenlijk altijd later?' Vraagt hij. Ik ben blij dat hij van onderwerp veranderd is. 'Omdat ze lui zijn,' lach ik. Harry lacht mee. 'Lui en chagrijnig. Ik snap niet hoe je dit al zo lang volhoudt,' zegt hij. 'Sinds kort is het een pak leuker,' antwoord ik. Harry lacht en begint me te kietelen. Ik schiet in de lach en probeer hem terug te kietelen, maar het lukt me natuurlijk niet. 'Harry,' hijg ik, 'Harry! Ik krijg geen a-dem!' Hij stopt. Ik zoek adem en bestudeer hem dan. Zijn ogen staan ondeugend. Ik wil hem kwaad aankijken maar kan het niet. Ik kan niet boos zijn op hem. Daarom leun ik tegen het muurtje van de bar. 'Soms wil ik boos op je zijn... Maar ik kan het gewoon niet,' zeg ik. Hij houdt zijn hoofd schuin en lacht naar me. 'Dat is geweldig,' fluistert hij in mijn oor. Ik draai me om en geef hem een knuffel. Dan zwaait de deur weer open. Het zijn onze chagrijnige collega's. Ik maak me zachtjes van hem los en neem een lok van mijn lange haren tussen mijn vingers en begin er mee te spelen. Ik voel de blik van Eddie en Marlene, onze collega's branden, maar negeer ze. Praten doen ze niet, maar staren kunnen ze als de beste. Natuurlijk. Ik ben het beu dat ze me nooit aanspreken. Een simpele 'hallo' kan er nu toch ook wel van af?! Blijkbaar zag Harry dat ik me opjaag in onze lieftallige collega's, want hij legt zijn hand op de mijne en kijkt me bemoedigend aan. Ik glimlach naar hem. Waarom erger ik me eigenlijk aan die eigenwijze collega's die ik heb als ik er ook eentje heb die een geweldige vriend voor me is? Dan heb ik veel liever één echte vriend en voor de rest stilzwijgende collega's dan geen echte vriend en collega's die me telkens aanspreken. Ik schrik op uit mijn gedachten als ik het belletje van de deur hoor. De deur zwaait open en twee meisjes, allebei rond de vijftien, zestien, komen door de deuropening gewandeld. Ze zetten zich neer aan een tafeltje tegen de muur en doen de menukaart open. Ik hoor ze iets zeggen over ice tea en koffie, en dan draaien ze zich naar de bar om teken te doen dat ze besloten hebben. Ik loop achter de bar vandaan en begeef me naar hun tafeltje. De een is blond, en de ander bruinharig. Het blonde meisje heeft een hoog stemmetje. 'Twee ice tea's alsjeblieft,' zegt ze met haar hoge stem. Ik knik en neem twee theezakjes en ijsblokjes. In mijn ooghoek zie ik dat het bruinharige meisje ongelovig met haar wijsvinger naar me wijst. Of nee. Ze wijst naar Harry. Ik kijk plagerig naar hem, er van uitgaand dat ze hem knap vinden, maar hij kijkt naar zijn nagelriemen, alsof die super interessant zijn. Ik vind zijn reactie vreemd, aangezien zijn reactie toen er gisteren een jongen duidelijk liet zien dat hij me wel zag zitten. Hij had me plagerig gepord en had net iets te luid 'oelala!' Gezegd. Ik haal mijn schouders op en doe de ijsblokjes in de ice tea's. Ik zet ze op een plateautje en zet het neer voor de meisjes. Als ik terug naar de bar ga zie ik dat Harry met zichzelf worstelt. Ik zeg niets en neem zijn hand en lijd hem naar de privé-ruimte. 'Is er iets?' Vraag ik bezorgd. Harry kijkt me niet aan, maar ik zie dat zijn ogen rood zijn. 'Hé,' zeg ik,'Je mag me het wel vertellen, hoor. Ik ben je vriendin, weet je nog?' Hij knikt droevig, maar er verschijnt zoals ik verwacht had een kleine glimlach op zijn verdrietige gezicht als ik 'vriendin' zeg. 'Harry? Wil je het me vertellen?' vraag ik, 'Ik wil je helpen.' Harry kijkt me aan en ik kijk toe hoe een traan van zijn wang rolt. Hij veegt zijn ogen af met de rug van zijn hand en zegt dan na een tijdje: 'Ik wil het je zeggen, maar je moet me beloven dat je niet anders naar me gaat kijken, oké?' Zijn stem breekt. En mijn hart ook. Ik kan het niet verdragen hem zo te zien. 'Natuurlijk niet!' Zeg ik meteen. Ik pak zijn handen en wrijf er troostend op met de toppen van mijn vingers. 'Ik moet je iets bekennen.' Ik knik, als teken dat hij door mag gaan met zijn verhaal. 'Ik zit in een populaire band, One Direction, en heb nu een lange pauze van mijn werk genomen. Ik ben naar hier gekomen met het idee dat ik 'normaal' kan zijn en een normaal leven kan hebben. Die meiden waren waarschijnlijk fans. En ik... Ik heb je niets verteld omdat ik niet wou dat je me zou zien als Harry Styles van One Direction, maar dat je me leuk zou vinden om wie ik écht ben, wat voor werk ik ook doe.' Ik knik en werp me in zijn armen. 'Ik zou nooit anders naar je kijken om zoiets,' zeg ik, 'Ik zie je gewoon als mijn vriend. Een hele goede vriend.' Ik duw me een stukje van hem af om zijn reactie te zien. Hij wrijft met een paar vingers een lok haar uit mijn ogen en zegt dan met de grootste en mooiste glimlach op zijn gezicht die ik al gezien heb: 'Dát betekent heel veel voor me, Ella Mercer. Je bent geweldig.' Ik lach en fluister dan: 'Dan zijn we samen geweldig.' Ik nestel me weer in zijn sterke armen. Ik sluit mijn ogen en lig met mijn hoofd tegen zijn borstkas. Zijn hartslag versnelt even, van de adrenaline dat hij me dat daarnet bekend heeft denk ik, en vertraagt dan weer. Ik ga écht niet anders naar hem gaan kijken omdat ik nu weet dat hij in een band zit die succes heeft. Ik zie hem nog steeds als mijn lieve, goede vriend Harry. En ik ben zo verschrikkelijk blij dat ik hem ken. Zijn hete adem voel ik op mijn slaap, en ik word er rustig van. Ik ben blij dat ik in zijn armen lig.

A British Love Interest (Ft. Harry Styles)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu