1

6.2K 184 43
                                    

"Beslama mama" zeg ik en geef een kus op haar hoofd. Ik loop de deur uit en onderweg naar school. Ik haat school, nouja, eerder gezegt ik haat de kinderen daar. Niemand helpt me, niemand staat voor me klaar. Behalve mijn mama. Zonder haar wist ik niet wat ik moest doen. Ik heb al eens gedacht aan zelfmoord, maar dat is haram. Ik heb geen werk, ik ben dik, lelijk en arm. Mijn moeder meskiena werkt zich kapot om eten, elektriciteit en water te kopen. Ik heb weinig kleding, ik draag 5 dagen achter elkaar hetzelfde. Vader? Heb ik niet. Heb ik wel maar die was weggegaan van mijn moeder toen ze zwanger was, want ik was een ongeluk. Ze hadden niet gewild dat ik werd geboren, dus wilde mijn vader dat ze me wegdeden, maar mijn moeder wilde dat niet, dus is hij weggegaan voor haar en heeft hij ons alleen gelaten, zonder geld en mijn moeder als schoonmaakster.

Ik stap de bus uit. Ik loop een straat verder en daar sta ik dan. Het gebouw dat mijn leven heeft verpest. Met een zucht loop ik de school binnen.  Ik zet een paar stappen in de school en ik hoor meteen al geroep naar me "hahhahahahaha kijk die varken, ze komt niet eens vooruit!" "Hahahahaha die varken moet terug naar de kinderboerderij, daar hoort ze thuis!" En iedereen lacht. Ik kan wel in de grond zakken. Ik hou mijn tranen in en ren naar mijn kluisje.

Aangekomen bij mijn kluis zie ik Rabab met haar groepje. "Hey zeug, aan de kant je staat voor mijn kluisje" zegt Rabab. "Ik moet even wat in mijn kluisje zetten" zeg ik bang. "Ook nog eens een grote mond?!" Schreeuwt ze en trekt me aan mijn haren over de grond. Ik zie iedereen filmen en lachen. Waarom ik? Waarom helpt niemand mij? Waarom staat iedereen aan de kant van Rabab? Waarom haat iedereen mij? Ik wist wel dat ik lelijk en dik was, maar dat is toch geen reden om mij te haten?

Ik ren naar mijn klas en zit helemaal achterin de hoek. Ik begin te huilen. Niemand is nog in de klas, want de les is nog niet begonnen.

Ik hoor dat er iemand naast mij is komen zitten. Ik durf niet te kijken, want ik weet zeker dat het Rabab is, dus doe ik alsof ik niks heb opgemerkt. Ik voel dat er iemand op mijn schouder tikt. Ik doe langzaam mijn hoofd omhoog en zie dat het een jongen is. Ik heb deze jongen nog nooit gezien, maar hij is echt mooi! We kijken elkaar in de ogen aan. Na een tijdje heb ik door dat ik nwar hem staar, dus kijk ik snel de andere kant op.

"Hey, hoe heet je?" Vraagt hij. Wacht? Gebeurt dit echt? Nog nooit heeft een jongen tegen me gepraat, wel gepraat maar dan werd ik uitgescholden, maar is nooit iemand geweest die mijn naam ooit heeft gevraagt.

"Hoi, Ouahiba" zeg ik zacht en verlegen. Ik ben bang. Dat hij me nu gaat uitschelden, of iets zo een mooie jongen kan nooit tegen zo een lelijk en dik meisje praten. "Ik moet gaan" zeg ik en ren naar de toiletten.

Ik wilde net de wc binnenkomen toen ik tegen Rabab aankwam. Ze was op de grond gevallen. "Kankerhoer kijk is uit, kankerbolle, kijk wat je doet!" Schreeuwt ze. Ik hoor iemand schreeuwen "logisch dat je valt, met zo een gewicht dat tegen je aankomt!" Ik kijk naar beneden en probeer mijn tranen te verbergen. "Ahw kankerhoertje moet huilen, wat sneu" zegt Rabab en haar vriendinnen helpen haar om op te staan. Ik draai me om en zie de jongen weer, hij kijkt me diep in mijn ogen aan. Hij komt mijn kant op rennen, maar ik ren snel weg. Waarom ren ik weg? Komt het doordat er nooit een jongen tegen mij heeft gepraat? Of omdat ik niet weet wat ik moet doen.

Ik ben uitgeput, ik heb niet eens zo veel gerent. Ik zweet onder mijn oksels, omdat ik een grijze trui aan heb zie je het nu nog erger. Ik meld me ziek en ga naar huis. Waarom ben ik überhaupt naar school gekomen? Ik heb toch geen lessen gehad.

Aangekomen bij de bushalte vertrok de bus net voor me neus. Ohh neeee! Heb ik dit weer! Waarom ik? Waarom altijd ik?

Mijn leven die veranderde..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu