Na een tijdje gaat de deur open en komen mijn ouders de kamer binnen. Mijn moeder rent huilend naar me toe en drukt me stevig tegen haar aan. "Drie minuten." zegt één van die vreselijke vredebewakers dan.
Ik sluit mijn armen om mijn moeder heen en ik voel haar lichaam trillen van het huilen. Ik trek me een beetje terug om mijn moeder aan te kunnen kijken. Ze heeft rode vlekken in haar gezicht en hals en met trillende handen veeg ik haar tranen weg. "Je moet er alles aan doen om te winnen lieverd" zegt ze. "Ik weet het mam.. maar ik kan niet vechten of jagen en er zijn wel 23 andere tributen! "
Dan komt mijn vader er ook bij en hij slaat zijn armen om mij en mijn moeder heen. "Je bent slim." zegt hij plotseling. "Je hebt dan misschien geen ervaring met vechten of jagen, maar je bent wel slim. Je deed het altijd goed op school en je hielp Fin zelfs met zijn huiswerk, ook al zat hij twee klassen hoger." Daar heeft hij gelijk in, maar ik hoef in de arena geen wiskunde som op te lossen.
"Bedankt pap, maar ik heb geen praktische kennis waar ik iets aan heb in de arena. Ik weet niks van overleven in de natuur, dat leerden we niet op school." zeg ik, terwijl ik met mijn ogen rol. "En zoals ik al zei, ik kan niet jagen of vechten."
"Maar je bent wel snel. Je bent klein en snel en zolang je een voorsprong hebt op de anderen en bij de rest uit de buurt blijft hoef je misschien niet te vechten." Mijn vader kijkt me met een serieuze en indringende blik aan terwijl hij dit zegt.
"Kom op pap, zelfs als ik op wonderbaarlijke wijze overblijf tot de laatste twee, wat moet ik dan? De kans is wel heel klein dat de laatste tributen met elkaar tot de dood vechten en dat ik dan aan de andere kant van de arena de winnaar ben zonder ook maar iets te doen. Dat is niet realistisch." De blik in mijn vaders ogen verandert van vastberaden naar droevig, alsof het nu pas tot hem doordringt dat de kans erg klein is dat ik zal overleven.
"Mam, pap, ik zal er alles aan doen om te winnen en thuis te komen maar als ik het niet haal moeten jullie je best doen om door te gaan zonder mij. "Mam, ik wil dat je gaat proberen om het zonder mij te redden. Dat je wat meer werk gaat doen, zoals wassen voor andere inwoners. Jullie zullen ook wat geld apart moeten leggen zodat jullie iets hebben voor wanneer jullie niet meer goed kunnen werken." zeg ik, terwijl ik mijn ouders indringend aan kijk.
"Ja lieverd, ik zal het proberen. Maar eerst wil ik je nog iets geven." antwoord mijn moeder. Ze steekt haar hand in haar tas en haalt er iets uit. Ik kan nog niet zien wat het is aangezien ze haar handen stevig om het voorwerp heen klemt. Wanneer mijn moeder het voorwerp aan mij overhandigt voelt het alsof alle zuurstof mijn lichaam verlaat. Het is een ketting. Maar het is niet zomaar een ketting, deze herken ik uit duizenden! De ketting is van mijn moeder geweest. Ze heeft hem jarenlang gedragen voordat zij hem drie jaar geleden aan mijn broer heeft gegeven als aandenken tijdens de hongerspelen. Ik wist niet dat we hem hadden teruggekregen, ik dacht dat hij misschien kwijt was geraakt, dat we hem nooit meer terug zouden zien.
Mijn ogen worden vochtig en het enige wat ik kan zeggen voordat de vredebewaker binnenkomt is: "mam, pap.....".
Mijn vader drukt nog snel een kus op mijn voorhoofd en zegt: "pas goed op jezelf, ik weet dat je het kan. Gebruikt je hoofd, Sonia, onthoudt dat". Wanneer mijn ouders de kamer uit worden begeleid door een vredebewaker kan ik mijn tranen niet meer tegenhouden.
Snikkend zak ik weer neer op de stoel en het duurt even voordat de deur weer opengaat. De volgende die binnenkomt is Amalie. "Je gaat winnen, hè? Anders vermoord ik je." Er verschijnt een klein glimlachje op mijn gezicht. Laat het maar aan Amalie over om elke situatie iets luchtiger te maken met een grap. Als ik haar in de ogen kijk zie ik dat ze ook probeert om niet te huilen en ik trek haar tegen me aan.
We blijven zo een tijdje staan en dan haalt Amalie haar arm los om iets uit haar haar te halen. Het is een zilveren haarspeld en met trillende handen bevestigt ze hem in mijn haar. "Dankje..." fluister ik. Ik geef haar nog een knuffel en dan komt die vredebewaker weer binnen. Al voordat hij zijn mond open kan doen zegt Amalie: " Ja, ja ik kom al".
Ze geeft me een laatste knuffel en loopt treurig de deur uit. Zo heb ik Amalie nog nooit gezien, ze is altijd zo vrolijk. De vredebewaker sluit de deur achter zich en dan ben ik weer alleen in de kamer.
Er zal nu wel niemand meer komen denk ik. Mijn ouders en Amalie zijn al geweest, verder is er toch niemand die afscheid van me komt nemen.
Wanneer de deur weer opengaat verwacht ik dan ook dat het een vredebewaker is die me komt ophalen. Net als ik wil opstaan om de kamer uit te gaan, stapt een jongen de kamer binnen. "Gilo?" Zeg ik verbaasd. Gilo was altijd de beste vriend van mijn broer. Ik heb hem nog wel eens zien lopen op school, maar na de dood van mijn broer hebben we niet meer gepraat. Dat was te pijnlijk, steeds als ik hem zag moest ik aan mijn broer denken. Dan kwamen de herinneringen boven van de uren dat ze met elkaar gespeeld hebben. Ik mocht vaak niet mee doen. Ik was te jong, zeiden ze dan. Of het spel was alleen voor jongens. Toch was Gilo altijd aardig voor me, ook al was ik slechts het zusje van zijn vriend.
"Ja" zegt hij. En dan realiseer ik me pas dat ik zijn naam hardop had gezegd. "Wat kom je hier doen?" vraag ik hem verbaasd.
"Wat iedereen doet als ze hier zijn, afscheid nemen van jou." Hij geeft me een korte knuffel en kijkt me dan aan. "Sorry dat ik je nooit meer heb aangesproken nadat.. je weet wel." Hij richt zijn blik op de vloer en gaat verder. "Ik miste, nee ik mis, je broer heel erg en ik kon jou of je familie niet onder ogen komen. Aangezien dit misschien mijn laatste kans is, wilde ik je toch nog even zien. Succes Sonia. Ik weet dat het zwaar gaat zijn, maar als iemand dit kan overleven ben jij het."
"Dankje." fluister ik. "Misschien kun je een keer langsgaan bij mijn ouders, ze hebben je al lang niet meer gezien. Ik denk dat ze dat fijn zouden vinden, ze hebben je al zo lang niet meer gezien en nu zijn ze helemaal alleen."
"Dat zal ik doen" reageert hij. "Succes Sonia." Vervolgens liep Gilo de deur weer uit, die de vredebewakers al voor hem open hielden, en zo liet hij mij hier beduusd achter.
Toen ik in de stille kamer zat herhaalden alle afscheids gesprekken zich in mijn hoofd. Ik kon alleen nog maar denken: ik moet er alles aan doen om te winnen, om weer thuis te komen. Het moet! Voor mijn ouders, Amalie en natuurlijk ook voor Fin, ik moet doen wat hem niet gelukt is. Ik moet de hongerspelen overleven en weer terug naar huis gaan.
Na een paar minuten kwamen de vredebewakers me halen, om me naar de trein te brengen.
Hallo lieve lezer!
Ik wil jullie bedanken voor het lezen en ik hoop dat jullie het verhaal leuk vinden.
Ik zou het erg waarderen als jullie een reactie zouden achterlaten :)

JE LEEST
The 47th hungergames
FanfictionDit verhaal gaat over sonia. Ze is opgegroeid in district 5 samen met haar ouders en haar oudere broer. Haar moeder is gewond geraakt tijdens het werk in de elektriciteitscentrale en haar broer is omgekomen in de 44e hongerspelen. Nu is ze zelf e...