hoofdstuk 1.

186 11 0
                                    

Miep miep miep miep miep. 'Ughh nee.. ' Ik sla m'n weker uit en sleep mezelf uit bed, loop naar de stoel in de hoek van mijn kamer en maak mijn draak wakker. 'Wakker worden sleepyhead het is tijd om op zoek te gaan naar de Darkriders. Verdriet overvalt me als ik terug denk aan de avond van twee jaar geleden. Aan de last die ik toen op me kreeg. Op je 15 jaar tot Drakenwachter  benoemd worden door de Opper Draak is nogal wat. En aan de dood van mijn moeder. En ik word plots woedend. Woedend op de Darkriders die haar van me afgepakt hebben. 'Mama, ik zal je wreken lieve mama.'

Ik loop naar mijn badkamer in m'n kleine appartementje in LA. Ik moest de bergen verlaten omdat de dorpelingen een luchtje kregen van wat er was gebeurt. En LA leek me de veiligste plek omdat iedereen daar met aparte stijlen rond loopt, dus ik val hier niet op met m'n zwart goud rode haar. En ik gebruik mijn zwarte ray ban om mijn ogen te verbergen.

Ik pak mijn rugzak en stop momo, mijn draak, er in. - Ik ga nergens heen zonder momo. - Ik pak de sleutels van mijn Motor, een zwarte R1. Man wat een mooi ding, toen ik hem zag staan kocht ik hem meteen.Hoe sneller hoe beter. Mijn zwaarden verstop ik onder mijn rugzak. Oke daar gaan we.

Ik rij mijn straat uit, over de snelweg naar de achterbuurt van LA. Ik had een gerucht opgevangen dat daar een paar mannen waren gezien in zwart, bewapend met zwaarden en bogen. Dat moet gecheckt worden. Ze mogen niet naar de bergen gaan. Waar ik ze juist heen lokte toen ik daar nog woonde. Ik word zegmaar nogal gezocht door de Darkriders omdat ik een paar van hun riders heb vermoord. Ik kijk naar mijn pols en zie daar 38 streepjes staan. Nouja misschien heb ik er toch meer als een paar vermoord.

elke keer als ik er een vermoord laat ik er een streepje bij zetten.

Ik let niet op en zie een auto niet aan komen. Ik ontwijk hem en rij daardoor de snelweg af de berm in. Lekker dan nu moet ik me motor de berm uit duwen. Als ik op kijk om te zien waar ik hem er het best uit kan duwen zie ik een weggetje het bos in lopen. 'Momo kom eens uit die rugzak en ga eens dat weggetje verkennen.' Momo kruipt uit m'n rugzak en vliegt naar het weggetje toen. Hij snuffel wat rond en vliegt dan een stukje verder. Dan verstijft hij een vliegt haastig naar me terug. Hij grauwd en spuugt vuur en rook wolkes uit, begint aan mijn haar te trekken en wijst naar het weggetje. 'Momo doe eens rustig wat is daar dan?' Hij vliegt een stukje vooruit blijft daar in de lucht hangen en gebaard dat ik hem moet volgen. Ik start mijn motor en rij achter hem aan. Al snel zijn we een behoorlijk stuk van de snel weg vandaan en mijn krachten staan op allert. Dan voel ik de kracht ook. De kracht die momo waarschijnlijk hier heen drijft. Een soort lok roep. Maar dat kan niet. Want er zijn in dit deel van LA geen draken. Nu word ik nieuwschierig over wat het kan zijn. Alleen heb ik veelste laat door dat we een val in rijden. Ik word van mijn motor getrokken en op de gront gepint. Ik hoor Momo brullen en ik ruik verschoeit haar. Oh wat ben ik toch trots op die draak van me. Een vechter net als ik. Ik rijk onder mijn rugzak en trek mijn zwaarden te voorschijn. Ik ben mijn aanvaller te snel af . Ik sta alweer overeind en haal hem neer met mijn zwaard. Hij springt op en trekt twee messen. Ik pak mijn zwaarden stevig vast en ga ik aanval houding staan. Ik doe mijn zonnebril af want ik wil dat hij mijn ogen ziet. Ik wil dat hij weet wie ik ben. Zijn ogen worden groot van angst en verbazing. Maar dan glimlacht hij vals en slaat toe. Hij valt me aan met twee messen te gelijk. Zoals ik had verwacht. Met één haal met mijn linker zwaard sla ik de messen uit zijn hand. Dan word ik van achter door twee paar handen vast gekregen en er word touw om mijn voeten gedaan. 'Kijk eens wie we daar hebben.' Hoor ik achter me. Ik probeer om te kijken maar die klerenkasten van mannen heeft me te strak vast. Dan loopt de man mijn blikvelt in. Hij is lang en heeft zwart haar.

Nu ik nog eens goed kijk ziet hij er helemaal niet oud uit. Rond de 19. De man is geen man. Het is een jongen. Een tiener. Net als ik. Hij is denk ik maar twee jaar ouder als mij.

She's on fireWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu