Einde

1.1K 62 24
                                    

Ik nam het kistje aan en bedankte de agent. Ik sloot de deur, en als in een soort trance liep ik terug naar de woonkamer. Ik liet me op de bank zakken en Bein ging naast me zitten. Ik staarde naar het kistje, en kon niks uitbrengen. Ik hoorde dat hij tegen me praat, maar verstond er niks van. Het was allemaal heel ver weg. Toen voelde ik opeens 2 handen op mijn schouders en ik schrok op. Daar zat Bein me ongeduldig aan te staren. Ga je het nou nog openmaken of niet? Ik knikte en slikte. Ik focuste me weer op het kistje, en langzaam tilde ik de deksel op. Ik hield mijn adem in, en keek wat er in het kistje zit. Geen foto’s, geen brief van mijn vader. Alleen maar al onze mobieltjes. Al onze mobieltjes, die ze hebben afgepakt, zaten erin. Ik voelde de tranen opkomen. Niet omdat ik verdrietig was, helemaal niet juist. Ik moest huilen omdat ik het een teleurstelling vond. Al die tijd heb ik nagedacht over dat stomme kistje, en nu zitten alleen onze stomme telefoons er in. Misschien had ik stiekem toch gehoopt op mijn vader. Misschien had ik gehoopt op een nieuw avontuur. Ik weet het niet. Maar ik moest huilen, en Bein troostte me. Ik voelde me net een panda met mijn uitgelopen mascara, maar het kon me niks schelen. Ik weet niet hoe lang ik heb gehuild, maar op een gegeven moment waren er geen tranen meer over. Ik ga me even opfrissen. Snufte ik en ik liep naar boven. Ik liet wat koud water over mijn polsen glijden en haalde een washandje over mijn gezicht. Vervolgens liep ik weer naar mijn kamer en smeerde weer wat mascara op mijn wimpers. Ook deed ik wat concealer rond mijn ogen voor de rode vlekken. Vervolgens liep ik weer naar beneden. Ik pakte mijn telefoon en appte Angela en Sanne. Zuchtend legde ik mijn telefoon weer weg en keek ik Bein aan. Ik ben blij dat jij er voor me bent. Zei ik, en ik keek hem aan. Hij grijste. Ik ben ook blij dat ik er voor mij ben. Ik gooide een kussen naar zijn hoofd, en hij raakte hem vol in zijn gezicht. Bam! Honderd punten voor mij! Riep ik blij. Hij lachte, en ik lachte mee. Nee, maar ik meen het, ik ben echt blij dat ik je heb leren kennen. Zonder jou was ik nooit thuis gekomen. Ik weet niet eens of ik dan nog wel geleefd zou hebben. Ik slikte, en Bein keek me aan. Langzaam kwam zijn hoofd dichterbij. Ik slikte en keek naar zijn lippen. Ik voelde zijn lippen op die van mij, en ik kuste terug. Hij trok terug en fluisterde: het is voorbij. Ik knikte mijn hoofd. Het is inderdaad voorbij.

Nu lig ik hier in bed, en heb ik alles opgeschreven. Morgen ga ik het aan Marja geven, zodat ze me kan helpen. Na de kus met Bein is hij weggegaan en heb ik hem niet meer gezien. Het is nu al bijna 2 maanden geleden, en ik heb weer rust. De mensen van die enge organisatie zijn allemaal de gevangenis ingedraaid, en ik heb geen nachtmerries meer. Ik heb iedereen haar mobiel teruggegeven en het blauwe kistje weggegooid. Alles wat me herinnerd aan die tijd is het huis uit en ik heb mijn leven weer terug. En opeens besefte ik me: Alles is, nu pas, echt helemaal voorbij.

HORROR KAMPWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu