1. Een boek

165 8 0
                                    

Ik sta op het gras. Er waait een briesje door mijn gezicht en tegelijkertijd waaien de bloemblaadjes in het rond. Ik kijk voor me uit. Een feloranje zon gaat onder en zwarte vogels vliegen richting de horizon. Ik wil ook vliegen, weg van deze wereld. Weg van dit huis in ieder geval. Maar het kan niet.

BOEM! Ik schrik wakker van een dicht slaand raam in mijn kamer. De gordijnen wapperen wild in de wind en ik kijk op mijn wekker. 03:54. Fijn, het is weer maandag. Ik kan naar school. ZUCHT. Nog een paar uurtjes slapen, voordat de saaiste vakantie van de wereld voorbij is en een nog vervelendere tijd begint. School. Ik hoef me tenminste niet te vervelen, want ik zal wel weer de hele dag op de studeerkamer huiswerk zitten te maken. Kara maakt dan weer een een of ander vaag stoofpotje of ovenschotel, wat nergens naar smaakt. En dan om half tien weer naar bed, nog twee uur wakker liggen en nadenken over hoe ik uit deze rotplaats kan ontsnappen. En dan weer wakker worden en dan begint alles weer van voor af aan.

Ik kan niet meer in slaap komen en besluit om door het huis te sluipen. Ik stap uit bed en de wind blaast mijn witte nachtjapon omhoog, waardoor de koude lucht onder me door kruipt en ik krijg het meteen ijskoud. Snel pak ik uit mijn kleerkast een dik vest en dan sta ik bij de deur. Daar luister ik of ik Kara op de gang kan horen, maar die ligt vast al in bed. Ik haal de klink zachtjes naar beneden en trek de deur langzaam open. Ik zet de deur op een kiertje en kijk voorzichtig door de opening of er ergens Kara op me staat te letten. Maar ik zie niks dan een lege, donkere gang. Ik maak de deur verder open en zet een voet op het tapijt van de gang en sluit de deur achter me heel zachtjes. Via de gang is het hekje waar ik door naar beneden kijk en zie ook daar nergens Kara staan. Ik kijk nog een keer goed om me heen en dan loop ik rechtdoor, richting het ronde raampje. Ik kijk naar buiten en ik kan het gele licht van de lantaarnpaal buiten op de oude wilg zien schijnen. Dan ga ik naar links en loop de houten trap af, de treden kraken bij elke stap die ik zet, hoe voorzichtig ik ook loop. Snel kijk ik naar boven of de deur van Kara openvliegt, maar er is geen beweging. Ik slaak een zucht van opluchting en zet dan mijn voet op de koude, houten vloer. Ik ben beneden en loop naar links, richting de studeerkamer. Ons huis is groot en heeft tientallen deuren, maar zelfs een vreemde zou deze deur herkennen als een deur naar een studeerkamer. De eiken houten deur heeft prachtig uitgehakte figuurtjes. Ik open de deur en de kamer is pikkedonker. Ik reik naar rechts voor het lichtknopje, maar in plaats van het lichtknopje voel ik een harig lichaampje dat piepend wegkruipt wanneer ik het aanraak. Ik moet mijn uiterste best doen om niet te gillen. Ik probeer weer rustig te worden en ben opgelucht als het licht eindelijk aangaat. De studeerkamer is nu verlicht met een wit-geelig licht. Links en rechts staan overvolle boekenkasten en in het midden staat een groot, houten bureau tegen het grote raam. Buiten regent het, en het waait ook flink. Voorzichtig sluit ik de deur weer achter me dicht en ik loop langs de boekenkast. Maar ik heb nu eigenlijk geen zin om te gaan lezen. Dus ik ga op de bureaustoel zitten en kijk vermoeid naar buiten. Door het licht zie ik mijn spiegelbeeld in het raam en mijn rode haar is een totale chaos. Ik brobeer het weer op orde te krijgen, maar het wordt alleen maar erger. Uiteindelijk laat ik het voor wat het is.

Het valt me nu pas op dat er een groot, dik boek op tafel ligt en ik kijk meteen naar de titel. Ik blaas het stof van het boek, maar ik zien geen titel, ik zie iets anders. Een grote afbeelding is te zien met daarop een koning en een koningin, voor hun liggen zes wolven en naast hun lopen ook nog zes wolven. Allemaal hebben ze hun eigen kleur. Vooral de wolf in het midden valt op, hij is prachtig wit en donkerblauwe ogen. ik weet niet waarom het boek hier ligt maar ik open het boek, want ik word ontzettend nieuwschierig. Op het moment dat ik de eerste bladzijde wil openslaan hoor ik een harde klap. "Eva! Kruip onmiddellijk terug in je nest of ik kom je halen!" klinkt het woedend vanaf boven. ik sla het boek snel dicht en ren naar boven, Kara's woedende blik ontwijkend. ik doe de slaapkamer deur dicht en probeer te gaan slapen.

Eva, Het Wolvenmeisje (on hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu