Hoofdstuk 3

205 16 2
                                    

Greetings Mortals! I come with glaaaad tidings. Ik las dit hoofdstuk terug en dacht LOL FAAL. It's Emily bitches, so you better prepare. Emily hoort bij Ezziedoll (nou ja het is een personage van Ezziedoll). I WANNA BE THE VERY BEST, LIKE NO ONE EVER WAS. Sorry heb Pokémon theme song in mijn hoofd. Misschien ga ik er ooit nog eens een fan fic over schrijven so you better get used to it cuz I do what I want! Enjoy! 

Hoofdstuk 3

Chaos.

Dat was het enige woord dat bij deze situatie leek te passen. Mensen renden gillend naar buiten terwijl ik met bonzend hart achter de pilaar stond, hopend dat ik niet opgemerkt zou worden. Veel van de vrouwen struikelden over hun lange jurken maar weinig van de mannen leek dapper of galant genoeg te zijn om hen te helpen. Ik wou dat ik durfde te helpen maar mijn lichaam leek bevroren te zijn terwijl mijn gedachten op volle toeren draaiden.

Ik zakte neer en haalde diep adem terwijl het geschreeuw om me heen door bleef gaan. Alles was zo vreselijk luid en ik wou in elkaar krimpen van angst. Drukte en chaos had me altijd al bang gemaakt, alles  liet een te grote indruk op me achter. Ik wou wegrennen maar ik kon het niet, deels omdat ik niet durfde, deels vanwege de waarschuwing van de man.

(Sophie, 14 jaar) Angst was het enige wat ik kende. Ik voelde hoe mijn lichaam zich langzaam vulde met het verlammende middel van paniek. Mijn ademhaling werd onregelmatig en alles leek zo vreselijk scherp en wazig tegelijk. Al mijn instincten vertelden me dat ik moest rennen maar ik wist niet waarvoor. Alleen de angst was er nog, en de vreselijke pijn die het met zich mee bracht en me gek leek te maken van machteloosheid.

Ik trilde en er stroomden tranen over mijn wangen. Ze proefden naar alle afschuwelijke emoties en ik wou het uitschreeuwen maar de onzichtbare macht hield me tegen.

‘Red me…’ mompelde ik. ‘Help me… Iets of iemand, help me…’ mijn stem sloeg over en de wanhoop droop er vanaf. ‘Help me…’ huilde ik.

‘Waarmee?’ vroeg een stem achter me. Ik draaide me om en zag haar, het meisje met het donkere haar dat voor haar gezicht hing. Haar blik leek zo leeg maar haar ogen waren gevuld met een vuur dat me liet schrikken.

‘Niks. Ga weg.’ Zei ik, terwijl de paniek en angst plaats maakte voor een brandende woede. Tranen stroomden zonder enige controle over mijn wangen en kwaad schudde ik mijn hoofd.

‘Sorry hoor,’ zei het meisje, hoewel het niet klonk alsof het haar speet. ‘Ik dacht dat je hulp nodig had.’

‘Niet van jou,’ zei ik. ‘Jij bent zeker die nieuwe?’

‘Ik ben altijd nieuw.’

‘Fijn voor je.’

‘Je bent bevooroordeeld.’ Ondanks het feit dat ze waarschijnlijk even oud was als ik sprak ze alsof ze al een heel leven achter zich had. Ik snoof minachtend. ‘Ik kan mezelf heus wel helpen.’

‘Ja daarom smeekte je daarnet ook om “iets of iemand”’

‘Als je vrienden wil maken is dit niet de beste aanpak.’ Ik keek naar het meisje en ze fronste haar wenkbrauwen.

‘Ik wil geen vrienden maken en ik doe wat ik wil. En trouwens, jij was hier degene die om hulp vroeg en ik antwoorde. Niet mijn fout.’

‘Jij zou me toch niet kunnen helpen.’ Ik keek naar het plafond boven me. ‘Ga uit mijn kamer.’

‘We moeten een kamer delen.’

‘Ik deel niet.’ Ik draaide me om zodat ik naar de muur keek in plaats van naar dat kind. Ze moest weg, ik wou haar hier niet.

Unspoken TruthWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu