Pov Louis:Zachtjes haal ik mijn vingers door zijn brandschone haar. Ik masseer voorzichtig zijn hoofdhuid, terwijl we samen op de één persoons stoel zitten in de gezamenlijke ruimte. Het is vandaag erg stil in de kliniek, en zelfs in de meest populaire ruimte zijn wij de enigste gasten. De stoel waar we op zitten is veel te klein voor ons beide, maar we maken er geen probleem van. Harry ligt met zijn benen over de armleuning, steunend met zijn hoofd op mijn arm. Zorgeloos staren we beide naar het grote scherm met de betekenisloze animaties er op. Normaal zou ik het vreselijk vinden, maar tot mijn verbazing gaf het mij nu rust. Het leven was simpel, Harry en ik tegen de wereld. En hoewel ik er niet totaal zeker van voelde het toch goed. Normaal bijna.
Harry ligt met zijn gezicht van mij af, maar door de kleine rimpels bij zijn ogen kan ik zien dat hij af en toe glimlacht. "Louis?" Hij draait zich om naar mij. "Ik denk dat ik weet wie jou van de trap af geduwd heeft." Fluister hij. Alle lucht verdwijnt plotseling uit mijn longen en ik hap naar adem. Pijnlijk bijt ik op mijn lip van spanning. "Wie?" Ik het enige wat ik vraag. Harry wend zijn blik af en begint zenuwachtig te stotteren. "N-nou ik weet het niet zeker, maar-." Harry stopt plotseling met praten en draait zich geschrokken om naar de deur. liam staat hijgend in de deur opening, zijn gezicht lijkbleek. Paniek was in zijn ogen te zien waardoor mijn hart een slag over sloeg. "James is hier, hij is naar je opzoek Harry." De woorden lieten de tijd voor een paar seconde stil staan. Harry draait zich om naar mij met de meest angstige blik die ik ooit gezien heb. Dit is foute boel.
Harry wilde meteen naar de deur rennen om zo snel mogelijk uit het gebouw te komen, maar liam hield hem tegen. "Het raam." Was het enigste wat hij zei en duwde mij gehaast die richting op. Zijn woorden waren vaag in mijn hoofd, alsof ik half sliep en de stemmen op de achtergrond in mijn droom hoorde. Maar er was één woord dat ik kon filteren uit de waas. "Het raam?! Liam nee... dat durf ik echt niet!" Mijn hoogtevrees was met de jaren erger geworden, als kind had ik geen angsten. Maar hoe meer je leert over de wereld hoe vreselijker het word. En van alle verdiepingen die er waren zaten wij op de derde, dat hielp ook niet bepaald mee. Liams blik werd hard en zijn stem was ijskoud. "Luister Louis, dit is de enigste kans om Harry en jezelf te redden. Gaan we via de voordeur dan is het gedaan met jullie allebei, oké? Als je nú niet via het raam naar beneden gaat zal James binnen 2 minuten de kamer in stormen en jou voor de rest van je leven in het smalste kamertje dat je ooit zult zien opsluiten. Of erger nog, hij zal je lachend tot de meest pijnlijke dood die er is brengen. Snap je dat?" Mijn handen beginnen te trillen nu ik er achter kom in wat voor gevaar we eigenlijk lopen. Dit is leven of dood. En dit keer, kies ik voor leven. "Snap je dat louis?!" Dreunde de kille stem van Liam door mijn oor. Ik knikte vastberaden en liet mijn handen over het raamkozijn heen gaan. Één blik naar beneden was genoeg om te zien hoe vreselijk het zou zijn om per ongeluk los te laten. De hoogte maakte mijn benen zo slap als spaghetti sliertjes maar ik had geen keus. "Pak de regenpijp vast en laat je langzaam naar beneden glijden, maar pas op. Je moet de ramen vermijden of hij zal binnen één seconde weten waar je bent. Als je beneden bent ga via de poort van het hek naar buiten, hier is de sleutel." Liam haalt de sleutelbos uit zijn zak en frummelt een klein sleuteltje eraf die hij in Harry's handen legt. "Zorg dat je zo snel mogelijk naar een zwarte Mercedes gaat oké? Zayn is als het goed is nu in de auto en zal jullie naar het vliegveld brengen." Mijn hersenen kunnen moeilijk bevatten wat Liam allemaal gezegd heeft maar er is geen tijd om te aarzelen. "Ik ga James proberen af te leiden, maar hij is niet dom. Ga zo snel als je kan oké?" Harry en ik knikken beide met tranen in onze ogen. Liam zucht en trek ons snel voor de laatste keer in een knuffel. "Zorg voor elkaar." Fluistert hij zacht waarna hij los laat en de deur uit stormt. "Ik ga eerst." Besluit Harry haastig. Hij gaat met beide benen over de rand van het raamkozijn zitten en pakt met zijn handen de regenpijp stevig vast. Langzaam laat hij zijn hele gewicht er op leunen. "Harry pas op." Slik ik moeilijk als ik hem zichzelf zachtjes naar beneden zie laten glijden. "Louis we hebben geen tijd, we moeten tegelijk." Het zweet breekt me uit als ik naar de dunne regenpijp kijk, dat gaat mijn gewicht niet houden. Dat gaat óns gewicht niet houden. "Louis... alsjeblieft. Doe het voor mij?" Smeekt Harry mij met angstige ogen. Hij was ondertussen al een stuk naar beneden gegleden maar was gestopt toen hij mij zag twijfelen. Ik móet dit doen, voor Harry. Ik blijf die zin herhalen in mijn hoofd en ga zo snel mogelijk op het raamkozijn zitten. Per ongeluk vliegen mijn ogen naar de grond de diepte in, en mijn hele lichaam begint opnieuw te trillen. Één verkeerde beweging en ik lig beneden. Doe het voor Harry, herinnerd mijn hoofd me. Dat mijn laatste gedachte tot ik eindelijk de moed heb om de regenpijp vast te pakken en samen met Harry vlug naar beneden te glijden. En het lukt, op tijd.
JE LEEST
No words || larry stylinson || dutch
Fanfiction'Waarom zit jij hier?' Vraagt Louis. Harry zegt niks. 'Harry praat niet.' zegt het rood harige meisje naast hem. 'Je kan het proberen maar dat gaat je niet lukken.' Louis wil net iets aan het meisje vragen maar ze is hem voor. 'Niemand hier heeft oo...