hoofdstuk 5

495 21 8
                                    

Hoofdstuk 5

Ik word wakker en ik en Jack staan in een donkere kamer. Het is meer een grote hal. Ik kijk om me heen. Het is overal donker. Er is een klein beetje licht die vanboven uit het plafond komt. Ik sta recht en kijk rond. Jack ligt nog bewusteloos op de grond. Er is 1 deur. Hij is gesloten. Zoals ik wel dacht. Ik zie dat Jack wakker wordt.
“W-waar zijn we?” zegt hij nog een beetje suf.
“Ik weet het niet!”
“Wat gebeurde er in Arendel?”
“Er… er nam iemand bezit van mijn lichaam. Eerst krijg ik hoofdpijn en dan neemt hij mijn lichaam over.”
“Hij? Wie bedoel je? Is dit al eerder gebeurt.” Zegt hij terwijl hij naar me toe vliegt en mijn schouders vast heeft.
“Ja.” Zeg ik terwijl ik naar achteren loop. “Toen ik Anna raakte met ijs had hij bezit van me genomen! Ik wilde dat niet.”
“Wie was het?”
“Hij zegt zijn naam niet. Het is een man met een duistere stem.”
“Pitch.” Hoor ik Jack fluisteren.
“Wie is Pitch?”
“De man die zorgt voor nachtmerries. Hij haalt zijn kracht uit de angst van mensen. De boeman!”
“Waarom wil hij ons?”
“Wat zei hij tegen je?”
“Hij had het over jou. Hij wilde jou pijn doen!”

“Ik zie dat het hier gezellig is!” hoor ik dezelfde duistere stem zeggen.
“Luister Pitch wat wil je van ons?” zegt Jack terwijl hij ronddraait in de kamer. Ik zie niemand staan in de kamer tot ik plots een grote schaduw zie staan. Jack komt voor me staan, hij ziet dat ik bang ben.
“Wat ik wil? Ik wil iedere beschermer stuk voor stuk kapot maken. Te beginnen met jou!”
“En wat heeft Elsa daar mee te maken?” zegt hij luid, de schaduw verdwijnt maar hij is nog in de kamer!
“Ze maakt deel uit van het plan.” Zegt hij terwijl hij plots van achter mij mijn arm neemt.
“Jack!” ik schiet naar de schaduw maar het raakt hem niet! Hij blijft trekken aan mijn arm. Jack probeert ook te schieten. Ik blijf trekken tot hij los laat. Ik ga naast Jack staan en dan verschijnt de schim. Het is een lange man. Donker haar, grijze huid en een kwaadaardig lachje.
“Leuk je weer te zien Jack.”
“Laat haar met rust Pitch!”
“Ik ben met haar niets van plan hoor. Ik wil mijn wraak!”
“Wat heeft zij er mee te maken.”
“Ik weet dat je om haar geeft. Dus als ik haar pijn doe, doe ik jou pijn.”
“Laat haar met rust dit is iets tussen ons!”

Ik loop naar achteren en kijk hoe we hier weg zouden kunnen raken. Ik kijk naar het plafond, waar het licht vandaan komt. Als ik daar naartoe schiet dan zouden we weg moeten geraken. Jack begint Pitch aan te vallen. Ik loop naar Jack en fluister wat we zouden kunnen doen. Jack kijkt naar boven naar een gat waar licht uit komt, schiet met zijn stok op dat gat. De brokstukken vallen naar beneden. Jack pakt me bij mijn zij en hij vliegt de lucht in terwijl hij alle brokstukken ontwijkt.
“Nee!” hoor ik Pitch roepen. We komen boven de grond in een donker bos.
“Wat nu?” Vraag ik hem.
“Ik moet de grote eik vinden.” Zegt hij. Ik kijk in de verte en zie een grote eik staan. Hij vliegt er naartoe maar voor we daar aankomen stopt hij bij een hele kleine sierlijke boom. Hij doet de schors open. Het is een deurtje. Dan neemt hij twee bollen die in het deurtje zitten. Hij geeft één aan mij en zegt: “Bewaar het goed?”
Hij schut met de bol die hij vast heeft. Het is als een sneeuwbol. Er verschijnt een soort ijsberg met een huisje op, hij gooit de sneeuwbol voor hem en er verschijnt een portaal.
“Jullie kunnen niet vluchten.” Hoor ik Pitch zeggen.
Jack neemt mijn hand en we springen door het portaal. We komen aan bij het huisje dat ik zag op de bol.
“Waar zijn we?” vraag ik hem verrast.
“Dit is het huis van een goeie vriend van mij!” Het is een huis op een grote berg van sneeuw, maar het huisje is slechts zo groot als een herenhuis. Het is gezellig versierd met lampjes. Het ziet er leuk uit, behalve dan de 2 yeti’s die voor de deur staan;
Als ik naar binnen wil gaan blokkeren de yeti’s de deur voor mij.
“Het is goed, we vluchten voor Pitch!” de yeti’s schrikken en gaan opzij. We komen aan in een grote kamer waar yeti’s en elfjes speelgoed maken.
“Is dit het huis van de Kerstman?” vraag ik stomverbaasd, maar dan komt een man uit de deur en zegt: “Hohoho.”
“Dag North!”
“Jack? Wat doe jij hier?” zegt de Kerstman verbaast. Ik loop naar voor om hem te zien. Hij is groot, redelijk dik en hij heeft op zijn armen tatoeages met op de ene arm goed en de andere arm stout.
“We werden gevangen genomen door Pitch!”
“Pitch is terug? Maar hoe?”
“Hij zat in Elsa’s hoofd om zo bij ons te komen!”
“Ah dus dit is het meisje waar je het altijd over hebt! Ze wel knap.” Zegt hij terwijl hij hem een vuistje tegen zijn schouder geeft! Ik voel mezelf een beetje blozen.
“Daar zijn we hier niet voor North, Pitch zal weten dat we hier zijn! We moeten de anderen bijeen roepen!” zegt Jack mompelend.
“Je hebt gelijk!” Hij gaat naar een soort gigantische luidspreker en roept: “hohoho”. Ik zie dat er noorderlicht naar 4 verschillende richtingen gaat.
“Wie zijn de anderen?” vraag ik Jack. Net wanneer ik dat zeg gaat het dak open en komt een gouden wolk van zand naar beneden. Er zit een klein mannetje op die wolk. Hij is ook gemaakt van het gouden zand. Hij stapt af van het wolkje en zuigt het wolkje op in zijn hand.
“Hallo Zandy, goed je weer te zien!” zegt Jack. Het zandmannetje laat een hoedje verschijnen en maakt er een buiging mee!
“Kan je niet praten?” vraag ik het mannetje. Hij wijst naar mij en laat een vraagteken op zijn hoofd verschijnen.
“Dat is Elsa, de vriendin van Jack.” Zegt North. Hij neemt mijn hand en geeft er een kusje op.
“Jij bent galant.” Zeg ik hem. Dan laat hij weer een paar tekens op zijn hoofd verschijnen ik denk dat hij dank u bedoelt. Plots verschijnt een gat onder mijn voeten. Ik val naar beneden, maar word opgevangen door iemand. Het is zacht. Hij draagt me terug boven de grond. Ik doe mijn ogen open en zie dat het een konijn is. Hij zet me neer en zegt lachend: “Nu is mijn entree verpest. Sorry juffrouw, ik had u niet gezien.”
“Je mag me Elsa noemen en het geeft niet, je hebt me goed opgevangen.” Zeg ik lachend. Hij is wel een groot konijn met een riem waar eieren in zitten en een boemerang. Hij is vast de paashaas.
“Is dit die vriendin van je Jack. Mijn naam is Bunny.” En wanneer hij dat zegt vliegt het raam open en komt een fee binnen.
“Ben ik te laat? Sorry veel werk. Jij daar er zijn tanden vergeten in Frankrijk ga vanavond terug!” zegt de fee snel terwijl ze heen en weer vliegt. Ze is vol met veren, buiten haar gezicht. Ze zijn blauw, paars, geel en groen. Zo mooi!
“Tooth, rustig het gaat over Pitch.” Wanneer North dat zegt is het stil. Tooth staat plots stil en de kleine vogeltjes gaan op de grond staan.
“Wat? Pitch? Dat kan niet?” zegt Bunny.
“Hij zat in Elsa’s hoofd om wraak op ons te nemen!” Zegt Jack.
“Wat moeten we doen? Straks zijn we weer zo zwak en geloven kinderen niet meer in ons!” zegt Tooth.
“Dat is inderdaad het plan Tooth. Goed opgemerkt.” Hoor ik Pitch zeggen. Hoe is hij hier binnen gekomen? Bunny neemt zijn boemerangs, North neem zwaarden, Zandy maakt zwepen van zand, Tooth en haar kleine vogel helpertjes vliegen boven hen en Jack neemt zijn staf in zijn hand en gaat voor hen staan. Ik weet niet wat ik moet doen.
“Ik wilde jullie één voor één uitschakelen, maar zo zal het ook wel lukken!” dan schiet hij hetzelfde stof als Zandy maar dan zwart. Van dat stof maakt hij paarden, zwarte paarden. Ieder paard gaat naar één van ons. Er komt één mijn richting uit. Ik bevries hem. Ik zie dat Jack hetzelfde doet. Dan helpen we de andere en bevriezen de drie overige paarden, plots is Pitch verdwenen.
“Hij is hier nog! Ik voel het in mijn buikje.” Zegt North. We staan in een cirkel rond te kijken waar hij is.
“North zijn buik heeft het nooit verkeerd!” zegt Jack lachend tegen me. Plots verschijnt Pitch en ik laat uit angst een schild van ijs verschijnen tegen hem. Iedereen komt achter mij staan. Pitch valt aan tegen het schild. Ik gebruik al mijn kracht om het schild zo sterk mogelijk te maken. Hij mag geen mensen meer pijn doen. Plots gebruikt hij minder kracht, doet zijn handen aan zijn hoofd en kijkt me recht in de ogen. Dan krijg ik weer de vreselijke hoofdpijn en val op de grond.
“Bunny, neem Elsa en breng haar naar een veilige plek!” hoor ik North zeggen. Bunny neemt me vast, de hoofdpijn word erger.
“Ik zal je krijgen, maakt niet uit waar je naartoe gaat.” Zegt Pitch in mijn hoofd.
 Het voelt alsof mijn hoofd ontploft. Bunny neemt een sneeuwbol en schut ermee.
“Gaat het nog?” vraagt hij haastig. Ik wil ja zeggen maar het gaat niet! Mijn hoofd doet te veel pijn.
“Nee…” zeg ik terwijl hij de sneeuwbol voor hem gooit. We springen door het portaal. Ik zie achter me hoe North, Tooth en Jack vechten tegen Pitch.

Frozen, het ware verhaal.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu