Hoofdstuk 5

334 25 11
                                    

"Oké! Het is tijd voor pauze!" Max stuurt ons de trainingszaal uit.

Daarnet keek ik toe hoe Eric zijn parcours aflegde. Hij koos hetzelfde als mij, maar deed er wel iets langer over omdat hij de trap niet kon vinden.

We lopen naar de eetzaal. Ik ben uitgehongerd, hoewel ik twee uur geleden nog fatsoenlijk heb gegeten. De training is redelijk zwaar.

"Hoe ging het bij jullie?" vraagt Foxy als we met z'n vieren richting de eetzaal lopen. Iedereen is uitgeput en is nodig toe aan een kleine pauze.

"Redelijk," antwoord ik. "Ik ben uitgehongerd."

"Pfoe, zeg dat wel," zegt Bastiaan. "Nooit gedacht dat die training zo zwaar zou zijn."

We lopen de eetzaal binnen en kiezen een vierpersoonstafel uit. Ik neem plaats op een stoel tegenover Bastiaan en Foxy. Eric neemt plaats naast mij.

"Zullen we dan maar eten gaan halen?" vraagt Bastiaan.

"Gaan jullie maar eerst, ik bewaak deze tafel wel," antwoordt Foxy. "Desnoods met mijn leven." Ze grijnst naar ons. Wij grijnzen terug.

Met z'n drieën lopen we naar het buffet toe. Er staat nu veel meer eten. Waarschijnlijk omdat wij een van de eersten zijn.

Ik pak een bord en een mes. De andere twee volgen mijn voorbeeld.

"Dit is veel meer als vanochtend," zegt Eric.

"Toen was ik er nog niet," zeg ik. "Lag nog te pitten."

"Ja, jij bent echt een slaapkop." Eric lacht. Ik geef hem een duw.

We lopen langs de tafels. Ik pak twee volkoren boterhammen die lekker dik zijn en een bakje jam. Als ik verder loop zie ik dat er ook warm eten te krijgen is, dus ik verwissel de jam voor een grote schep boerenkool.

Als ik weer aan tafel ga zitten schiet Foxy omhoog. "Eindelijk, nu kan ik pakken." Ze rent, letterlijk, naar het buffet.

Eric en Bastiaan komen ook weer zitten. Ze hebben allebei twee eenvoudige boterhammen en een pakje pindakaas. We beginnen te eten.

"Beter als vanochtend," zegt Eric. "Veel beter."

Ik kijk naar hem op vanaf mijn bord. "En dan te bedenken dat ik het moest doen met twee gore zwarte boterhammen."

"Had je je niet moeten verslapen," zegt Bastiaan met een volle mond.

Ik steek mijn tong uit. We eten gulzig verder. En dan komt Foxy er ook weer bij zitten.

"Jij hebt honger," zeg ik als ik haar bord vol zie liggen met droog brood. "Waarom heb je er niets bij?"

Ze haalt haar schouders op. "Weet ik veel. Ik vind dit gewoon lekker."

Dan herinner ik het me weer. "Oh ja, daar houden paarden van hè?"

Ze knikt en steekt een stukje brood in haar mond. "Die vinden het heerlijk."

Opeens heb ik heel erge zin in een stuk vlees. Ik weet niet wat, rauw of gebakken? Ik ben een wolf dus het maakt me eigenlijk helemaal niets uit. Maar kan mijn mensenlichaam rauw vlees wel verteren?

"Uh, ik ga nog wat halen," zeg ik en ik sta op. Onderweg flikker ik het andere in de prullenbak en loop ik langs het buffet op zoek naar vlees. Het staat er in overvloed, alsof de koks verwachten dat het vlees zo gevraagd is dat het binnen een minuut op is. Het is allemaal gebakken dus ik heb geen andere keus en pak een gebakken hamburger.

Als ik terugkom zit er iemand anders op mijn plek.

"Hé," zeg ik, als ik er sta. "Daar zat ik."

The wolf and the gamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu