Ik ren zo snel ik kan naar Eric toe.
Hij heeft ze gevonden. Het blijft maar door mijn hoofd gonzen.
Ik hoef maar tweehonderd meter te lopen, maar voor mijn gevoel moet ik wel een kilometer lopen. Al snel ren ik langs de plek waar we besloten hebben ons te splitsen. Het was een goed idee, heel goed zelfs. Want Eric heeft ze gevonden.
Bladeren stuiven op als ik langsren en de wind met me meeneem. Het bos is hier zo dicht dat er verder niets op de grond groeit. De aarde is hard en koud. Niet vochtig, dus daarom kan er ook niets groeien. Maar waarom is er dan verderop wel een meer?
Ik begin nog harder te rennen, en nu doet het werkelijk pijn aan mijn spieren. Dit is niet goed voor mijn lijf. Ik ben niet gebouwd om zulke snelheden te maken. Maar ik doe het wel.
Ik weet niet hoe lang ik heb gerend. Misschien een paar seconden. Maar ik bereik Eric zo snel dat ik zelfs niet meer weet hoe ik ben gelopen.
"Waar zijn ze?" vraag ik hijgend, als ik stilsta.
Eric staat voor mijn neus en blokkeert me de weg. Tenminste, zo lijkt het. Hij is in ieder geval groter als mij.
Hij knikt naar een plek achter hem die ik niet kan zien. "Ze zijn daar."
Ik knik. "Mag ik hen zien dan?"
Eric doet aarzelend een stap naar rechts. Zijn pikzwarte lijf verdwijnt van mijn blikveld en dan zie ik Bastiaan en Foxy daar liggen. Ze liggen heel vreemd, alsof ze ineens heel lenig zijn geworden.
Ik Eric ongelovig aan. "Wat is er met ze gebeurd?" vraag ik schokkend.
Hij kijkt naar de grond. "Ik weet het niet. En ik weet ook niet of ze nog leven. Ik had niet... de moed om ernaartoe te lopen."
Mijn ogen glijden weer naar Bastiaan en Foxy. Ze liggen echt heel vreemd. Zo vreemd dat het inderdaad wel mogelijk is dat ze dood zijn.
Ik kijk naar de grond. Als ze dood zijn hebben we dit voor niets gedaan, dan zijn we voor niets afgedaald. Maar dat is nog niet het ergste. Ze zijn doodgegaan, terwijl ik ze een hatelijke opmerking toewenste. Die opmerking heeft waarschijnlijk nog lang in hun hoofd rondgespookt.
En als ze dood zijn kan ik hen niet meer vertellen hoe erg het me spijt dat ik hun beledigd heb.
"Zal ik gaan kijken?" Eric haalt me weer uit mijn trance en ik kom weer bij zinnen.
Ik knik. Als ik mijn mond open zou doen om iets te zeggen zou ik in elkaar storten. Dus ik zeg niks.
Eric loopt met voorzichtige, kleine pasjes naar Foxy en Bastiaan toe. Hij is vastbesloten om uit te zoeken wat er aan de hand is, hoe het gebeurd is. Dat kan ik zien aan zijn ogen. Maar ook hij heeft moeite met dingen die mij kunnen raken.
Met zijn neus gaat hij over de lichamen heen. Eerst over Bastiaans verenkleed, dan over Foxy's bruine paardenvacht. Zijn ogen zijn gevoelloos en zijn lichaam staat verstard. Hij gaat heel geconcenteerd te werk. Volgens mij is het erg moeilijk om met je neus de dood op te sporen. Maar Foxy en Bastiaan hoeven niet per se dood te zijn.
Terwijl de tijd verstrijkt voel ik dat ik steeds zenuwachtiger word. Wat nou als ze echt dood zijn? Ik ga mijn lijstje af. Ik zal ze nooit meer onder ogen kunnen komen of kunnen spreken. Ze zullen nooit weten dat ik me schuldig voel om wat ik heb gezegd.
Erics hoofd gaat met een ruk omhoog. Met wijd opengesperde ogen kijkt hij voor zich uit. Alleen maar dat. Hij beweegt geen spier en zijn ademhaling is gejaagd. Wat is er nu aan de hand?
Voorzichtig kom ik in beweging. Mijn intuïtie zegt dat ik voorzichtig moet zijn en me kleintjes moet houden. Ik weet niet waarom, maar ik vertrouw altijd op mijn intuïtie, dus ik doe het ook. Is er misschien gevaar dat ons bespied? Het is niet onmogelijk.
JE LEEST
The wolf and the games
FantasíaDit verhaal gaat over Gypta. Ze bezit de speciale gave om in een wolf te veranderen, net zoals alle anderen in Skyland een gave bezitten. Het land beschikt over zestien districten en elk jaar worden er 2 jongens en 2 meisjes uit elk district gekozen...