Hoe is het in Ilti's naam mogelijk?!
Kwam ik zonet thuis, de hele dag was eigenlijk al een rotdag geweest, en ze hebben dan nog ingebroken ook! Alles ligt overhoop, het slot van de voordeur doorgezaagd, de kasten in elkaar getrapt, de boeken liggen overal verspreid. Er liggen losse bladzijden tussen, ze hebben die eruit gescheurd en vertrappeld. Boven heel dat zootje ligt daar de Herbologie van Quinoa, eerste druk, verfrommeld en uiteen gereten, die prachtige gravures vol zwarte schoenafdrukken!
Dus ging ik naar de politie. Ja, wat anders?
"Dag mijnheer Timion," zei de agent. Hoe kende hij mijn naam? Was ik al bekend bij de politie? Waarvoor?
Ik stamelde wat over die inbraak en hij zat daar te knikken, alsof hij het allemaal al wist, alsof hij op voorhand wist dat er bij mij ingebroken was. Speelde die jongen misschien onder één hoedje met die bandieten?
Zijn kalmte maakte me woest. Alsof het allemaal niets voorstelde. Hij liep dwars over die hoop boeken en papieren en zette zijn voetafdrukken erbij.
"Is er iets gestolen, mijnheer?"
"Nee, ik denk het niet." Eigenlijk wilde ik schreeuwen. Ga verdorie van mijn boeken af, zie je dat dan niet, ze hebben hier alles stuk gemaakt en jij doet er nog een schepje bovenop! Dat zei ik natuurlijk niet, zo stom ben ik nu ook weer niet.
"Geen geld of goud? Juwelen?"
Goud heb ik niet eens. Mijn geld had ik in mijn beurs, zoals altijd. Juwelen? Waarom zou ik juwelen bezitten?
De agent sloeg zijn boekje toe.
"Dan hebben wij hier niet veel te doen, hé makker?" zei hij. Wat? Ik hield me niet langer in.
"Ze hebben hier alles stuk gemaakt!" riep ik. Ik wees rond mij heen. "Die rekken, al die boeken die losgescheurd zijn..."
Hij draaide zich om op zijn hiel en wreef daarmee één van de losse bladzijden nog meer de grond in.
"Als er niets gestolen is, kunnen we ook niets terugvinden," zei hij op zo'n zelfvoldane, denigrerende toon waar niets tegen te beginnen was.
Dat was het dan. Hoe is het mogelijk? Ik ben een fortuin kwijt, maar het is niet "gestolen" dus kunnen ze er niets aan doen. Ik heb nog geprobeerd wat op te ruimen maar ik kan het gewoon niet meer zien! Zoveel dingen zijn er onherstelbaar beschadigd. Ik heb mijn dagboek teruggevonden, maar het manuscript moet nog tussen al die losse papieren liggen.
Wie breekt er nu in, niet om te stelen maar om dingen te vernielen? Andermans dingen vernielen, verdorie, dat zou ook strafbaar moeten zijn! En dan die houding van de politieagent... die is corrupt, ik weet het zeker, maar wat kan ik daar tegen doen?
Ik heb alles opzij geschoven en verdergeschreven, al was het alleen maar om mijn gedachten te verzetten, maaruiteindelijk heb ik het stuk op de antieke begraafplaats helemaal afgewerkt.Deze keer ging het goed. Dan toch één ding dat goed ging vandaag.
JE LEEST
De reizen van Harbalus
General FictionDe ontdekkingsreiziger Harbalus is dood, gestorven aan een onbekende ziekte. Hij wordt gecremeerd en krijgt een overdreven eerbetoon, maar nadien raakt hij in de vergetelheid. Zijn vriend en tegenpool, de griffier Timion, wil daar geen vrede mee nem...