Brigitte
Hier zaten we dan. Op de begrafenis van mijn werkpartner. Hij is gewond geraakt tijdens een interventie en heeft het jammer genoeg niet gehaald. Ik kwam enorm goed met hem overeen. Ik vertrouwde hem en we kenden elkaar door en door. Ik voelde me schuldig ten opzichte van iedereen, zeker ten opzichte van de partner van Hans. Ik moest Hans beschermen en daarin was ik gefaald. Koen, die naast me zat, kon zijn tranen niet meer bedwingen. Hij kende Hans al van de politieschool en waren beste vrienden. Ik legde mijn hand op zijn schouder en kneep er zacht in als teken van steunbetuiging. Hij keek me met zijn met tranen gevulde ogen aan. Hij legde zijn arm rond mijn schouder en nam me stevig vast. "Het is een schone dienst." Fluisterde hij. Ik knikte en zette me terug recht. Deze dienst had er niet moeten zijn als ik hem had verdedigt. Ik moest daar staan, niet Hans. Al had het mij mijn leven gekost. Het was mijn taak om daar te staan. Ik had een hogere rang dan hem en hoorde de beslissingen te nemen, niet hij. Ik moest hem zeggen dat ik als eerste de juwelierszaak zou inlopen. Hans was een enorm gedreven persoon. Hoe sneller hij iemand kon vatten hoe beter. Ik had hem al vaker moeten aanspreken over het te snel en impulsief reageren op bepaalde zaken. Ik had hem al tal van keren gezegd dat hij wel eens gewond kon geraken. Deze keer was hij niet alleen gewond, maar ook dood. Pieter, de partner van Hans, had al paar keer moeten luisteren naar hoe hard het mij speet. Al dacht ik dit nooit goed te kunnen maken. Ik had een vertrouwen verbroken. Niet alleen bij Pieter, maar ook bij mijn collega's en vooral bij de gewone burger. De meerderheid gaven de zogenaamde criminelen de schuld, maar een kleine hoeveelheid van de mensen vroeg zich af waar de protocol bleef. Waar zijn partner was om hem te helpen. Ik had toen de moeilijkste keuze moeten maken. De crimineel meer gewonden laten maken of Hans helpen. Mijn hoop was gevestigd op het feit dat ik de crimineel snel te pakken zou krijgen, maar niets was minder waar. Door hem had ik kostbare tijd verloren. Door zijn dreigingen om anderen te pijnigen, kon ik niet naar Hans toegaan. Ik werd verplicht om het protocol te volgen. Om bewust te zijn van mijn taken. Ik wist, maar al te goed, dat ik het recht had om een schot te lossen. En ik wou het maar al te graag. Maar de gegijzelde persoon die hard tegenstribbelde in de jongeman zijn handen zorgde ervoor dat ik hem niet kon raken. Het risico dat ik de vrouw zou raken was te groot. Ik had naar het hoofd kunnen richten, al had ik dan wel mijn job verloren. Ik had getwijfeld. Heel lang. Ik kon toch niet iemand van het leven beroven dat zo jong was. De mensen zouden mij dan doodschieten met hun woorden. Al dacht de jongeman daar anders over. Hij had het leven van mijn collega afgepakt en dat terwijl hij dat niet verdiende. In de verhoorkamer had de man nog emmers gevuld met tranen. Hij had nooit een moord willen plegen, waren zijn woorden. En hoe graag ik hem ook wou vergeven, ik kon het niet. Ik zag nochtans de spijt in zijn ogen. Hij had gehoopt de juwelen uit de glazen kasten te kunnen halen en weg te lopen. Hij panikeerde en had geen besef van hoe hij zijn wapen had laten afgaan. De woorden "het spijt me zo" hadden tientallen keren over zijn lippen gerold, maar geen enkele keer dacht ik eraan deze te aanvaarden. Ik had hem hardhandig de cel ingeduwd, dat was het minste dat ik kon doen.
"Ik vond het een hele mooie en volwaardige dienst." Zei Floor die zich naast mij neerzette aan de vergadertafel. Pieter had ons allemaal uitgenodigd om naar de koffietafel te komen, maar geen van ons zag dat zitten. De familie had veel meer gehad aan Hans, hadden veel meer herinneringen gemaakt met hem en dat wouden wij als politieagenten niet verstoren. Dat was hun rouwplaats, terwijl wij ons rouwmoment verder zette in het kantoor. Met z'n allen zaten we rond de grote tafel, met koffiekoeken in de hand. Tranen hadden gevloeid en anekdotes werden vertelt. "Hey, sorry dat ik wat later ben. Er was een probleem op het werk." Tineke kwam aangelopen. Ze gaf één ieder van ons een knuffel. Tineke kende hem ook al lang. Ze had er dan ook een tijd mee samengewerkt, maar dan is ze veranderd van job. We hadden Tineke graag bij ons, daarom dat we haar bij alles bleven uitnodigen. Ze vroeg ons hoe de dienst was, waarop we eerlijk antwoordden. "Brigitteke, als er iets is, je mag mij altijd bellen he." Zei Tineke. Ik knikte en bedankte haar. Tineke was zowat de enige die met mij praatte over wat er in de kranten werd geschreven. Ze werkte er namelijk zelf en probeerde zoveel mogelijk negatieve commentaar te verwijderen uit de krantenartikelen. Koen, die naast me zat, legde zijn hand op mijn schouder. "Ik ben er ook altijd voor u he sjoe." Ik glimlachte en legde mijn hand op de zijne. "Ik weet het Koentje, ik ook voor jou. Gelukkig heb ik veel aan Robin." Zei ik hem. Hij glimlachte. Robin en ik hadden al bijna zeven jaar een relatie. Ik was echt enorm gelukkig met hem. Al had hij sinds het voorval veel van mij moeten verdragen.
De chef kwam bij ons aan tafel staan en vroeg om onze aandacht. Hij had zich heel de middag in zijn kantoor gezet en beziggehouden met werk. We hadden hem nog gevraagd zich bij ons te zetten, maar dat deed hij liever niet. "Voor dat jullie direct gaan reageren, wil ik eerst even iets mededelen." Begon hij. Zijn handen wreven over elkaar. Alsof hij koud leed en zijn handen op deze manier probeerde opwarmen. "Brigitte, ik heb al een nieuwe partner voor u gevonden." Ik keek hem met grote ogen aan. Hij deed teken dat ik moest wachten met reageren, maar ik kon me niet inhouden. Terwijl wij rouwden had hij zich al die tijd beziggehouden met het zoeken van een nieuwe rechercheur. "Ge hebt wat?" Mijn lichaam straalde ongeloof en woede uit. "We hebben verdekke nog maar net een begrafenis achter de rug en ge houdt u alleen maar bezig met het zoeken van nieuwe collega's?" Riep ik uit. Hij probeerde me te kalmeren, net zoals de anderen. "De pot op met die nieuwe, ik werk met niemand samen." Sprak ik uit en begaf me, met tranen in de ogen, naar mijn kleine kantoor. Ik had nog gezworen nooit mijn emoties te tonen op het werk. Dat was verboden gebied om te huilen. Nu kon het niet anders. Ik had niet alleen mijn partner verloren, maar ook mijn beste vriend. Niemand kon en mocht hem vervangen.
Minuten lang had ik mijn tranen ongestoord over mijn wangen laten rollen. "Brigitte?" Floor kwam de ruimte binnen en sloot de deur achter zich. Ik had nog op haar willen roepen dat ze mij gerust moest laten, maar ik kon het niet. Niemand kon kwaad zijn op Floor. Ze was altijd zo lief en zorgzaam voor ons. Hans had zo ooit dat risico genomen om zich af te reageren op Floor en daar had hij snel spijt van. Hij had tot vier weken nadien elke dag zijn excuses aangeboden aan Floor. Ze had het hem nooit kwalijk genomen, maar dat schuldgevoel had Hans nooit verlaten. "Onze nieuwe collega is er. Hij heeft gehoord wat je hebt geroepen. Hij heeft voorgesteld om pas binnen enkele weken te beginnen, van zodra je er klaar voor bent. De chef heeft dat natuurlijk geweigerd, anders zou hij geen inkomen krijgen en zijn vriendin zit al zonder werk." Ik keek haar aan. Het was nooit mijn bedoeling om me zo te richten naar mijn nieuwe collega, ook al had ik hem niet eens gezien. Ik knikte zachtjes. "De chef wilt u ook geen pijn doen he, Brigitte. Het is zijn taak om nieuwe mensen aan te trekken. Voor ons is dat zeker ook niet leuk om zo snel al een nieuwe collega te moeten aanvaarden, maar het moet wel." Weer knikte ik. "Ik weet het. Hij kan er ook niets aan doen. We moeten hem goed ontvangen in ons korps, ervoor zorgen dat hij zich thuis voelt." Zei ik haar. Ze glimlachte. Ze begreep mij als geen ander. Zij had zo ook een partner moeten afgeven, in haar vorig korps weliswaar, en ze vond het zwaar om dan plots overgeplaatst te worden naar ons korps. De chef besloot sindsdien de teams anders te verdelen, daardoor kwam ze bij Femke terecht. "Gaan we hem even verwelkomen?" Vroeg ze me. Ik knikte, droogde mijn tranen en volgde haar richting de vergadertafel. Bij het zien van mijn nieuwe collega bleef ik verstijfd staan. "Wat?" Zei ik zowat geshockt.
JE LEEST
Forbidden love
General FictionWanneer Hij en Zij elkaar weer tegenkomen en ook moeten samenwerken, komen ze snel tot het besef dat ze hun verleden nooit hebben afgesloten en dat misschien ook nooit meer kunnen. Ze doen er alles aan om hun huidige levenssituatie onveranderd te la...