17. Eruit gezet

51 1 2
                                        

Met een rotgevoel fiets ik naar huis. Het was niet de bedoeling zo bozig te doen tegen Kaj. Is het dan zo raar dat ik een hekel heb aan mijn verjaardag. Ik wil het gewoon vieren met mijn eigen familie, ook al is dat alleen mijn oma. Dan is het tenminste wel gezellig. Nu doen Richard en Michelle alsof ik niet eens een verjaardag heb.

Als ik eenmaal thuis ben loop ik naar boven, waar ik Eva aantref in onze slaapkamer. 'Hey,' zeg ik waarna ik mijn spullen op de grond zet. Ik wacht even, maar er komt geen antwoord terug. 'Ehh, Eva. Wat is er?' Weer geen antwoord. Ik rol met mijn ogen en pak een handdoek en schone kleren uit de kast. 'Wat gebeurde er toen je die stal in ging,' vraagt Eva ineens. 'Wat,' vraag ik, terwijl ik haar verward aan kijk. 'Je vertelde dat je die stal in was geweest, maar dat je dat niet snel nog een keer doet. Wat is er toen gebeurt?' 'Hij betrapte me,' zeg ik zo luchtig mogelijk. Ik wil niet vertellen wat er echt was gebeurt. 'En toen?' 'Ben ik weg gegaan.' Eva kijkt me bozig aan. 'Ik dacht dat we geen geheimen meer zouden hebben.' Geïrriteerd kijk ik van haar weg. Waarom wil ze er ineens van alles over weten. 'Eva waar bemoei je je mee,' zeg ik wat harder dan normaal. 'WAAR BEMOEI IK ME MEE! JIJ WILT PAARDEN STELEN VAN EEN OF ANDERE GEKKE MAN.' Boos gooi ik mijn kleding op mijn bed, waarna ik richting Eva loop. Op haar beurt staat Eva op en ze loopt naar mij toe. 'IK HEB JE TOCH AL UITGELEGD WAAROM,' roep ik kwaad. 'JA, MAAR JE BENT NOG STEEDS ILLEGAAL BEZIG. BEL GEWOON DE POLITIE,' schreeuwt Eva naar me. 'Ik weet ook niet meer zo zeker of ik wel moet geloven dat je Valada niet hebt gestolen,' voegt ze er zacht aan toe. Er knapt iets van binnen. Ik stel mezelf duizend vragen, maar op geen een weet ik het antwoord. Straks lult ze alles door. Ik kan Valada niet kwijt raken, niet nu, nooit. JE BENT GEWOON JALOERS,' schreeuw ik uit pure wanhoop. 'JA OP JOU ZEKER, KOM MAAR NIET BIJ MIJ ZEUREN ALS DE POLITIE STRAKS ACHTER JE AAN KOMT.'

Voor ik nog iets terug kan zeggen wordt ik bij mijn arm gegrepen en naar achteren getrokken. Doordat ik het niet verwachte raak ik uit balans en val op de grond. Geschrokken kijk ik omhoog, waar ik Richard boos naar me zie kijken. 'Politie! Wat ben jij aan het doen!?' 'Niks dat zweer ik.' 'En dat moet ik geloven!' Dan pakt hij me bij mijn bovenarm vast en trekt me omhoog. Ik word mee de trap af gesleurd richting de voordeur. Paniekerig denk ik aan de dingen die hij met me kan gaan doen. Richard trekt de voordeur open en begint me mee naar buiten te trekken. Ik stribbel tegen, maar ondanks dat krijgt hij me gemakkelijk naar buiten. Daar duwt hij me de voortuin in. 'Blijf jij maar eens een nachtje buiten slapen,' zegt hij waarna hij weer naar binnen loopt, maar de deur niet dicht doet. Als bevroren zit ik op de kiezel steentjes die door de hele voortuin liggen. Alleen op het pad naar de voordeur liggen tegels. Dan komt Richard weer naar buiten. Hij gooit mijn schooltas richting mijn hoofd. Met mijn hoofd kan ik hem ontwijken, maar ik kan niet voorkomen dat de tas mijn linker schouder raakt. Kennelijk heeft Richard al mijn boeken en schriften in mijn tas gedaan, want hij is ontzettend zwaar. 'Succes met het vinden van een slaapplek, volgens mij ging het regenen vanavond,' zegt hij spottend, waarna hij zich omdraait en de voordeur dicht trekt. 'Dat zal makkelijker worden dan je denkt,' mompel ik tegen mezelf. Met een zucht sta ik op en pak mijn tas van de grond. Gelukkig had ik mijn telefoon nog in mijn zak zitten. Ik durf te wedden dat Richard die niet aan me had gegeven als hij nog binnen had gelegen. Mijn rugzak doe ik op mijn rug en ik begin richting de manege te lopen.

Ongeveer 20 minuten later komt de manege in zicht. Vlug steek ik de weg over richting het bos. Vanaf huis is dit best wel om, maar ik weet alleen vanaf hier de weg richting Valada. Ik kan moeilijk een beetje door het bos gaan lopen in de hoop dat ik in de juiste richting ga. Donker zal het nog niet snel zijn, maar ik wil het niet riskeren.

Ik staar naar mijn voeten, terwijl ik over het ruiterpad loop. Mijn hoofd is leeg. Er zijn geen gedachten, niks. Het zand dat in mijn schoenen komt begint me te irriteren. Evenals de zware rugzak, waarvan de inhoud al de hele weg in mijn rug aan het porren is. Dan blijft mijn voet ergens achter hangen. Ik struikel en val in het zand. 'Verdomme,' vloek ik. Met een ruk draai ik mijn hoofd om, om te kijken naar waar ik over gestruikeld ben. Dan zie ik pas de boomwortel die uit het zand steekt. Boos ga ik rechtop zitten en laat mijn rugzak van mijn schouders afzakken. Ik probeer mijn voet vanachter de wortel weg te halen, maar het lukt niet. 'Oh kom op!' Ruw schop ik met mijn voet tot hij na een paar keer eindelijk los is. Ik sta op en begin aan de wortel te trekken. De wortel geeft niet mee, dus ik trek nog harder. Dan schiet de wortel plotseling los. Ik probeer mijn evenwicht te houden, maar het lukt niet. Opnieuw lig ik in het zand. 'Verdomme,' roep ik, terwijl ik overeind krabbel. Ik gooi de wortel die ik nog steeds in mijn hand had weg. Hij komt echter niet ver, en beland amper een meter voor mij weer in het zand. "STOMME TERINGZOOI,' schreeuw ik hard. De tranen prikken in mijn ogen en een paar seconde later zit ik snikkend in het zand. Het boeit me niet meer. Ik laat alles eruit.

Na een paar minuten ben ik weer een beetje gekalmeerd. Ik haal nog even beverig adem. Met de onderkant van mijn shirt veeg ik mijn wangen droog. Ik sta op en klop het zand van mijn kleding af. Dan pak ik mijn rugzak weer van de grond en begin weer met lopen. Dit keer let ik wel goed op waar ik mijn voeten neer zet.

Als ik eenmaal bij Valada aan kom zet ik mij rugzak ik een hoekje van de schuur en ga vervolgens in het stro van Valada haar stal zitten. Mijn benen trek ik in kleermakerszit en ik sluit mijn ogen. Ik moet even tot rust komen even alle gedachten van me af laten gaan. Valada moet niet degene zijn die de dupe wordt van mijn gestres. Even zit ik zo, ogen gesloten, handen in mijn schoot. Zacht hoor ik geritsel in het stro en een paar seconde later voel ik de warme lucht die Valada in mijn gezicht uitademt. Er verschijnt een zwakke glimlach op mijn gezicht en ik open mijn ogen weer. 'Hey, meisje,' zeg ik zacht tegen de zwarte merrie, terwijl ik naar haar op kijk. Zacht duwt Valada haar neus tegen mijn wang aan, waarna ze opnieuw haar adem in mijn gezicht uitblaast. Ik leg mijn hand op haar wang en Valada laat haar hoofd nog verder zakken. Mijn voorhoofd zet ik tegen het hoofd van Valada en ik zucht een keer diep. Voor de zoveelste keer beginnen de tranen ik mijn ogen te prikken. 'Fuck,' zeg ik zacht. Ik pak de zoom van mijn shirt en veeg maak mijn wangen ermee droog. Wat moet ik doen? Ik houd dit niet lang meer vol en die verwaarloosde paarden ook niet. Ze moeten daar weg en ik moet hier weg. Zaterdag wordt de dag, dan ga ik ze daar weg halen. Hopelijk is Skipper dan weer goed, het zou het ideaalste zijn om het te doen met hem erbij. Hij heeft wat ervaring met het opdrijven van dieren. Dat waren dan wel koeien, maar het komt op hetzelfde neer.

Voor nu ga ik eerst maar even wat eten. Ik sta op, klim over het hek heen en pak een appel uit de kast. Zacht hinnikt Valada naar me. Met een zwakke glimlach draai ik me om. Met haar borst tegen de muur gedrukt staat Valada naar me te kijken. Ik houd de appel omhoog. 'Wil je deze?' Valada strekt haar nek zo ver mogelijk, maar ze kan er niet bij. 'Sorry meis, deze is voor mij. Je mag het klokhuis wel hebben zo.' Valada stopt echter niet met vragen en houd haar nek uitgestrekt. Ik schud rustig mijn hoofd en begin dan aan mijn appel.

'Nou hier dan,' zeg ik als ik het klokhuis aan Valada geef. Tevreden eet ze hem op. Ondertussen pak ik een riek uit de hoek van de schuur en loop ermee naar de stal van Valada. Rustig begin ik met het weghalen van de paar hoopjes mest die in het stro liggen. De meeste mest ligt in de wei en die haal ik er meestal om de week uit. Ze zijn toch maar van 1 paard. Als die verwaarloosde paarden erbij komen moet ik toch even kijken hoe ik het ga doen. Dan moet ik het echt wel even weg halen. En hoe ga ik het met River doen. Voor zover ik weet is hij de enigste hengst, verder zijn er volgens mij alleen merrie's en ruinen. Ik kan wel een paar steekpaaltjes en een draad kopen, dan kan ik een deel afzetten.

Nadat ik de mest uit de wei ook heb opgeruimd berg ik mijn spullen weer op en pak ik mijn telefoon erbij. Het is half 9, het zal wel een mooie zonsondergang worden vanavond. Zal ik met Valada nog even naar het meertje rijden? Ze heeft natuurlijk wel al gelopen vandaag. Ach, zoveel kwaad zal het niet doen om even naar het meer te rijden. Zoveel heeft ze nog niet hoeven doen vanmorgen.

Ik pak mijn neckrope en loop naar Valada die in de wei aan het gras staat te knabbelen. Ze heeft me al gauw door en komt naar mij toe lopen. De neckrope doe ik om haar nek en ik neem haar mee de wei uit. Nadat ik het hek weer dicht heb gedaan spring ik op haar rug. Rustig stapt Valada het bos in en ik geniet van het avond zonnetje dat door de bomen heen schijnt.

Een groot geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu