2. Mijn geheim

130 10 1
                                    

Als ik eindelijk bij de kluisjes aankom gaat de bel. Snel haal ik mijn jas van de kapstok en loop de trap af. Een stuk verderop zet ik mijn tas op de grond en ik trek mijn jas aan. Ik hoop dat Eva niet weer wordt opgehouden door haar economie leraar de vorige keer stond ik een kwartier op haar te wachten. Ik duw de deur open en loop richting mijn fiets, eenmaal daar aan gekomen zie ik dat hij alweer is omgegooit.
'Neee,' zucht ik. Dit is zowat elke dag zo. Geïrriteerd laat ik mijn tas en sleutel op de grond vallen en trek mijn fiets overeind. Ik pak mijn spullen weer van de grond en leg mijn tas in mijn krat. De sleutel duw ik in het slot en ik fiets het schoolplein af. Het is net alsof ze altijd mijn fiets om mieteren. Oke er zijn dagen dat het niet gebeurt, maar meestal ligt hij aan het einde van de dag wel omver. Het is gelukkig wel mooi weer dus als ik op Eva moet wachten is het niet zo heel erg. Eva en ik wachten altijd een eindje van school op elkaar zodat we elkaar niet in alle drukte moeten zien te vinden op het schoolplein. We vinden het veel fijner om elkaar op een rustig plekje te ontmoeten en een tijdje geleden hebben we hier dan ook de perfecte plek voor gevonden. Je moet eerst gewoon het normale fietspad nemen totdat je een oud versleten paadje het bos in ziet gaan. Daar ga je dan naar rechts, dan fiets je er een stukje overheen tot je een oud bankje ziet en dan ben je er. Niemand komt er dus niemand zal je storen.

Na even in het warme zonnetje te hebben gefietst zie ik het paadje in het bos, ik ga naar rechts en niet veel later is daar het bankje. Ik zet mijn fiets neer en pak mijn telefoon uit mijn tas. Het is kwart over 3 Eva zal nu wel vertrokken zijn denk ik. Ik ga op het bankje zitten en open mijn galerij de eerste foto die er staat is van een zwarte merrie. Mijn Valada, nou ja mijn. Ik heb haar ongeveer 3 maanden geleden in het bos gevonden ze was vast gebonden met dikke touwen en daarna achter gelaten in een oude schuur. Toen ik haar voor het eerst zag was ik meteen helemaal weg van haar. Ze was bang. Dat was iets wat je meteen aan haar kon zien, maar ze liet me in de buurt komen. Ze wist dat ik haar wilde helpen en haar geen kwaad zou doen. Ik maakte de touwen los en deed de deur van de oude donkere schuur open, meteen stormde ze naar buiten. Toen ze in de wei stond zag ik dat ze heel erg mager was. Maar ook al was ze mager en vies ik kon zien dat ze een prachtig paard was, een arabische volbloed. Ik wist niet hoe ze hier was gekomen of wie haar hier had achtergelaten, maar ik wist wel dat ze hulp nodig had. Ik besloot haar te gaan verzorgen, ik poetste haar en gaf haar eten. Langzaam begon haar vacht weer te stralen en liep ze vrolijk door de wei te dartelen. Ik noemde haar Valada en we hebben een goede band. Ze is een geheim, want ik ben bang dat iemand zal proberen haar bij me weg te halen.

'Hey Saar', hoor ik ineens naast me. Ik kijk op en zie Eva staan ze heeft haar bruine haar in een paardenstaart gebonden en haar bruine ogen glinsteren. 'Oh, hey Eef', zeg ik terwijl ik snel mijn foto wegklik. 'Wat was je aan het doen?' 'Ehm niks hoor, zullen we gaan.' Ik pak mijn tas op en zet hem in mijn krat. 'Zat je nou naar een foto van een zwarte arabier te kijken?' 'Ehh nee waarom zou ik.' Probeer ik haar vraag te ontwijken. 'Kom op Saar ik heb je al vaker naar die foto zien staren en ik weet ook wat de achtergrond op je telefoon is, een foto van een zwarte arabier.' 'Ja dus, wacht eens hoe weet je dat eigenlijk', vraag ik geschrokken. 'Gewoon je had je telefoon een keer niet uitgezet en met het scherm naar boven op je bureau neergelegd.' 'Oh oke.' Ik sta op van het bankje en loop naar mijn fiets. 'Maar waarom heb je eigenlijk een random zwart paard op je achtergrond staan.' 'Ik vind het gewoon een mooie foto.' Ik draai mijn fiets om, terwijl ik een klein beetje boos begin te worden. 'Zullen we nu maar gewoon naar de manege gaan.' Eva zucht, maar draait toch om. Ik stap op mijn fiets. Samen fietsen we over het oude pad en niet veel later zijn we weer op de weg.

Eva is de discussie over de foto al helemaal vergeten en kletst honderduit over hoe goed Roos het doet met de trainingen. Ik probeer het te negeren alleen lukt dat niet echt, maar na even aan een harde galop te denken droom ik dan toch weg. 'En wat vind jij', vraagt Eva ineens. Met een vragende blik kijkt ze me aan. 'Ehhm ehhh ik ehh,' stotter ik. 'Je hebt niet geluisterd he.' Teleurgesteld kijkt ze weer naar de weg. 'Het interesseert je ook niks wat ik met Roos allemaal kan bereiken. Waarom luister je nou nooit eens naar me?' Verontwaardigd kijk ik haar aan. 'Ik luister nooit naar jou, hoezo dat nou ineens.' 'Altijd als ik vertel hoe goed het met Roos haar training gaat luister je niet.' 'Nee niet naar die lange verhalen die je vertelt tijdens het fietsen, want die heb ik nu al duizend keer gehoord. Maar als je op de manege vraagt of ik een dressuur proef of een oefening wil filmen doe ik dat altijd. En waar ben jij als ik je een keertje vraag of je een sprong van mij wil filmen, nergens.' Verdrietig kijk ik haar aan. 'Oh, sorry Saar dat had ik niet door.' Ik leun naar voren en zet mijn ellenogen op het stuur. Even is het stil kennelijk weten we allebei niet meer wat me moeten zeggen. 'Zullen we anders maandag een buitenritje maken we zijn dan om 12 uur uit en dan neem ik mijn camera mee voor foto's', zegt Eva ineens enthousiast. 'Oke is goed maandag gaan wij op buitenrit.' Verbaast kijk ik weer naar de weg. Oke dat kwam uit het niets, maar nu kunnen we eindelijk weer wat tijd samen besteden. Misschien komt ze er dan eindelijk achter dat zij niet de enigste is die vooruit is gegaan met het rijden.

Als we bij de manege aankomen loopt Eveline net met een kruiwagen vol mest naar de mesthoop. Ze heeft haar stevige stalschoenen aan met een oude spijkerbroek en een T-shirt, haar zwarte haren heeft ze in een slordige vlecht samengebonden. 'Hey Eveline alles goed', vraagt Eva. 'Hey meiden leuk dat jullie er zijn. Ik leeg even deze kruiwagen', zegt ze en dan loopt ze door. Het is heerlijk weer misschien kan ik met Valada wel even het meertje in, bedenk ik me terwijl ik mijn fiets op slot doe. 'Ik ga alvast naar de kantine ik zie jullie daar wel', zeg ik tegen Eva. 'Oke is goed.'

Ik pak mijn tas uit mijn krat en ik loop de stal in. Het eerste wat je ziet als je binnen komt is de grote lichte rijbak met aan de linker kant de luiken van een aantal van de stallen, als je aan de linkerkant de gang in loopt zijn er nog meer. Daar zijn ook de poets en wasplaatsen. Aan de rechter kant is de kantine met de kasten, toiletten en douches voor de pony kampen, ook zijn daar de slaapplaatsen. Ik loop de trap naar de kantine op zet mijn tas op een van de tafels neer en pak een flesje water uit de koeling. Dan plof ik tevreden neer op de bank. Ik zucht een keer en neem vervolgens een slok van mijn water. Ik pak mijn telefoon uit mijn tas en open berichten. Veel gesprekken heb ik niet alleen met Eva, mijn pleegouders en mijn oma oftewel de moeder van mijn biologische moeder. Vroeger hielt ik al heel veel van haar en zij ook van mij. Ik ben toen ik 9 was uit huis gehaalt, omdat er werd beweerd dat het niet veilig was voor mij. Veel weet ik er niet meer van, alleen dat mijn ouders vaak ruzie hadden. Vooral over mij, over mijn gave. Ik kan met paarden communiceren als ik mijn ogen dichtdoe en me goed op ze concentreer. Nou ja ze kunnen niks terug zeggen, maar ik kan voelen wat ze willen zeggen. Ze hoeven ook niet eens heel dichtbij te zijn. Het is me een keer gelukt om met Valada te communiceren terwijl ik op school zat en dat is ongeveer 5 kilometer. Maar toen zat ik heel rustig en ontspannen in het toilet gebouw achter in de school. Mijn beste vriendin Rebecca was de enigste, naast mijn ouders en oma, die wist van mijn gave. Rebecca hield ook heel erg van paarden alleen van haar ouders mocht ze niet op les, omdat ze dat te duur vinden. We zijn altijd onafscheidelijk geweest tot het ongeluk gebeurde en ik naar mijn tweede pleeggezin in Brabant verhuisde.

Nadat ik uit huis ben gehaalt en ik bij mijn eerste pleeggezin kwam heb ik eerst heel lang geen contact meer met oma gehad, ik miste haar toen heel erg. Gelukkig hadden mijn pleegouders door dat er iets mis was en vroegen ze ernaar. Ik heb verteld wat er was en toen hebben we haar samen opgezocht. Oma woont in een alleenstaand huisje met een stalgebouw en een groot weiland in Oostkappele in Zeeland, ze heeft een lieve Welsh pony Diamond. Vroeger mocht ik vaak op haar rijden. Toen ik oud genoeg was voor een telefoon heb ik oma meteen in mijn contacten gezet. We appten veel zeker de laatste tijd. Ik heb alleen oma verteld over Valada omdat ik haar vertrouw, ik weet dat ze mijn enigste geluk puntje naast de manege niet van me af wil pakken. Mijn oma is niet het overbezorgde type, ze vertrouwt me en laat me mijn eigen gang gaan zonder elke minuut te vragen of alles wel goed is. Ik zucht, waarom mag ik nou niet gewoon bij oma op bezoek gaan een weekendje logeren ofzo. Dan kan ik Rebecca tenminste ook nog eens zien. Maar omdat mijn stomme pleegouders Richard en Michelle altijd werken hebben ze geen tijd om me naar Zeeland te brengen en als ze merken dat ik er op mijn eigen houtje op uit ben zouden ze flippen.

Een groot geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu