15. Geen geheimen meer

56 3 1
                                    

'Saar, het spijt me dat ik je heb laten zitten,' zegt Eva. Het overvalt me dat ze hier nu ineens weer over begint. Ik weet niet wat ik moet antwoorden, waardoor ik een beetje ongemakkelijk naar Valada staar. 'Het was gewoon de kans van mijn leven, ik moest hem grijpen. Ik weet dat ik je heel erg gekwetst heb en ik hoop dat je me kunt vergeven.' Met tranen in mijn ogen staar ik nog steeds voor me uit. Op de achtergrond praat Eva nog door, maar wat ze zegt komt niet binnen. Ergens vanbinnen had ik het haar al vergeven. En toch was ik nog steeds teleurgesteld. Het geeft me echter een goed gevoel dat ze haar excuses nu aanbied. Het geeft me het gevoel dat ik mijn beste vriendin toch niet verloren ben.

Huilend sla ik mijn armen om Eva's nek heen en trek haar stevig tegen me aan. 'Het spijt mij ook Eef. Ik weet dat het de kans van je leven was en ik was gewoon.... ik... ik dacht gewoon alleen maar aan mezelf.' Eva trekt zich terug uit de knuffel en kijkt me met waterige ogen aan. 'Het is goed Saar, maar zullen we afspreken vanaf nu geen geheimen meer voor elkaar te hebben,' zegt ze en ze steekt haar hand naar me uit. 'Afgesproken,' antwoord ik en ik schud Eva's hand. Meteen kruipt een naar gevoel naar binnen. Nu moet ik haar wel vertellen over de verwaarloosde paarden. En dat had ik hoe dan ook moeten doen. Het gaat me nooit lukken om die arme dieren in mijn eentje te bevrijden. Zodra ik het Eva en Kaj tegelijk kan vertellen doe ik het. Ik wordt uit mijn gedachten gehaald door Eva die me aan mijn arm mee het water in trekt.

Ongemakkelijk neem ik plaats voor Kaj. Het hele weekend hebben we elkaar niet meer gesproken. Ik heb me af zitten vragen of het wel een goede keuze is geweest zo close met hem te zijn. Misschien vond hij dat juist wel stom en ging hij alleen mee om niet recht in mijn gezicht te hoeven zeggen dat hij er geen zin in had. De gedachten over Kaj probeer ik uit mijn hoofd te zetten, terwijl ik me focus op wiskunde. Wat gelukkig niet het moeilijkste vak is, maar wel met de stomste leraar.

Aan het einde van de les loop ik snel het lokaal uit om als een van de eerste bij de kantine te kunnen zijn. En om weg te komen van Kaj. Nadat ik een broodje heb gekocht bij de kantine zoek ik Eva op. Ik heb besloten voortaan bij haar en haar vriendinnen te gaan zitten in de pauze. Als Eva vriendinnen met ze is moet mij dat toch ook lukken. Ik merk dat ik de laatste tijd wat ben verandert. Waardoor het komt weet ik niet, maar ik voel me wel wat zekerder over mezelf. Misschien dat ik die vriendinnen van Eva daarom een kans wilde geven.

Na de pauze vertrekken Eva en haar vriendinnen naar hun lessen en begeef ik me naar de aula om daar van mijn tussenuur te genieten. Ik wil net gaan zitten als iemand op mijn schouder tikt. Verbaast draai ik me om, om vervolgens Kaj te zien staan. 'Hey Sarah.' 'Oh hey Kaj,' zeg ik, terwijl mijn no op hol slaan. Moet ik blij zijn dat hij me op school aanspreekt of speelt hij gewoon een spelletje met me. 'Weet je ik vond het echt leuk vrijdag.' 'Echt! Oh ehh ik bedoel ja ik ook.' Kaj lacht. 'Ja echt ja. Maar aangezien we woensdag studiedag hebben zullen we dan afspreken voor een tweede ronde?' Studiedag! Dat is de perfecte gelegenheid om hem over de paarden te vertellen. 'Nou eigenlijk wil ik je wat laten zien,' zeg ik langzaam. 'Zie ik je woensdag om 10 uur op de manege?' 'Eh oké ja is goed.' 'Oké, en neem Calippo mee.' 'Ja zal ik doen dan zie ik je woensdag,' zegt Kaj waarna hij wegloopt.

Tevreden ga ik zitten aan een van de lege tafels. Nu hopen dat Eva niet al plannen heeft gemaakt, maar ik denk van niet. Ik pak mijn telefoon erbij en plug mijn oortjes in. Dan legt iemand ineens een hand op mijn schouder. 'Denk maar niet dat ik je niet door heb bitch.' Hoor ik de kattige stem van Fleur achter me zeggen. 'Ik heb je wel zien praten met hem. En dat terwijl je maar al te goed weet dat hij van mij is. Dus als ik je nog 1 keer bij Kaj in de buurt zie heb je grote problemen.' Ze knijpt nog een keer hard in mijn schouder en loopt vervolgens weg.

Ik doe mijn best om mijn tranen te bedwingen, maar ik kan het niet helpen dat er toch een paar over mijn wangen lopen.

'Zeg Saar, op wie staan we nu eigenlijk te wachten,' vraagt Eva, terwijl ze wat gaat verzitten in het zadel. We waren expres vroeg naar de manege gegaan zodat we zeker weten eerder klaar zouden zijn dan Kaj. Kennelijk zijn we extreem vroeg vertrokken, want we staan nu al een goede 10 minuten te wachten. Eva op Roos en ik zonder paard, want Ramon wordt gebruikt in de les en Skipper loopt ook nog steeds niet beter. Dus ga ik gewoon weer bij Kaj achterop. 'Nou, weet je nog die jongen waar ik je toen over vertelde,' zeg ik tegen Eva die even nadenkt en vervolgens knikt. 'Ja,' zegt ze dan langzaam. 'Kaj heette hij toch?' Ik knik en leg uit hoe ik hem heb leren kennen.

'Omg, Saar dat is zo leuk!' 'Wat is zo leuk,' vraagt Kaj die aan komt rijden op Calippo. 'Oh gewoon, meiden dingen,' zeg ik zo normaal mogelijk, terwijl Eva moeite heeft haar lach in te houden. 'Wil je een lift,' vraagt Kaj. 'Graag.' Ik loop naar Calippo toe en laat me door Kaj op zijn rug helpen. Zo vertrekken we naar Valada. Kaj, Calippo en ik voorop met Eva en Roos achter ons.

Eenmaal aangekomen bij Valada laat ik mezelf van Calippo af glijden. Snel maak ik Valada klaar voor vertrek, waarna ik ietwat gespannen voor Kaj en Eva ga staan. 'Oké ik zou jullie wat gaan laten zien, maar we moeten er wel even naartoe rijden. Jullie moeten me beloven dat jullie stil zijn oké!' Verward kijken de twee me aan. 'Sarah leg even uit wat er is.' 'Beloof het gewoon oké,' zeg ik dwingender dan ik normaal ben. 'Oké, belooft,' zeggen zowel Kaj als Eva. 'Goed, volg mij.' Ik spring op Valada's rug en stap het bos in.

Als we bijna bij de verwaarloosde paarden zijn laat ik Valada halt houden. 'Waarom stoppen we,' vraagt Eva die achter me rijdt. 'We moeten hier afstappen en een klein stukje lopen,' zeg ik en ik laat me van Valada af glijden. Vanuit mijn ooghoeken kijk ik naar Kaj en Eva die ook verward van hun paarden afstappen.

Na nog een eindje te hebben gelopen sta ik weer stil. 'Ik ik moet jullie wat vertellen,' zeg ik gespannen, waarna ik me omdraai. 'Ik.... heb een gave.' Kaj en Eva lijken nog verwarder dan ze al waren, maar ze zeggen niks. Ik zucht een keer en leg dan alles uit. Sprakeloos wordt ik aangestaard. Het zou een opluchting moeten zijn om dingen met mensen te delen, maar ik begin te twijfelen of dit wel de juiste keuze was. 'Waarom heb je dit nooit eerder tegen me gezegd,' vraagt Eva. 'Toen ik een jaar of 9 was hebben mijn biologische ouders afstand van me gedaan, omdat ze vonden dat ik een freak was. Daarna heb ik nooit meer iemand over mijn gave verteld, omdat ik bang was om weer als een freak behandeld te worden.' 'Ik ben niet anders over je gaan denken gave of geen gave. Voor mij ben je nog steeds Sarah,' zegt Kaj. Een lach verschijnt op mijn gezicht. Eindelijk heb ik het gevoel dat ik weer iemand kan vertrouwen. 'Maar ik moet jullie nog iets laten zien. De paarden moeten hier blijven. Het risico om gezien te worden is te groot.' Ik draai me weer om en laat Kaj en Eva weten dat ze me moeten volgen. Bij de struik waar ik mezelf altijd achter verstop blijf ik staan. De man is er. De paarden zijn stil, dus hij moet er wel zijn. 'In deze stal staat een groep verwaarloosde paarden,' zeg ik zacht. 'Hoe ben je daar achter gekomen,' vraagt Eva. 'Ben je binnen geweest?!' 'Sssttt, niet zo hard. En ja ik ben een keer binnen geweest, maar dat doe ik niet snel weer.' 'Hoezo niet,' vraagt Kaj. Op dat moment komt de man met een kleine magere shetlander de stal uit lopen. De vacht van de pony is vies en zijn manen en staart zitten vol met klitten. Als een soort zombie loopt de pony achter de man aan. 'Door hem,' fluister ik.

De man bind de kleine pony vast en loopt vervolgens weer naar binnen. 'Wat een vieze man,' zegt Eva boos fluisterend. Dan komt de man weer naar buiten met zijn jachtgeweer in zijn hand. Mijn ogen worden groot. Dit kan hij niet doen. De loop van het geweer wordt tegen het hoofd van de pony aangezet. Vol verbijstering sta ik te kijken als ik ineens aan onze paarden denk. Die verwachten de knal niet. Ik trek Eva en Kaj naar de grond. 'De paarden.' Is het enigste wat ik zeg, waarna ik op sta en richting de paarden ren. Eva en Kaj lijken het te snappen en rennen me achterna. Dan gebeurt waar ik al bang voor was. Een harde knal. De vogels vliegen weg uit de bomen. De paarden draaien zich geschrokken om en galopperen weg. Het geluid van de hoeven op de harde bosgrond is duidelijk te horen. Gespannen sta ik stil, en luister aandachtig naar de geluiden die de man maakt. Ook al zijn we al een stukje weg van de struik de woorden 'wie is daar' kun je nog duidelijk horen. 'We moeten hier weg, volg mij,' zeg ik tegen Kaj en Eva. Snel ren ik weg, gevolgd door Eva en Kaj. Ik durf niet regelrecht naar de wei te gaan dus besluit ik dat de duinen een betere optie zijn. Als we eenmaal het bos uit zijn gaan we de eerste de beste heuvel over en laten ons daarachter in het zand vallen.

Een groot geheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu