Hoofdstuk 3 • Richten, schieten, raken

199 18 0
                                    

Beste lezertjes,
Misschien is het jullie al opgevallen dat het eventjes duurde voordat hoofdstuk 2 erop stond. Daar is een simpele verklaring voor:

Tegenwoordig bestaat school. En bij school hoort huiswerk. Alleen dat is gewoon erg veel en neemt zowat al onze vrije tijd in beslag. Vandaar dat het nou eenmaal wat langer duurt met het updaten ;)
(bovendien willen we ook gewoon goede hoofdstukken hebben, dus checken we alles altijd na).

Wat vooraf ging...

Midden in de nacht werd Ravi door haar broer gewekt, omdat ze bijna te laat was voor de nachtdienst (hierbij moeten er elke nacht twee dorpsbewoners naar de rijen zonnepanelen op het grote plein van het dorp gaan om ze sneeuwvrij te maken).
Met haast wist Ravi het plein te bereiken, waar een mysterieuze maar bijzondere jongen op haar wachtte.
De jongen, genaamd Novan, bleek namelijk een IJsstrijder te zijn. Maar na de speciale nachtdienst met Novan, deed er zich iets vreemds voor: ineens was hij nergens meer te bekennen, zomaar, in het niets verdwenen...

Start de muziek bij: Maar plotseling schoot het schimachtige figuur naar beneden. Zo snel als ze kon maakte Ravi een duikvlucht achter een sneeuwhoop.

Hoofdstuk 3

Gebroken en vermoeid slofte Ravi de krakende trap af. Het was inmiddels zo'n tien uur 's ochtends, maar goed geslapen had ze niet: haar haren stonden in de meest bizarre richtingen die je maar kon bedenken en in haar pyjama zaten overal vouwen. Met een ongewassen gezicht en droge ogen zakte ze op de dichtstbijzijnde stoel neer. Ze bedacht zich dat ze eigenlijk helemaal geen honger had. Want nog steeds spookten de beelden van gisteravond door haar heen. Heel de nacht kon ze het maar niet uit haar hoofd krijgen. Ze had al zoveel mogelijke redenen verzonnen die aan konden tonen waarom hij ineens was verdwenen. Maar geen één kwam echt in de buurt.
Aan de andere kant begon ze te denken of ze het niet allemaal verbeeld had. Het was immers rond drie uur 's nachts dat ze daar buiten stond, en ze had zich toen nog wel verslapen. Dat ze zich zoiets verbeeld leek nu ineens heel logisch. Maar toch, het verbaasde haar: ze had zich nog nooit iets verbeeld wat er in werkelijkheid niet was.
'En, lekker geslapen?' verbrak Charlie de stilte. Ze draaide haar hoofd naar hem toe en keek hem met de meest chagrijnige blik die je maar bedenken kon aan. Niet te vergeten hoe verschrikkelijk haar haren door de war zaten en het vermoeide gezicht die ze dreigend op haar broer richtte.
'Ho, ik zeg wel niks hoor.' zei hij beschuldigend, en boog zich snel weer over zijn bord.
'Laat haar maar even.' fluisterde pap in zijn richting, die zijn handen als één vuist had opgevouwen en verder toekeek hoe zijn kinderen aten. Zijn bord was zoals gewoonlijk al leeg: hij was een snelle eter.

Nadat Ravi zwijgend wat naar binnen had gewerkt, ruimde ze met haar broer de tafel af.
'Kom op Ravi, je gaat zo toch wel mee op jacht hè?' vroeg Charlie bijna smekend, toen hij de borden had opgestapeld en ze op het aanrecht had gekwakt.
Ravi zag haarzelf al met haar strakgespannen boog op een hondsdol rennende haas richten. Ze hield van jagen, en ze was goed in haar eigen pijlen maken. Maar het woord 'jagen' deed haar meteen herinneren aan wat Novan had gezegd. Nadat hij dat woord had gehoord, had hij plotseling alleen maar belangstelling voor dat onderwerp. Wat wilde hij? Hield hij ook zo van jagen? Natuurlijk, hij was een IJsstrijder. En wat dan nog? Dat hij bewondering voor iemand had die nog lang niet op het jaagniveau zat als die van hem? Zij was immers een meisje, nog een afkapper waarom hij er minder belangstelling voor zou hebben. Maar hij had er wél belangstelling voor.
Stop. Zet hem uit je hoofd.
Misschien moest ze dat ook maar eens gaan doen. En misschien zou de frisse ochtendlucht haar moeilijkheden wel uit haar hoofd blazen.
'Wanneer gaan we?' antwoordde ze ineens opgewekt. Inderdaad. Wat had ze te verliezen? Charlie keek staarde verbijsterd aan.
'Meen je het serieus? Net was je nog -'
'Gewoon erg laat teruggekomen van de nachtdienst en vervolgens werd ik wakker met een ochtendhumeur van hier tot de Zuidenwereld, ach... Heeft iedereen wel eens.' loog ze onopmerkelijk. De werkelijkheid zou voor Charlie vast een grootse droom zijn. Iemand die tijdens de nachtdienst ineens verdwenen was... Dat klonk wel heel onwaarschijnlijk, ook voor haar. Maar toch had ze het gezien. En het was echt.
'Ik ga me even opfrissen als je het niet erg vindt.' zei ze, nadat er een stilte in het gesprek was gevallen, en ze rende naar boven.

IJsstrijdersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu