5. Discussies tussen de kunst

353 22 25
                                    

Maeve Forrest

"All I'm asking is for you to hear me out," Harry en ik staan al een kwartier te discussiëren en hij is nog steeds niet weg. Gefrustreerd haal ik een hand door mijn haar.

"And all I'm asking is for you to get out of my bloody studio!" zeg ik fel. Hij heeft steeds gezegd dat ik hem een kans moet geven en dat hij me het wilt uitleggen, maar ik wil het niet horen. "Je probeert gedachten in mijn hoofd te duwen. Ik heb hier niet om gevraagd en ik wil dat je gaat, Harry."

"Waarom wil je niet luisteren?"

"Ik vraag het je nog een keer, ga nu alsjeblieft weg," zeg ik met opeengeklemde kaken. "Anders bel ik de politie." Zijn gezicht valt voor een moment, maar daarna haalt hij weer de emotieloze expressie tevoorschijn. Ik loop heen en weer door de studio, terwijl ik me bedenk wat een goede volgende zet is.

"You wouldn't.." zegt Harry afwachtend.

"Ik zou het niet uitproberen als ik jou was," zeg ik. Natuurlijk zou ik dat niet doen. Ik weet ook wel hoe erg het zijn imago zou aantasten als er bekend zou worden dat hij meegenomen was door de politie. Alsnog moet ik het als dreigement gebruiken. Niks anders lijkt te werken, maar Harry lijkt ook te weten dat ik niet echt de politie zal bellen, want hij blijft staan. Een trillerige zucht verlaat mijn mond en ik kijk hem recht in zijn ogen aan, in de hoop dat ik zo meer tot hem door zal dringen. "Harry.." Mijn stem is zacht, het is amper een fluister. Hij heeft me gehoord, want ik zie ook zijn ogen veranderen. Het felle geschreeuw en gesnauw naar elkaar is voorbij. Nu zitten we enkel in stilte naar elkaar te kijken. Normaal gesproken durf ik hem niet aan te kijken, maar nu durf ik het oogcontact juist niet te verbreken.

Dan realiseer ik me dat het somberheid is, wat ik in Harry's ogen zie. Ik probeer het beter te maken door hem een glimlach te gunnen, maar ik weet dat ook mijn glimlach mijn ogen niet bereikt.

"Please.." fluistert hij na een tijdje. Zijn stem is al even zacht als die van mij. Eindelijk durf ik het oogcontact te verbreken. Ik bijt op mijn lip en staar naar mijn schoenen.

"I can't.." zeg ik, waarna ik mijn hoofd schud. Ik kan hem niet vertrouwen. Harry zet een paar stappen na me toe en hij staat nu een stuk dichterbij. Als ik achteruit wil stappen, lijken mijn voeten aan de vloer vastgelijmd. Het lijkt wel alsof ik bevroren voor hem sta.

"Ik was nog jong, Maeve," zegt hij dan.

"Ik was ook jong, Harry," zeg ik en ik bijt nogmaals op mijn lip. Jong betekent niet dat hij het recht had om me zo kapot te maken. Jong betekent niet dat hij niet kon beredeneren hoe erg zijn acties me zouden raken. Ik voel de tranen opkomen, maar ik wil ze niet laten zien. Niet nu. Niet bij hem.

"Dat weet ik," hij grijpt wanhopig naar mijn hand, maar ik trek de mijne gelijk weer weg. Mijn ogen kruisen de zijne kort en ik schud mijn hoofd in één miniscule beweging. Aanrakingen kan ik nu echt niet hebben. Niet van hem. Vooral niet van hem.

"H.. Don't," zeg ik zachtjes. Ik zie hem op zijn kiezen bijten als ik hem bij zijn bijnaam noem. Dat wilde ik niet. Het vloog er gewoon uit. Het zou echt beter zijn om dit gewoon op een puur platonisch niveau te houden.

"Je bent zo veranderd, Maeve. Je gelooft in je eigen talent, eindelijk. Je ziet er geweldig uit. Zo.. gelukkig," mompelt hij dan zacht. Ik zucht.

"Zegt de man die iedere avond in een ander felgekleurd Gucci pak op een podium staat," zeg ik, waardoor er een lach uit zijn mond ontsnapt.

"You got me there," grinnikt hij. Dan gebeurt er iets wat ik niet verwacht. "Bel me." Hij legt nog een papiertje op het bureau en vouwt dan zorgvuldig mijn zelfportret op, waarna hij het in zijn broekzak stopt en zonder nog een woord te zeggen wegloopt. Vrijwillig. De politie bellen kan hem nog niet eens afschrikken, dus ik begrijp niet waarom hij nu opeens wel vertrekt. Vanuit de grote ramen aan de straatkant van het atelier kijk ik toe hoe hij wegloopt. Zijn handen zijn in zijn broekzakken gestoken en hij kijkt recht naar de grond, terwijl hij met een stevige pas wegloopt.

Snel schud ik mijn hoofd, ongelovig over de scene die net voor me af is gespeeld. Het lijkt nu wel een droom, maar het briefje met zijn telefoonnummer op mijn bureau bewijst het tegendeel. Gelijk sla ik het nummer op in mijn telefoon, waarna ik het briefje in kleine stukjes scheur en in de prullenbak gooi. After all wil ik hem nog steeds geen narigheid aandoen. Als iemand zijn nummer hier vindt, kan het flink misgaan en dat wil ik graag voorkomen.

Ik blijf nog even zitten, voor ik de kracht heb verzameld om naar huis te lopen, waar Phoebe ongetwijfeld op me zal zitten wachten. Grappig genoeg imiteer ik Harry precies, want ik loop met mijn handen in mijn zakken, mijn blik op de stoep gericht en een snel tempo door de straten.

"Phoebe Sullivan!" schreeuw ik hard, wanneer ik niet veel later de deur achter me dicht gooi. Ik loop de woonkamer in, waar de brunette op de bank zit.

"Vermoord me alsjeblieft niet," piept Phoebe, die een kussen omhoog houdt als schild. Met een grinnikje ga ik naast haar zitten en ik trek het kussen uit haar handen. Ze kijkt me afwachtend aan.

"Care to explain what the hell that was?" zeg ik met opgetrokken wenkbrauw. Ik moet natuurlijk wel het gesprek met Phoebe aangaan.

"Tja," Phoebe krabt op haar achterhoofd. "Verrassing?" We durven er allebei niet om te lachen, wat we normaal gesproken wel zouden doen. Dit onderwerp is gewoon te zwaar.

"Geweldige verrassing, Pheebs," zucht ik, waarna ik het kussen dat Phoebe net vast had tegen mijn borst aan druk.

"Het spijt me, Maeve. Ik-"

"- bedoelde het goed," maak ik voor haar af en ze knikt met rode wangen. Ze kijkt me nogmaals afwachtend aan en ik glimlach klein naar haar. "Het is oké, Pheebs. Ik ben niet boos."

"Gelukkig," ze laat een opgeluchte zucht van haar lippen rollen. "Toen je die bewaking afwees, moest ik gewoon iets doen. Ik zie dat je hem mist."

"I do.." geef ik met een zucht toe. Ze heeft gelijk. Vandaag werd pijnlijk duidelijk hoe erg ik hem mis. En ik denk dat hij mij ook mist. Ik kan kinderachtig doen en beweren dat ik hem haat, maar dat doe ik niet. Ik haat hem niet. Het zou zoveel makkelijker zijn als ik hem gewoon haatte. Hoe vaak ik het mezelf ook heb geprobeerd wijs te maken, ik weet dat ik hem niet haat. "I wish I didn't, though."

"Ik weet het, lieverd. Kom hier," ze opent haar armen en ik kruip tegen haar aan. Ze knuffelt me terug en op dit moment is ze de verstandige van ons twee.

"Ik mis hem zo erg, Pheebs, maar ik kan het niet nog eens laten gebeuren," mompel ik.

"Het komt wel goed," zegt ze. Dan ga ik weer rechtop zitten en kijkt ze me serieus aan. "Ga je het hem ooit vertellen?" Natuurlijk weet ik waar ze het over heeft. Alsof ik het ooit zou vergeten.

"Nee- ja- misschien," ik zucht en leg mijn hoofd in mijn nek. "Ik denk het. Het ligt eraan hoe alles loopt."

"Hmm," humt Phoebe instemmend. We blijven de rest van de avond in stilte zitten. Ik heb teveel om over na te denken en ik weet dat Phoebe weet dat ze me rust moet geven. Ze bestelt sushi voor ons, maar ik wijs het af, zodra ze het bord onder mijn neus houdt. We voeren een discussie, maar uiteindelijk geeft Phoebe op en zet ze het bord op de salontafel. Zelf eet ze wel haar portie op.

Rond half elf besluit ik naar bed te gaan. Ik mompel een 'slaap lekker, ik houd van je' naar Phoebe en ik krijg hetzelfde terug van haar, waarna ik naar mijn badkamer loop. De helft van mijn acties krijg ik niet eens mee. Op de automatische piloot haal ik mijn make-up eraf, poets ik mijn tanden en borstel ik mijn haar nog eens door. Dan vertrek ik naar mijn slaapkamer. Ik kleed me om en leg mijn telefoon aan de oplader.

En dan staar ik naar het plafond.

Na een uur hoor ik Phoebe rommelen in de woonkamer en op de badkamer, maar na een kwartiertje is het weer stil. Net was ik ontzettend moe, maar die vermoeidheid is nergens meer te bekennen. Ik denk aan mijn telefoon. Aan de contactenlijst en de reeks cijfers die zijn opgeslagen onder de naam 'Harry Styles'.

Zal ik hem bellen?

Mijn hand zweeft boven mijn telefoon, maar na een minuut trek ik hem terug.

Ik kan hem gewoon niet terug in mijn leven laten.

No Right To Love You [h.s]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu