5. Ontsnappen

95 9 6
                                    

Plots hoorde ik een afgrijselijke gil, ik wist zeker dat dat Riley was. Ik had Riley nog nooit zó luid horen gillen. Zelfs niet toen haar konijntje MARLENde kop werd van werd omgedraaid.

Het beestje was doodziek, maar het dierenziekenhuis heeft een paar jaar geleden hun deuren moeten sluiten.

Riley wou het beestje niet dood maar er zijn toch vredebewakers het beestje komen vermoorden. Volgens hun zou het gek zijn geworden en zou het mensen kunnen hebben vermoord. Niemand geloofde dat echt, want het beestje lag altíjd mak in z'n hokje.

Tot op een woensdagmiddag, we zaten allemaal bij Riley thuis: ik, Ella en Lydia. Plots hoorden we lawaai buiten en we gingen kijken. Daar zagen we de vredebewakers het konijntje vermoorden. Riley gilde luider dan ze ooit gegild had, en zakte door haar knieën.

'Clary, we moeten hier weg.' Riep Brandon.

'Hoe?'

'Op de manier dat jij weg wou geraken.'

'Nee, we moeten Riley, Riley is in gevaar! Nee, dat mag ik haar niet laten overkomen! Dat kan ik niet! Ik ga naar haar toe!' Ik had mezelf nog amper onder controle.

En toen kwam ze, Riley, de kamer binnenlopen. Ze zag er helemaal geshockeerd uit. Ik wou naar haar toe lopen, blij dat ze nog in leven was. Maar voor dat ik me kon verroeren gilde ze iets. 'Brandon, Clarelisse, maak dat je hier weg komt!

'Waren we al met bezig!' Zei Brandon. 'We gaan langs de verluchtingspijpen.'

We kropen er allemaal in. We kropen, ik denk een half uur, aan een stuk. M'n handen deden ontzettend veel zeer en m'n knieën ook.

Het was er ook ontzettend donker, en het was ook zeer smal. Ik stootte ook een aantal keer m'n hoofd tegen het plafond van de verluchtingspijp. Alles deed zeer, en toen ik dacht dat ik het ging begeven stopten we even.

'Brandon?' Vroeg ik puffend. 'Hoe weet jij je weg hier zo goed?' Ik had bonkende hoofdpijn maar toch wou ik wat antwoorden op de vragen die door m'n hoofd spookten.

Brandon hoorde me niet, of deed alsof hij me niet hoorde. 'Riley, zou je ons misschien even willen uitleggen wat er exact is gebeurd?' Vroeg hij aan Riley.

'Euhm, tuurlijk. Dus ik ging binnen en zíj zei dat ik moest gaan zitten, wat ik dan ook probeerde te doen. Maar daarbinnen is het ontzettend donker. Dus ik vond die stoel niet. Ik vroeg waar de stoel stond maar ik kreeg geen antwoord. Toen liep ik plots kei hard tegen een muur. Het zou wel eens kunnen dat m'n hand is verstuikt.

Ik heb me dan neergezet op de grond met m'n rug tegen de muur. Ik heb exact gedaan wat Clary zei en dacht aan het beroep poetsvrouw.

Toen begon ze vragen te stellen. Wat is de naam van je moeder? Van je vader? Huisdieren?

Bij elke vraag bleef het beroep poetsvrouw in m'n hoofd hangen. Ze bleef vraag na vraag stellen. Uiteindelijk vroeg ze me of ik soms enig idee had waarom ik zo moeilijk te lezen ben. En toen gebeurde het, er kropen zeker 50 spinnen op mij. En Clary, je weet hoe een hekel ik heb aan spinnen. Ik begon kei hard te gillen, en ik hoorde haar ook iets mompelen. En derest weten jullie wel.'

Ik en Brandon zaten heel de tijd aandachtig te luisteren, toen Riley klaar was doorbrak niemand de stilte.

Na twee minuten zei Brandon toch iets. 'We moeten doorgaan, als we hier te lang in blijven vinden ze ons.'

Brandon had een verband bij en dat wikkelde hij rond Riley's hand. Ik vroeg me af hoeveel mensen er op aarde rondlopen die altijd een verband met zich meedragen, ik bedoel ík loop niet altijd met verband in m'n broekzak hoor!

Clarelisse's verhaal [On Hold] Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu