Hoofdstuk 11: De busreis

22 2 2
                                    

Hoofdstuk 11: Busreis

        08:15, geeft mijn horloge aan. Zenuwachtig tik ik met mijn voet op de grond. "Mam, ik had er al een kwartier geleden moeten zijn."

        Mijn moeder draait het stuur om naar links. "Jij bent degene die om zeven uur bedacht dat de helft van je tas nog ingepakt moest worden." Dat is waar. De reistas inpakken had ik de afgelopen dagen uitgesteld tot het laatste moment. Gisteravond had ik een beginnetje gemaakt maar ik was zo moe dat ik dacht dat ik het in de ochtend wel af kon maken. Maar ik had me niet gerealiseerd dat mijn telefoon niet goed was opgeladen, waardoor de wekker niet af ging. "Dit ding," zeg ik verontwaardigd. "Dit ding is de schuldige." In de achteruitkijkspiegel zie ik me zusje achterin zitten. "Of nee, eigenlijk is het Riana's schuld, zij heeft mijn oplader laten vallen waardoor die niet meer normaal functioneert." Als reactie geeft het meisje een trap tegen mijn stoel aan. "Hé."

         "Of je neemt eens je eigen verantwoordelijkheid voor zulk soort dingen," antwoord mijn moeder en rijd de parkeerplaats op. Ik zie de schoolbus al staan en iedereen is zijn of haar koffers en tassen is de laadruimte aan het doen. Op het moment dat mijn moeder op de rem drukt spring ik uit de auto en haal mijn tassen uit de achterbak.

        Ik geef mijn moeder een kus en een knuffel. "Tot over een week," murmel ik in haar schouder. Ze pakt met beide handen mijn gezicht vast en geeft me nog een kus op mijn voorhoofd. "Veel plezier schat. En nou hup, de bus in." Voordat ik me omdraai aai ik nog met mijn hand over Riana's hoofd. "Doei kleintje."

        Als ik zie dat de bus al gevuld is met leerlingen trek ik een sprintje. Ik moet er niet aan denken om te laat te komen, dan zijn de enige plekken die nog vrij zijn waardeloze plekken, en in verband met mijn wagenziekte is dat niet keuze nummer één. Ik geef mijn tassen aan de buschauffeur die ze vervolgens met een zwaai in de bagageruimte gooit. Ik huiver even bij de gedachte aan mijn breekbare spullen.

        "Mevrouw Morrison, wat fijn dat je op de laatste minuut ook nog op komt dagen," zegt mijn docent en hij noteert wat op een blaadje, wat waarschijnlijk de aanwezigheidslijst is.

        "Twee minuten," merk ik op en laat de klok op mijn telefoon zien. De docent schud zijn hoofd en doet een gebaar dat ik de bus in moet stappen. Ik volg zijn aanwijzing en treed de bus binnen. Ik kijk zoekend in de ronde en probeer Louises roze haar te spotten.

        "Hé, Ella! Hierzo," hoor ik ineens. Ik draai mijn hoofd en zie haar zwaaiende hand. Met een hoop 'sorry's' en 'excuses' maak ik mijn weg door het gangpad en de uitstekende benen. Eindelijk kom ik aan bij Louise en merk op dat ze samen met Richard een plekje heeft veroverd. In de stoelen voor hen heeft Damian zich neergezet en hij heeft zijn handbagage op de plek naast hem neergegooid.

        "Hier," zegt ze "We hebben een plekje voor je vrij gehouden. Niet het meest ideale, maar je was zo laat en dit was de enige optie."

        De vrije stoel naast Damian is gelokaliseerd in de achterkant van de bus en mijn gezicht betrekt. Ik voel de misselijkheid al op komen. Damian merkt het op. "Hier, je mag wel bij het raam." Hij staat op en laat me plaatsnemen bij het raam. Ik dank hem en ga zitten.

         "Hebben jullie er een beetje zin in?" Louise steekt haar hoofd tussen de stoelen door en kijkt ons enthousiast aan. "Snoepje?" Ze steekt een goedgevulde snoepzak uit en houd hem ons voor.

        "Ja, lekker." Ik steek mijn hand uit en vis een snoepje uit de zak. Damian volgt mijn voorbeeld.

        "Richard jij ook?" vraagt ze aan haar vriendje. Hij geeft haar een glimlachje en haalt een perzik snoepje eruit. "Dit zijn mijn lieveling," zegt hij.

The BucketlistWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu